Op Literatuurplein schreef Annemiek Neefjes een column die begon met de PVV en eindigde met de teloorgang van de literatuur. Onderweg kwam het Basisboek Literatuur langs.
'In bijvoorbeeld het pas verschenen Basisboek literatuur, bedoeld voor onder andere de lerarenopleiding Nederlands, wordt de lectuur van Carry Slee, Rosita Steenbeek en Saskia Noort gelijkgesteld aan begaafde literatuur als van Hafid Bouazza en Thomas Rosenboom.'
En dat is natuurlijk heel fout. Even los gezien van het feit dat dat niet in het boek staat. Neefjes doet net of ze het gelezen heeft, maar deze namen heeft ze uit een column van Arjen Fortuin (een week later nuanceerde hij die column). Ze kent een boek niet en neemt wel een opmerking daarover op om de neergang van het literatuuronderwijs en de algemene culturele kennis mee te onderstrepen.
Ik schreef:
'Ik kan me niet helemaal aan de indruk onttrekken dat Annemiek Neefjes haar kennis over het Basisboek Literatuur alleen maar ontleent aan een column van Arjen Fortuin in de NRC anders had zij niet geschreven dat de lectuur van 'Carry Slee, Rosita Steenbeek en Saskia Noort [wordt] gelijkgesteld aan begaafde literatuur als van Hafid Bouazza en Thomas Rosenboom'. Dat gebeurt namelijk niet in het Basisboek. De genoemde auteurs en de opmerking die er bijstaat heeft ze rechtstreeks overgepend uit de krant. Is dat niet een beetje de teloorgang van de kritiek: een boek een sneer meegeven zonder het zelf gelezen te hebben? Over onverschilligheid en gemakzucht gesproken.
In het Basisboek Literatuur (waarvan ik een van de auteurs ben) worden veelgelezen schrijvers gezet naast schrijvers die door de critici gewaardeerd worden of die in de ogen van de critici een hogere status hebben. Er wordt nergens, maar dan ook nergens in het boek gezegd dat ze gelijkwaardig zijn of van hetzelfde literaire niveau zijn. (Daarnaast: over de literaire kwaliteiten van Rosita Steenbeek wil ik nog wel een twistgesprek beginnen.) Het Basisboek Literatuur is juist een pleidooi voor meer (historische) literatuur op de lerarenopleidingen, juist een pleidooi voor een verzwaring van het curriculum. Het gaat in het Basisboek Literatuur juist over het opklimmen in niveaus (waarbij een jonge lezer kan beginnen met Carry Slee en via verschillende stappen kan komen tot Harry Mulisch.
In het Basisboek Literatuur komt een groot hoofdstuk voor waarin ingegaan wordt op argumenten van critici, ook wordt er ingegaan op de poëtica's van schrijvers (en critici). Bovenstaande column is een prachtig voorbeeld om te analyseren. Het napraten van andermans column vind ik namelijk niet zo heel erg sterk.
Overigens kwam Fortuin een week na zijn eerste column terug op zijn overhaast getrokken conclusies en daarin is hij zeer te prijzen. Het zou Neefjes sieren als ze haar mening die ze baseert op die eerste column uit de NRC, zonder het boek zelf gelezen te hebben, terugneemt.'
Als je als tv-recensent je stukje schrijft naar aanleiding van de kijkervaring van de buurvrouw en je neemt een paar grove fouten op, dan word je ontslagen of op z'n minst berispt. Neefjes niet. Verontschuldigt zich niet voor haar onkunde, maar ratelt gewoon verder.
'Coen Peppelenbos vertelt in zijn reactie nog eens hoe het werkt volgens het Basisboek Literatuur: je begint met Carrie Slee en je eindigt met Harry Mulisch. Dit is precies waarom ik in mijn column schrijf dat hij onvergelijkbare auteurs aan elkaar gelijkstelt. Hij ziet Slee en Mulisch als treden van eenzelfde trap. Maar hoe komt hij daarbij? Wie gelooft er nou dat je via Slee uiteindelijk bij Mulisch aan zult komen? Slee is een keldertrapje en Mulisch een uitschuifbare ladder.'
Moet je daarop reageren? Mijn God, geschreven door iemand die stelt 'onverschilligheid kan leiden tot wrok. Al die kinderen die straks het leven instappen zonder verhalen, zonder kennis van boeken, zonder lering in kwaliteit. Ze stappen regelrecht de leegte in.' Borreltafelpraat: dat is de intellectuele discussie in ons land, door literaire critici die zich laatdunkend uitlaten over een boek dat ze aantoonbaar niet gelezen hebben. Nog één keertje dan.
