Voor mijn generatie is het al bijna weer hip om Mouth & McNeal hip te vinden, net als de Rubettes, The Osmond Brothers en The Bay City Rollers; de generatie voor mij heeft slechts een paar iconen. Als het om popmuziek gaat dan komen ze altijd aanzetten met de verschrikkelijke Bob Dylan: geneuzel van clichés in de microfoon ondersteund met wat beroerde gitaaraccoorden of wat amechtig geblaas in een mondharmonica. Dat moet dan de Nobelprijs voor literatuur krijgen, zeggen ze, omdat ze nooit meer een boek lezen.
Als het om literatuur gaat dan komen ze altijd aanzetten met Charles Bukowski (en sommigen spreken zijn naam dan ook nog uit als Bjoekouvski): een dronkenlap die voornamelijk over zijn dronkenschap schreef. Meestal zijn het mensen die bezopen in het café tegen je aan hangen en altijd zeggen dat ze bezig zijn met een meesterwerk, dat natuurlijk nooit af komt.
Morgen 5 november treden Bert Hadders en Herman Sandman op in Café Marleen om 21.30 (een normaal mens maakt dan al aanstalten om naar bed te gaan). Hadders heeft een voorkeur voor Bukowski, Sandman leest een verhaal over Bob Dylan voor. Ik kan niet anders dan oproepen om deze voorstelling te boycotten. Ga morgenavond niet naar Café Marleen! Kom vanavond maar naar de Dichtclub.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten