1 Erik Menkveld - Het grote zwijgen
Dit voorjaar werd het Verzameld Werk van Alphons Diepenbrock (1862-1921) op CD en DVD uitgebracht. Voor mij was het een kennismaking – en ik vind het prachtig. Reden om de roman Het grote zwijgen van dichter Erik Menkveld te lezen, verschenen in 2011. Menkveld vertelt het aangrijpende verhaal van de vriendschap tussen Diepenbrock en de jongere journalist-componist Matthijs Vermeulen (1888-1967), en dat doet hij op onnavolgbare wijze, met een jaloers makend gevoel voor nuance. De vriendschap tussen beide mannen is aan veel golfslag onderhevig, maar blijft tot het eind van de Eerste Wereldoorlog intact. Vermeulen heeft dan net een punt gezet achter zijn ‘Jaar van Geluk’, oftewel: de verhouding die hij met Elsa, Diepenbrocks echtgenote, is aangegaan. Elsa en Fons blijven tot Fons’ dood bij elkaar, al is Jo, in Brussel, de grote liefde van zíjn leven. Behalve een portret van een vriendschap en een ongelukkig huwelijk is Het grote zwijgen (naar Nietzsche) ook een schitterend tijdsbeeld. We ontmoeten Mahler en Mengelberg en zoveel anderen, en leven mee met het leed van de Eerste Wereldoorlog in Vlaanderen en aan het Oostfront, neutraal als we zijn. Erik Menkveld schreef niet minder dan een meesterwerk.
2 Cees Nooteboom - Brieven aan Poseidon
Cees Nooteboom bezocht Groningen ter gelegenheid van het verschijnen van Brieven aan Poseidon, een indrukwekkende verzameling overpeinzingen waarin de sterfelijkheid van mensen centraal staat. Is de onsterfelijke god van de zee, ook bekend als de Aardschudder, nog wel in ons stervelingen geïnteresseerd? Zal hij de vragen die de schrijver hem stelt beantwoorden? Tijdens Het Grote Gebeuren mocht ik met Cees Nooteboom in gesprek – hetgeen ertoe leidde dat ik zes weken lang niets anders heb gelezen dan zíjn boeken: romans, verhalen, reisbeschrijvingen, gedichten en kunstbeschouwingen. Wat me opviel: precisie, consistentie, associatie.
Prachtige teksten om te lezen, juist ook hardop, gebeeldhouwde zinnen, een dwingend metrum, een feilloze en vaak verrassende woordkeus. Mooi om te ontdekken hoe zulke aperçu’s in een oeuvre passen, hoe deze Brieven verband houden met Rode regen, ’s Nachts komen de vossen en Scheepsjournaal. Bladerend in De atlas van Nooteboom, een fotoboek met fraai werk van Eddy Posthuma de Boer, viel mijn oog op een foto die in 1982 werd gemaakt op het Canarische eiland Hierro: de golven van de branding spatten tegen een rotswand uiteen. Cees Nooteboom schreef een gedicht bij die foto. Het begint zo:
Dit is het oudste gedicht op de aarde: de retorica van het water ontploft op het dogma van steen.Koen Schouwenburg in Tzum: ‘Goede literatuur geeft niet de juiste antwoorden, maar stelt de goede vragen. En dat is precies wat Cees Nooteboom doet in Brieven aan Poseidon.’ Helemaal mee eens.
3 Nop Maas - Gerard Reve Kroniek van een schuldig leven – 3. De late jaren 1975-2006
Hoe een angstige, ouder wordende man, die bij vlagen het mooiste proza en de mooiste poëzie schreef die in de vorige eeuw in de Nederlandse literatuur zijn voortgebracht, langzaam maar zeker verder vereenzaamt en onberekenbaarder wordt – niet in de laatste plaats door de manier waarop zijn liefdesvriend met hem omgaat. Als het beeld dat Nop Maas schetst van de relatie tussen Gerard Reve en Joop Schafthuizen niet zo aangrijpend realistisch was, zou je er wellicht om kunnen lachen. Maar daar is de werkelijkheid te wrang voor: dertig jaren van drank en gewelddadigheid – die desondanks, uit angst en vrees geboren, briljant werk opleverden, en nu, in drie delen, een briljante biografie. Nop Maas komt veel eer toe: met rode oren blijf je naar hem luisteren, terwijl je dit alles eigenlijk helemaal niet wilt weten.
