Deze week heb ik ontslag genomen als columnist bij De Moanne. Dat is een friestalig cultureel blad. Buiten Friesland wordt het dus niet gelezen en binnen Friesland met mate (alhoewel ze een oplage hebben van een enkele honderden exemplaren en daar kan menig tijdschrift trots op zijn). Maar ja, columns schrijven voor De Moanne is zoiets als schrijven voor een Albanese krant: niemand van je vrienden weet dat je het doet.
Als columnist ben ik nu al twee keer ergens weggegaan. Mijn eerste column schreef ik voor de NHL-krant, maar de toenmalige hoofdredacteur, een gesjeesde student en journalist, vond dat ik mijn taal moest aanpassen en schrapte af en toe een stukje. Zijn redactieassistente zorgde voor de druppel door ooit in een stuk van mij het woord ‘kutzwager’ te veranderen in ‘rotzwager’. De NHL-krant is uiteindelijk opgedoekt en daarvoor in de plaats is een vreselijk pr-blaadje gekomen, waarvan de toenmalige redactieassistente hoofdredacteur is geworden. Elke keer krijg je hetzelfde blaadje: het gaat goed met de NHL. Het gaat nog beter met de NHL. Daarnaast heel interessante rubrieken: wat staat er in de koelkast van…? Elk kritisch geluid wordt gesmoord. Het blad gaat bij mij altijd regelrecht de papierbak in.
Maar goed. Ik ben ooit bij De Moanne (voorheen Trotwaer) gekomen dankzij Doeke Sijens en Jan Pieter Janzen (oud-hoofdredacteur van De Moanne, die deze zomer is overleden). De huidige hoofdredacteur Ernst Bruinsma heb ik nog nooit gezien. Ik schreef hem het volgende mailtje: ‘Waarschijnlijk ben ik een lastige columnist voor een hoofdredacteur. Ik stuur mijn stukjes altijd ver na de deadline in en daar zijn redacties nooit blij mee (vertel mij wat). Ik probeer echter altijd wel een aardig, leuk of prikkelend stuk te maken.
Mijn nieuwste column zou over Jan Pieter moeten gaan. Hij (en Doeke) hebben mij ooit gestrikt voor Trotwaer om vanuit Groningen stekelig over de Friese cultuur te schrijven en aan de samenwerking, zijn reacties en de ontmoetingen met hem heb ik goede herinneringen. Dit weekend viel de nieuwe Moanne echter in de bus zonder een column van mij, want blijkbaar was ik weer te laat.
Dat is jammer. Als columnist wil je op z'n minst gemist worden. Misschien is het dan ook wel tijd om er helemaal mee op te houden. Laten we zeggen dat mijn laatste stuk in het voorlaatste nummer stond.’
Drie dagen later kreeg ik een mailtje terug van Bruinsma: ‘De redactie zal je uiteraard nog een mooie brief schrijven, maar ik wil je vast laten weten dat ook volgens ons het moment is aangebroken om naar een andere columnist uit te kijken. Een columnist moet gemist worden, dat schrijf je terecht, maar anderzijds moet een columnist zijn blad ook niet vergeten.’
Dat is wel fijn, zo’n trap na. Het tekent een beetje de huidige hoofdredacteur en sterkt me alleen maar in mijn besluit.
9 opmerkingen:
Hallo Coen, het is net of er hier in het stuk voor het bericht van Bruinsma iets ontbreekt. Zie ik dat goed?
Ik weet niet wat je bedoelt. Kun je aangeven wat er ontbreekt?
Ik heb het idee dat dit stuk:
Dat is jammer. Als columnist wil je op z'n minst gemist worden. Misschien is het dan ook wel tijd om er helemaal mee op te houden. Laten we zeggen dat mijn laatste stuk in het voorlaatste nummer stond.’
Uit een brief/mail aan Bruinsma komt, vanwege de aanhalingstekens sluiten, en ook denk ik dat die mail niet compleet is, vanwege geen aanhalingstekens openen. Maar ik kan me vergissen.
Die aanhalingstekens open staan er wel, alleen wat hoger, na: Ik schreef hem het volgende mailtje:
Excuus, ik kijk op mijn laptop en die heeft een wat priegeliger scherm.
Zelfs al besluit je zelf te stoppen, voelt zo'n trap na toch niet echt lekker weet ik uit mijn Hendertjes-ervaring. Maar toch voelt het achteraf vooral bevrijdend, zo'n definitief losgeschopte knoop.
Groet,
Corrie
eh: Hendertjes-ervaring???
Juist, ik was te vaag. Ik had het hier over een kOrtstondige columnistenervaring (als Hendertje Bekstok) voor een niet nader te noemen - om niet na te schoppen - blad waarvoor de redactieleden bij elkaar op visite gingen. Een blad dat gezien jouw bovenstaande reactie ook geen grote indruk bij je achterliet.
Groet,
Corrie
Dag Corrie (nu weet ik welke Corrie). Ik herinner me dat blad wel degelijk en vooral dat dubbelgeschrift van schrijvers die bij elkaar op bezoek gaan en dan daar allebei verslag van doen. Als idee vond ik dat wel grappig.
Een reactie posten