Vandaag onder meer in Musée de Cluny geweest om Alfred het beroemde wandtapijt te laten zien ('een fijn stukje borduurwerk'). Het wandtapijt is het hoogtepunt van het museum: de oude opgravingen en kerkelijk roofgoed is ook elders te vinden. Gelukkig liep er ook een 'meedogenloze jongen' rond die ik nooit helemaal goed op de foto kreeg - of bewogen, of een raar mondje of in een te donkere kamer met alleen maar gebrandschilderde ramen.
Via Jardin du Luxembourg naar la Grande Arche in La Défense. Het hele gebied is een beetje in verval. De Arche blikkerde je vroeger toe in het zonlicht, maar de aanslag van jaren luchtvervuiling laat zich ook hier gelden. Wel naar boven gegaan. Slechts 1 lift was in gebruik omdat haast niemand naar boven wilde. Daar valt een beetje in te komen. Behalve het uitzicht (boven is er geen bordje dat wijst naar het uitzicht buiten en als je eenmaal bent doorverwezen herinner je je weer dat je slechts aan één kant kunt komen met uitzicht op de binnenstad, deels aan het zicht onttrokken door de hoge torens ervoor.
Binnen bovenin de Arche is het armoe troef: een troosteloze tentoonstelling van oude computers, een souvenirshop waar niemand kwam een barretje dat dicht was en een tentoonstelling met heel erg beroerde amateurkunst. Ze hebben echt iemand zonder smaak losgelaten daar. Ben wel even naar de wc geweest omdat ik het een aardige gedachte vond dat er een afvoerbuisje met mijn plas van zo hoog naar beneden zou gaan. Ik moet uit kleine dingen mijn genoegens halen. In een haveloos filmzaaltje (waar het filmdoek vervangen was door een flatscreen-tv) zagen we een documentaire over de bouw van la Grande Arche. Licht verontrustend was dat de politici die een rol speelden allemaal vervangen waren, of dementerend of dood: Kohl, Thatcher en Mitterand.
Rond de Arche ook veel verval: weinig mensen, vervagende kleuren, tegeltjes die afgebroken zijn. Planten die aan de voet van de Arche beginnen met de overwoekering.
Gelukkig zijn er in de steenmassa van La Défense ook mussen te vinden en zit er in het belendende caféetje een kat in de struiken, anders zou je denken dat dit een zielloze omgeving is.
En gelukkig ligt er nog eens een manager in het weinige gras.
Met de metro naar de Arc de Triomphe. Voor het eerst er ook bovenop geweest. Er was ook een jongen met een gebroken been en twee krukken die alle trappen opgeklommen was.
Later bleek het iets minder heroïsch te zijn: er is ook een lift die tot vlak onder de top gaat. Om positief te eindigen: de fontein van Tinguely doet het weer: een onderhoudsbeurtje was noodzakelijk, maar vanavond spoot alles weer.
Voor mensen die niet van reizen houden is er ook troost. Alfred en ik waren vandaag ook twee keer op Kerkenpad en alhoewel de kerken rijker versierd zijn, zijn de orgels mooier in Groningen! (Deze uitspraak ook in het kader van mijn campagne om Groninger van het jaar te worden.)
3 opmerkingen:
Ik was vorig jaar mei in La Défense, met veel zon erbij, en ik vond het een levendige kantorenwijk, waar het toch best wel bruiste!
Fijn dat je Tinguely nog even in werking hebt gezien, 1 van de leukste pleintjes van Parijs.
En tot slot goed nieuws: bij de boekpresentatie volgende week gaan we weer een meedogenloze bromnozem inhuren!
Als je terugbent moet je 'a year in the merde' lezen. (Stephen Clarke). Een mooi inside portret van de Parijse samenleving. Oergrappig. Geen eifeltorenhoge literatuur, maar fijn tegen de ontwenningsverschijnselen.
@ Frank: Misschien is het nu ook extra uitgestorven omdat het vakantietijd is en de meeste managers weg zijn (of heeft de recessie hard toegeslagen).
@ erik: ik lees nu The Flaneur van Edmund White. Ook prettige lectuur. De titel van Clarke belooft veel goeds.
Een reactie posten