4 Philip Snijder - Retour Palermo
Je bent voor of tegen. De recensies op het internet kraken Retour Palermo, Philip Snijders roman uit 2011, tot de grond toe af óf prijzen ‘m linea recta de hemel in. Saai, wijdlopig, schrijft de één. Een wervelend taalballet, vindt de ander. Mij was Snijders werk tot nog toe ontgaan – en ik was meteen verkocht. In Retour Palermo keert de ‘ik’ na dertig jaar terug in de stad die hij in de jaren zeventig als tiener met zijn vriendinnetje Ingrid bezocht, niet gehinderd door enige kennis van Italië of het Italiaans. In een vissersdorp maken ze kennis met de bewoners, die hen almaar begluren, en ze gaan in op de uitnodiging van de hippie Sandro en zijn vriendin Katia om hen Palermo te laten zien. Op basis van die gegevens bouwt Snijder een hilarische avonturen- en zedenroman, nu eens surrealistisch, dan weer fel realistisch. Gewone Amsterdammers willen graag een beetje Siciliaans zijn – en mede daardoor kantelen alle verhoudingen. Resultaat is een erotiserend, zelfs geil verhaal (even lijkt de ‘ik’ ook nog op zijn vriend Sandro verliefd te worden). Aanleiding om na zo lange tijd terug te keren is Sandro’s dood. Hij is een gevierd journalist geworden, zijn buste staat in een buitenwijk van de stad. Maar ook daar geldt: niets is wat het lijkt te zijn. Saai en wijdlopig? Welnee, een meesterwerk. Dat me acuut naar Zondagsgeld deed grijpen, Snijders voortreffelijke, autobiografische debuut uit 2007.
(NB: In het afgelopen jaar publiceerde Snijder een nieuwe roman, Het geschenk, maar dat ging fout. Hij gebruikt motieven uit zijn eerdere boeken: Palermo, het gezin van herkomst op het Bickerseiland in Amsterdam, Groninger voorouders. De hoofdpersoon in Het geschenk belandt in Musselkanaal. Daar praat iedereen een kinderachtig, knauwend Gronings dialect, en obligate oorlogsverhalen over de onderduik liggen er voor het oprapen. Jammer – gemiste kans. Snijder moet naar nieuwe thema’s op zoek.)
5 Annaserena Ferruzzi (red.) - De stedenverzamelaar. Italiaanse auteurs en hun stad
Het zal wel mijn hang naar Italië zijn, maar ik las in lang niet een zó geslaagde bundel als De stedenverzamelaar. Twintig merendeels jonge Italiaanse auteurs schreven een nieuw verhaal of kozen een fragment uit bestaand werk, met als verbindend thema de context van een grote stad. Die verhalen en fragmenten zijn heel verschillend, hetgeen het boek tot een plezierig gevarieerd geheel maakt; de steden waar de voorvallen zich afspelen worden van Noord naar Zuid bezocht. Een naakte vrouw in Turijn, wier lichaam wordt gebruikt als sushi-bar. Een verzamelaar van horloges (‘knollen’) in Genua, die ontdekt dat niemand kan weten hoe lang hij nog te leven heeft. Een ober in Napels, die schrijver wil worden, maar zelf het eerste slachtoffer wordt van zijn lust tot verzinnen. Bijna alle teksten maken benieuwd naar het verdere werk van de betreffende auteur. Komt bij dat De stedenverzamelaar door de Amsterdamse uitgeverij Serena Libri buitengewoon mooi en verzorgd is uitgegeven. Eén stad ontbreekt in het boek – Orvieto. Maar die omissie valt makkelijk in te lopen met De boekhandelaarster uit Orvieto, een opmerkelijke zwarte komedie van de jonge Italiaanse schrijfster Valentina Pattavina (1968). Gevlucht van Rome naar Orvieto, komt ze een intrigerende moordzaak op het spoor, die haar leven op de kop zet. Beide titels zijn aanraders!
