Iedere stad heeft zijn eigen Uitmarkt. In Leeuwarden kun je ook uit en vandaag kon je bij alle organisaties langs om te kijken wat ze in huis hadden. Doeke en ik waren uitgenodigd om voor te gaan lezen voor het Anna Blaman Huis. Het ABH had een stand tussen Tresoar en de Afuk (bekende uitgaansgelegenheden in Leeuwarden).
Nettie, Truus en Gerda ontvingen ons hartelijk.
Alleen: er was bijna niemand en zeker niet iemand die in het 'fertelhok' (een omgebouwd rookhok) wilde luisteren naar mooie literatuur. Zie op de volgende foto's hoe desolaat het was.
Veel geleerd ook vandaag, bijvoorbeeld wat 'lûkpûden' zijn. Je hoort ze op het volgende filmpje dat een mooi sfeerverslag is op de achtergrond, terwijl Truus gewoon de krant probeert te lezen.
Ach ja, het kan voorkomen. Je dag is verloren, maar je probeert er het beste van te maken. En toen kwam er een vrouw aan de kraam die vroeg of ik Coen Peppelenbos was. Ik knikte gretig. Eindelijk een kklant, dacht ik nog. Maar deze vrouw, Froukje heette ze, kwam zich beklagen. Ze had me al eerder gezien bij het jubileum van het Anna Blaman Huis en nu zag ze me hier weer, terwijl ik een tijd geleden (een paar jaar geleden om precies te zijn) zo ontzettend slecht over het Anna Blaman Huis had geschreven in De Moanne (dat is een Fries literair-cultureel tijdschrift). Ik probeerde nog uit te leggen dat het vooral ging over mijn tijd als bestuurslid van het ABH, maar Froukje wilde mij ter verantwoording roepen.
'Het is wel een beetje dubbel,' zei ze bozig, 'dat je hier nu staat.'
Ik heb maar niet uitgelegd dat Doeke en ik voor niets optraden (net als eerder) en alleen ons treinkaartje gedeclareerd wilden hebben, want Froukje dacht met een laatst uppercut het gevecht gewonnen te hebben.
'Ik bedoel,' zei ze, 'ze verkopen wel mooi jullie boeken.'
'Die heb ik zelf meegenomen,' antwoordde ik, waarop ze boos en monkelend wegliep. Froukje bleek de oude baas te zijn van het Anna Blaman Huis. Godzijdank hebben ze nu Nettie.
Even later kwam een dame van 'city promotion'. Ze keek naar de kramen en zei: 'Wat een mooi weer, hè!'
We zeiden dat deze plek niet de meest gelukkige van de stad was. De loop zat er niet echt in immers.
'Bij Herman Finkers in De Harmonie is het anders heel druk,' zei ze, terwijl ze weer op haar fiets stapte op weg naar nog zo'n hoogtepunt.
Gelukkig liep er nog wel een mooie donkere man in blauw pak en kwamen we even later Aggie van der Meer tegen die de door Frysk en Frij bij De Slegte gedumpte boeken van zichzelf zat te signeren. Ook hier liep het niet echt storm.
Om half vijf vertrokken we met de 'Ubbo Emmius' weer naar Groningen.
3 opmerkingen:
Hahaha. Gofferdegoffer, dan sta je daar op een tochtig industrieterrein met je poezie. Nog een boze heks erbij, a perfect day Coen.
Nou, tochtig industrieterrein, dit is dus midden in Leeuwarden, maar een beetje aan de rand. Tussen de Oldehove en de Koperen Tuin zeg maar.
Ach, ik was een paar jaar geleden bij de Uitmarkt in Rotterdam. Dat was ook geen succes. Het was er wel druk. Dat wil zeggen, bij de eettentjes. Bij alles wat met cultuur en ´uit´ te maken had kwam geen kip.
Een reactie posten