Hieronder alle publieksnominaties voor de Tzum-prijs 2008. P.F. Thomése ligt in de nominaties voorop, samen met Herman Franke en Jeroen Brouwers (die vorig jaar de Tzum-prijs won). Een van de genomineerde zinnen (uit Anton Valens - Dweiloorlog) is afgekeurd, omdat het uit een roman van dit jaar komt. De jury (bestaande uit Roos Custers, Coen Peppelenbos en Nick ter Wal) zal de komende week nog eigen nominaties toevoegen.
Jeroen Brouwers: Datumloze dagen
Hoe ouder je wordt, hoe almaar uitgestrekter je verleden, hoe meer het lijkt dat je leven uit een opeenvolging van faillissementen heeft bestaan. (blz.9)
Jeroen Brouwers: Datumloze dagen
Nooit eerder geweten, nooit eerder gehoord dat eekhoorns een soort tsjilpend, kriepend, krekelig geluid blijken uit te stoten, dat ze elkaar onder het voortrennen toeschreeuwen alsof ze, als elkaars gps, onderling de juiste vluchtroute doorgeven.
Jeroen Brouwers: Datumloze dagen
Wij zijn maar mensen.
Saskia Coster: Held
Er zijn mensen die als een belediging je leven binnenvallen.
Saskia Coster: Held
Kwelgeesten wier enige bedoeling het lijkt om tot het einde van je bestaan je struikelblok te zijn, de steen waaraan je je keer op keer zal stoten.
Hans Dorrestijn: Dorrestijns Vogelgids
Wel veel landschappen in de poezie en veel weer: heuvels en dalen, er waait wind, het regent, er stromen beekjes, we zien bloemenweiden met witte wolken daarboven zeilend, pastoralia genoeg, maar geen Distelvinken, geen Smellekens, geen Langsnavelpiepers, niks!
Stephan Enter: Spel
Terwijl hij zo staat en de kou in zijn blote armen en borst voelt trekken, ruikt hij de geur van druppels die in het dorre gras en op het gloeiende asfalt van het viaduct vallen en als knikkers van stof in het droge zand blijven liggen.
Stephan Enter: Spel
Het opvallendst aan Pieter waren de mosgroene parka die hij alle seizoenen droeg, en zijn bijnaam Pietanusgas.
M.Februari: De literaire kring
Aardige mensen waren het allemaal, vanavond, maar chrysanten zijn ook aardig, zei ze lichtelijk vermoeid tegen zichzelf, nu wilde ze even iets verstandigs horen-ze besloot de televisie aan te zetten om naar het nieuws te kijken.
Herman Franke: Uit het niets
‘U kijkt achter de schutting,’ zei een vrouw die ik de oogopslag van een schrijver had gegeven, hoewel ze me voortdurend had aangekeken met de blik van een koe in de wei.
Herman Franke: Uit het niets
Dit portret is uit zijn lijst gegroeid, en buiten de lijst heeft een portret geen begrenzingen, een lijst is geen dijk die als hij doorbreekt in de rug wordt gedekt door een slaper, buiten de lijst heerst de vrijheid van het uitdijende heelal, buiten de lijst is een portret een platoons idee zoals romans buiten de kaft het verhaal van alle mensen vertellen.
Herman Franke: Uit het niets
Mijn geboorte was een verhaal, het schrijven van portretten zat in mijn bloed en ik droomde van boeken; dan word je geen reclametekenaar of artsenbezoeker.
Erik Jan Harmens: Kleine doorschijnende man
Ik wachtte nog een minuut, stond op, voegde me bij P, omvatte haar hals alsof ik een meerval binnenhaalde en duwde op haar onderrug als op een kurk die niet meer in haar fles wil, liet P weer achter, ging aan mijn bureau zitten, keek wat Tokio had gedaan, telde steeds tot 60 en dan tot 3600 en dan tot 18000, waarna ik naar de board room liep voor een lunchvergadering waarin ondermeer mijn concept zou worden doorgesproken.
Arie Storm: De bruid en de kogel
Het ergste wat je kan overkomen, is als je, zoals in It's a Wonderful Life gebeurt, geheel wordt weggeschreven uit de geschiedenis, overpeinsde ik terwijl ik aan mijn penis rukte.
Arie Storm: De bruid en de kogel
Nee, dit is een zin waar ik niet uit ga komen (hoeft niet te worden ingestuurd voor de Tzumprijs).
P.F. Thomése: Vladivostok!
Conflicten, weet je, waren zo gedatéérd, zo uncool, zonde van je energie, ze stamden uit simpeler wereldbeelden, de grote tijd der dichotomieën, toen vriend & vijand, mijn & dijn, goed & kwaad, noem het gelul maar op, nog gezaghebbende begrippen waren en het één nog duidelijk tegenover het ander stond, terwijl nu alles in elkaar overvloeide en alles met alles was gaan samenhangen, wat breken en botsen tot achterhaalde uitingen had gedegradeerd.
P.F. Thomése: Vladivostok!
De enige intieme kwesties waar Portielje mee kwam aanrennen waren zijn eindeloze veroveringen, die hij als een hijgende jachthond braaf kwam apporteren bij het baasje.
P.F. Thomése: Vladivostok!
'Een oceanisch zwelgen in de onbekende mogelijkheden van de taal was het en het gaf hun stilletjesaan een geilachtig gevoel, zodat op den duur hun geslachten, verstopt in het donker, dik en lui aan het zwellen waren.'
Floortje Zwigtman: Tegenspel
Dat zoiets vrolijks als een ballon verkocht kon worden door een man met zulke holle, uitgebluste ogen, was voor mij het bewijs dat er in deze wereld geen echte vrolijkheid kon bestaan.
2 opmerkingen:
Jeroen Brouwers met "Wij zijn maar mensen." Maar dat deed Kamagurka jaren geleden toch beter met "Eigenlijk zijn we slechts bestaande wezens." Meer scrabblepunten ook.
Alhoewel 'De zee is lechts koude soep' nog beter was.
Een reactie posten