6 Carolijn Visser - Argentijnse avonden. Van de Zwart Janstraat naar de pampa
Baas boven baas. Rosita Steenbeek (zie hierna) mag dan van Amsterdam naar Delphi zijn gefietst, wat een bewonderenswaardige prestatie is, haar inzet werd aan het eind van de jaren dertig overtroffen door Rinus van Mastrigt, die van Rotterdam naar Singapore pedaalde… Niet te geloven! Carolijn Visser tekende na een bezoek aan de Hollandse kolonie in Tres Arroyos, vijfhonderd kilometer ten zuiden van Buenos Aires, de familiegeschiedenis van de Van Mastrigts op – vader Rinus en moeder Ida, dochters Ida (Nederlands consul in Argentinië) en Miep. Resultaat is een zinderend verhaal over emigratie en onthechting, tegen de achtergronden van de Tweede Wereldoorlog in Azië, het Argentinië van Péron in de jaren vijftig en de turbulente veranderingen in het laatste kwart van de vorige eeuw. De lezer heeft meteen veel sympathie voor Rinus – voor zijn lef, en de tegenslagen die hem overkomen. En toch zien we hem gaandeweg in een grimmig chagrijn veranderen, die zijn gezin toeschreeuwt en terroriseert. Carolijn Visser schildert een genuanceerd portret. Een boek dat een bijzonder genre vertegenwoordigt, en binnen dat genre uitzonderlijk goed is…
7 Philipp Blom - The Vertigo Years. Europe, 1900-1914
Een verrassende maar erg aantrekkelijke keuze voor de Van der Leeuw-lezing, dit jaar: de Duits-Oostenrijkse historicus Philipp Blom, met Geert Mak als zijn secondant (zie hierna), en dat ook nog aan de vooravond van de verkiezingen in Amerika. Natuurlijk las ik The Vertigo Years, de overgangsjaren, anderhalf decennium dat aan de Eerste Wereldoorlog voorafging. Blom hanteert een bijzonder procedé: hij vertelt zijn geschiedenis van jaar tot jaar, zonder dat zijn personages weten dat de Groote Oorlog eraan staat te komen. Zo werd 1900 gekenmerkt door het enorme optimisme rond de wereldtentoonstelling in Parijs, en stond 1914 in het licht van een opmerkelijke moord – hoe Henriette Caillaux de Franse minister Gaston Calmette op straat doodschoot en met een crime de passion wegkwam, maanden voordat de schoten in Sarajevo vielen. Het is een kwestie van persoonlijke belangstelling en smaak welke voorvallen, incidenten, geschiedenissen een auteur neemt om een verhaal als dit te doen, maar Philipp Blom is zo’n orakel aan wiens lippen je blijft hangen. Knap hoor, tumult en vooruitgang – van industrialisatie tot feminisme, van psychologie tot muziek en schilderkunst. Een page-turner.
