Worst uit Drenthe
De plattelandsroman is helemaal in. Nadat trendsetter Gerbrand Bakker met ‘Boven is het stil’ terecht veel waardering ontving, brengt iedere uitgever een eigen rurale roman uit. Ook de debuutroman Familievlees van de in Sneek geboren Martin Hendriksma hoort in dit genre thuis.
Hoofdpersonen zijn vader Harmen Barels en zijn tweelingzonen Warmont en Victor. Het verhaal begint in 1902 en eindigt in de jaren zeventig van de vorige eeuw en in die tijd maken we de opkomst en neergang van een familiebedrijf mee. De jonge Barels komt uit Drenthe en blijft hangen in Hindeloopen waar hij werk vindt en zijn toekomstige vrouw. Wat doen ze op zijn verjaardag: ‘allemaal nipten ze in de achtertuin van de zelfgestookte Berenburg.’ Na een noodlottig ongeluk waarbij hij een paar vingers verliest, gaat Harmen met zijn vrouw terug naar Drenthe om daar zijn geluk te beproeven. Hij komt bij een varkenshandelaar, maar al snel is hij eigen baas. Hij bouwt zelfs een slachterij en vanaf dat moment is Harmen een man van aanzien in het dorp. Af en toe komen de heit en mem van zijn vrouw nog uit Friesland over. ‘Hartstochtelijk snoof ze de geur van hazelnoten en anijs op uit het meegebrachte presentje: de trommel met Friese duumkes.’
Maar vader Harmen wordt ouder en de extraverte Warmont mag op een gegeven ogenblik de vleesfabriek overnemen, tot geluk van de introverte boekenwurm Victor. Hendriksma neemt dan grote stappen: gerommel in de tweede wereldoorlog wordt vluchtig beschreven. De grote concurrent de ‘Leverunie’ laat Warmont vermoorden, Victor komt tegen zijn zin aan het roer van de onderneming. Het gaat slechter met de fabriek met de lekkerste worst. Het leest lekker weg, maar nergens wordt het verhaal spannend of verrassend. Dat komt omdat geen enkele verhaallijn een echt dwingende noodzaak heeft.
Thomas Rosenboom zou een van de hoofdpersonen een karaktereigenschap meegeven waardoor je bij elke handeling op het puntje van je stoel zit, Hendriksma handelt de zaken een voor een af. Pas helemaal op het einde van de roman komt er een aparte wending, als Victor op de plaats van de failliete fabriek een enorme toeristische berg creëert in het Drentse landschap. Maar die verrassing komt te laat en wordt op een te snelle manier uitgewerkt. Ook stilistisch valt de vergelijking met collega’s Rosenboom en Bakker in het nadeel van Hendriksma uit: nergens vind je een mooi geformuleerde zin. In zijn tweede roman moet hij maar bewijzen dat hij van een plattelandsroman ook literatuur kan maken.
Coen Peppelenbos
MARTIN HENDRIKSMA: Familievlees. De Geus, Breda, 384 blz. €21,50
Eerder gepubliceerd in de Leeuwarder Courant, 28 maart 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten