De blaren vallen
De blaren vallen, blad na blad,
Die allen sterven moeten,
Zij dwarlen langs het herfstig pad
In huiverende stoeten.
Zij zwieren rond, omhoog, omlaag,
Zij rusten en zij vluchten,
Wild voortgedreven door een vlaag
De laan is vol geruchten.
De blaren goud, de blaren geel,
De herfstwind doet ze vallen,
Zij zinken na wat wild gespeel,
Zij zinken, zinken, allen.
zaterdag 17 september 2011
Huiverende stoeten (2)
Op 13 september 2004 (ik was nog geen veertig!) publiceerde ik op dit blog een gedeelte van een gedicht dat mijn zus vroeger uit haar hoofd had geleerd. Ze kende het niet helemaal en wist ook niet wie de schrijver was. Gisteren kwam er een anonieme reactie op dat oude bericht met de resterende regels. Zo kon ik het hele gedicht vinden van Joannes Reddingius (1873 - 1944).
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Heb ik al die jaren een onvolledig gedicht opgedreund. Ik zal vanaf nu de resterende vier regels ook zeggen.(die komen me niet bekend voor dus zal mijn meester van de lagere school ze niet gegeven hebben)
Annet
Een reactie posten