8 Rosita Steenbeek - Amsterdam-Delphi. Op de fiets naar het orakel
Een onverwacht verrukkelijk boek! Bewondering voor Rosita Steenbeeks moed om samen met haar Armeense partner, Art Khachatrian, een getraind fietser, aan zo’n onderneming te beginnen – en meer nog voor de manier waarop ze er een meeslepend en onderhoudend verhaal van heeft weten te maken, zonder de karakters of de belevenissen heldhaftiger voor te doen dan ze waren. Heerlijk parlando over echte mensen, over opluchting en tegenslag, geluk en verdriet. Op de avond van Sant'Oronzo (28 augustus, het Groninger feest van Bommen Berend) had ik met Art te doen. Ostuni is ongelooflijk mooi, weer zo’n stadje dat een pars pro toto voor heel Italië is, maar Art zat er bij aankomst volkomen doorheen… George en ik reden die dag, 28 augustus, door Ostuni naar ons agriturismo in Impisi, enkele kilometers verderop. ’s Avonds aten we aan de kust... We hadden net de Bellini-stationnetjes uit Laatste reis achter de rug: Barletta, Trani, Molfetta en het goddelijke Giovinazzo. Hoe konden we weten dat we in onze auto Rosita en Art domweg voorbijgereden zijn...? Ja, ook dat schept een band met een verhaal.
9 F. Springer - Met stille trom. Een journaal
Toch nog een nieuwe Springer, bijna een halfjaar na zijn dood op 7 november 2011. De bekroning van een oeuvre – en tegelijkertijd de opmaat ervan. Springer schreef de roman in 1962, na afloop van zijn diplomatieke dienstverband op Nieuw-Guinea, maar haalde het boek op het allerlaatste moment bij de drukker weg, niet tevreden over het portret dat hij van de Papoea-bevolking en het verlangen naar autonomie (los van Nederland én Indonesië) had geschilderd. Ten onrechte, blijkt nu, want Met stille trom is een adembenemend, rechttoe-rechtaan geschreven journaal van de wederwaardigheden en beslommeringen van Nederlandse bestuursambtenaren en lokale heersers in een verafgelegen deel van de binnenlanden van onze laatste kolonie in de Oost. Het is beeldend, realistisch, humoristisch, niets en niemand ontziend, kortom: een juweeltje, ook na bijna vijftig jaar. Springer debuteerde in 1962 met Bericht uit Hollandia. Met stille trom zou zijn tweede, opnieuw aan koloniaal Nederland gewijde, boek zijn geweest. Dat ging niet door. Maar wat een schitterend oeuvre zou erop volgen!
Gelijktijdig verscheen in maart 2012 het door Liesbeth Dolk samengestelde en geschreven Vindplaatsen: een prachtig album over Springers Indische jaren, met inbegrip van de vreselijke omstandigheden in de jappenkampen tijdens de oorlog. Dolk werkt aan een biografie van Springer. Vindplaatsen kondigt aan dat we daarnaar uit mogen zien.
10 Geert Mak - Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika
En weer is het indrukwekkend wat Geert Mak tot stand heeft gebracht: een reis van maanden door de Verenigde Staten en hun geschiedenis heeft zijn weerslag gevonden in een monumentaal epos. Dat is goeddeels te danken aan de wijze waarop Mak reist en schrijft: hij verzamelt indrukken en verhalen, en werkt die meteen uit. Zou hij het allemaal voor later verzamelen en opslaan, dan zou er geen uitkomen meer aan zijn – zoveel is het. Behalve prachtige beschrijvingen van het veranderende landschap, biedt Reizen zonder John ook tal van boeiende portretten (van presidenten als de Roosevelts, Kennedy, Johnson en Obama in het bijzonder) en een levendige biografie van de auteur om wie het allemaal gaat: John Steinbeck (1902-1968), die tot zijn eigen verrassing in het najaar van 1962 de Nobelprijs voor Literatuur kreeg voor meesterwerken als The Grapes of Wrath (1939) en East of Eden (1952). Vuistdik als Maks reisessay is: alles staat erin, maar daardoor mis je ook een heleboel. Paul Simon bijvoorbeeld – over New York of over de orkaan Katrina. Of Robert M. Pirsig, die in Zen and the art of motorcycle maintenance (1974) het noordelijk deel van Maks route aflegde. Te veel om op te noemen. Maar ook schrijven is keuzes maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten