Er zat een wat boze man in de Offerhauszaal. Bij het vragenrondje na de lezing van Tonnus Oosterhoff over poëzie op het internet wilde hij kwijt dat hij het gedeelte voor de pauze, verzorgd door Yra van Dijk niet zo goed vond. 'Wat voegt dat nou toe aan die gedichten?' vroeg hij op zo'n toon dat je het antwoord ook kon bevroeden. Van Dijk bleef aardig antwoorden en op een gegeven ogenblik werd er maar een eind aan de kleine nogal ongemakkelijke discussie gemaakt. Toen Yra van Dijk om kwart voor tien de zaal uitliep kreeg ze een bemoedigend applaus van de rest van het publiek.
Het deel voor de pauze had ik gemist omdat ik elders in het gebouw bij het afstuderen van onze eerstegraads studenten zat. De mooie bewegende beelden van Oosterhoff had ik dus niet gezien. Hij ging in op de lezing van Van Dijk en daarna op de vragen uit de zaal. Achter hem zag je steeds een groot scherm waarop nog te lezen stond hoe de bestanden heetten en in welke mapjes ze zaten. Vooral de mapjes 'tochdoen5a' en 'tochdoen5b' waren intrigerend.
Het was opmerkelijk dat Oosterhoff zijn indeling bij de postmodernisten (door Van Dijk) verwierp. Die gaan er vanuit dat er niet één kenbare werkelijkheid is en volgens Oosterhoff bestond die, hoe ingewikkeld dan ook, zeker wel. Hij vond het ook zeker een compliment als mensen door zijn gedichten ontroerd werden. Niet de makkelijke ontroering ('dat heb mijn broer ook'), maar uiteindelijk wilde hij de lezer toch raken.
Of hij het prettig vond dat hij macht had vroeg een student naar aanleiding van zijn internetgedichten. Dat was een vraag die ik me zelf ook wel eens gesteld had, want de gedichten op zijn site dwingen je in een tempo. Je kunt niet sneller dan Oosterhoff zijn animatie heeft ingesteld. Dat pesten van de internetlezer stemde de dichter wel vrolijk.
Een andere student legde een link tussen de stotterende manier van vertellen en de wijze waarop de internetgedichten zijn opgebouwd. Oosterhoff zei dat hij a een grote sympathie had voor de meeste stooteraars en b zelf absoluut niet hakkelde, nou ja, miscchien een beetje. En c, de communicatie verloopt beter als je ziet dat de spreker bezig is met de formulering van zijn gedachte. Dat is beter dan wanneer je iets van papier leest.
We zagen weer veel bekenden in de zaal: toet Groningen (de voltallige Tzum-redactie, Arjen Nolles, Nina Werkman, Andries Torensma) en Drenthe (Joep van Ruiten en John Vorenkamp) was aanwezig. Na afloop beslopen Roos Custers en Nick ter Wal de dichter nog voor een geheim project, maar aangezien dat geheim is, kan er hier niets over gezegd worden.
1 opmerking:
Nick: afstandelijk.
Een reactie posten