Verheven gedachten in bed
In 1930 raakt de Schotse dichter William Soutar bedlegerig als gevolg van een wervelontsteking. In oktober 1943 overlijdt hij. In de tussentijd leefde hij in zijn bed. Hij ontving er zijn bezoek, hij schreef er zijn gedichten en dagboeken. Een keuze uit zijn dagboeken is nu vertaald.
William Soutar wordt als een van de belangrijkste Schotse dichters voor de oorlog gezien. De vraag is of hij buiten Schotland ook van belang is. In een tijd waarin het modernisme hoogtij vierde, schreef hij nog steeds keurig rijmende kwatrijnen. In Dagboek van een stervende zijn aantekeningen opgenomen uit verschillende soorten dagboeken die Soutar, soms gelijktijdig, bijhield. Die keuze verscheen voor het eerst in 1954 en is in allerlei opzichten behoorlijk gedateerd. Tijdens het lezen ben je vooral benieuwd naar alle aantekeningen die niet zijn opgenomen. Zo verontschuldigt Soutar zich in zijn dagboek voor onvriendelijke opmerkingen over bepaalde personen, maar zo heel veel onvriendelijks lezen we niet. De samensteller heeft destijds gekozen voor de verheven gedachten, die nu vooral belegen en ouderwets overkomen. Als Soutar het bijvoorbeeld heeft over seks en de verhouding tussen man en vrouw schrijft hij: ‘Maar wanneer er sprake is van ware liefde is seks de gemeenschappelijke basis waaraan iedereen de vreugde van de scheppingservaring kan ontlenen. (…) En het vertrouwen van de scheppingsdaad vindt zijn voleinding in het kind. In het kind ontmoeten verlangen en levensdrang elkaar, en ook leven en dood, verkleefd als altijd.’
Voor een dichter die het werk van D.H. Lawrence bewonderde, zijn dit toch behoorlijk conservatieve opmerkingen, nog afgezien van de plechtstatige taal waarin ze zijn gesteld. Het dagboek leeft op bij de alledaagse notities. Als hij vanuit zijn bed ziet hoe de kat uit een boom valt, is dat veel aangrijpender dan zijn algemene wijsheden. Als hij op het einde van zijn leven vreselijk moet hoesten door de tuberculose en spreken en lachen moeilijk wordt, komen er opeens wel mooie zinnen: ‘Je begint steeds minder aanleidingen te zien om te lachen. Het is of je gevoel voor humor langzaam zijn geheugen verliest.’ Dat zijn opmerkingen die je werkelijk raken: nuchter geconstateerd, helder geformuleerd. Helaas zijn die in de minderheid. Het is bewonderenswaardig dat een kleine uitgeverij zo’n dagboek van een onbekende dichter durft uit te geven. Het is jammer dat ze slaafs de editie hebben gevolgd van een halve eeuw geleden. Een eigen keuze uit de dagboeken had misschien iets mooiers opgeleverd.
COEN PEPPELENBOS
WILLIAM SOUTAR: Dagboek van een stervende. Vertaald door Harry Oltheten. Vorroux, Bodegraven, 312 blz. €27,50
Eerder gepubliceerd in de Leeuwarder Courant, op 26 april 2007
Geen opmerkingen:
Een reactie posten