Laten we eerst vaststellen dat Neefjes het Basisboek Literatuur niet heeft gelezen. Ze reageert eerst naar aanleiding van column en doet het nu naar aanleiding van mijn reactie. Neefjes blijft dus lui en kortzichtig. Daarnaast leest ze nog niet goed ook (nou ja, ze leest helemaal niet, dus wat kun je eigenlijk ook anders verwachten).
Allereerst blijkt uit haar reactie al dat ze niet op de hoogte is van het vorig jaar verschenen boek Het oog van de meester van Theo Witte waarin zijn uitputtende promotieonderzoek staat over literatuuronderwijs (in elke krant besproken, dus Neefjes had er op zijn minst over kunnen lezen, het boek zelf lezen zal wel weer te lastig zijn). Daarin wordt juist dat idee van een trap uitgewerkt. Behalve heel intelligente lezers als Annemiek Neefjes die op hun twaalfde al De ontdekking van de hemel lazen, beginnen de meeste leerlingen toch met Carrie Slee. In dat proefschrift wordt dat allemaal duidelijk uitgelegd en onderbouwd met heel veel onderzoek. Misschien moet Neefjes een beetje van het idee af dat iedere lezer vergelijkbaar is met Hella S. Haasse die Moby Dick las.
Ten tweede gebruikt Neefjes een afgezaagde argumentatietruc. Een argument van mij aanhalen en vervolgens zeggen dat dat je eigen gelijk bevestigt. 'Dit is precies waarom ik in mijn column schrijf dat hij onvergelijkbare auteurs aan elkaar gelijkstelt.' a: dat schreef Neefjes niet in haar stukje, want dat was gebaseerd op een column van Fortuin en daar stond mijn naam niet in, noch die van de andere auteurs; ze wist niet eens dat er een 'hij' bij betrokken was. b: door een standpunt te herhalen wordt deze niet beter onderbouwd. Zeker niet als die ook nog gevolgd wordt door een retorische vraag: 'Wie gelooft er nou dat je via Slee uiteindelijk bij Mulisch aan zult komen?' Nou Neefjes: iedereen die wel eens een wetenschappelijk onderzoek tot zich heeft genomen. c: ik herhaal het hier nogmaals (maar ik denk dat Neefjes straks weer glashard beweert dat ik haar gelijk geef) voor de goede lezer: ik stel onvergelijkbare auteurs niet aan elkaar gelijk en dat gebeurt ook niet in het Basisboek Literatuur dat Neefjes niet eens heeft opengeslagen. Er staat juist in het Basisboek Literatuur een uitgebreid hoofdstuk hoe men tot een waardering komt. Er wordt juist in het boek nader ingegaan op kwaliteits- en niveauverschillen. Sterker nog: het Basisboek Literatuur stelt juist (in navolging van het onderzoek van Witte) hogere eisen aan leerlingen en studenten, wil juist dat men meer leest en beter leest. Het Basisboek Literatuur kun je lezen (als je daartoe tenminste de moeite neemt) als een pleidooi voor meer historische letterkunde.
Ik snap dat iemand af en toe een wat naïeve opmerking maakt, maar dat iemand persisteert in haar onnozelheid en zich er ook nog op voor laat staan dat deze voortkomt uit luiheid vind ik wat onbegrijpelijk. Ga eens aan het werk Neefjes.
2 opmerkingen:
Wat is begaafde literatuur? Wat een armoedige manier van uitdrukken! En als we er dan goedmoedig vanuit gaan dat dat literatuur is, geschreven door begaafde auteurs (wat ook al het werk lijkt van een begaafde pleonast), ook nog eens uit alle mogelijkheden met Hafid Bouazza aankomen. Mulisch als uitschuifbare ladder daarentegen, da's een vergelijking waar een prijs voor moet worden uitgevonden. Mon dieu!
Ik vind het een mooi boek. Coen. Ik heb me er een hele treinrit Groningen-Naarden behoorlijk mee vernuverd. Alleen de toneelafdeling vond ik wat oubollig. Dat kan komen omdat jullie er minder mee hebben of omdat ik er teveel verstand van heb. Maar proza en poezie is puik en fris.
Een reactie posten