Sjoerd-Jeroen Moenandar bij de Dichtclub

Het was gisteren weer de eerste van de maand: dus Dichtclub. Direct vanuit de collegezaal ben ik naar café Marleen gegaan. Daar kon André Degen alvast de felicitaties in ontvangst nemen van Stefan Nieuwenhuis voor zijn debuutbundel die volgend jaar gaat verschijnen bij Uitgeverij kleine Uil.

Een zeer opgetogen Jan Glas liep rond (door Karel ten Haaf aangekondigd met de woorden: 'Deze maand heeft hij geen prijs gewonnen.') met de nieuwste Krödde die voor het eerst in 23 jaar een nieuw omslag heeft gekregen. Volgens Jan was hier sprake van een kleine revolutie.

Sjoerd-Jeroen Moenandar was gastdichter en hij bracht zijn gedichten met verve. Na de pauze droeg hij er zelfs twee uit zijn hoofd voor tot het moment dat er opeens een mobieltje afging in het publiek. Een mobieltje met een muziekje en dat was afkomstig van muzikante Nina Swart die zich geneerde dat het een aard had, zeker toen er ook nog een foto van genomen werd. Na die korte onderbreking pakte Sjoerd-Jeroen de draad van het gedicht gewoon weer op en bracht het binnen enkele regels tot een eind waarna een groot applaus volgde.


Even later mocht Nina Swart zelf aan de bak. Met haar accordeon ondersteunde ze de gedichten van Rense Sinkgraven. 'Jullie mogen de mobieltjes gerust aandoen,' zei ze, nog steeds een beetje beschaamd. En zo werd het toch een vrolijke boel op deze regenachtige dag.