zaterdag 2 maart 2013
Belcampogenootschap rekt eigen bestaan
Aan de bibliotheek lag het niet. Er was koffie vooraf, er was een borrel met hapjes na. De zaal was gratis ter beschikking gesteld. Er was een portret dat Philip Mechanicus van Belcampo maakte en dat ergens in het gebouw zwerfde weer naar beneden gehaald om een prominente plek te krijgen in het Belcampo leescafé. Er was zelfs een vitrine ingericht.
En dat was ook zo'n beetje alles, want het Belcampogenootschap herrees gisteren dan wel uit zijn as, er werd een redelijk onbekend verhaal van de schrijver voorgelezen, maar voor de rest gebeurde er bijna niets. Er zaten zo'n veertig a vijftig man in de zaal, waarvan het grootste deel van Drees trok. De meesten hadden Belcampo nog persoonlijk gekend, bleek na afloop toen de verhalen een beetje los kwamen.
Elze ter Harkel en Thomas de Boer hadden dan wel het stof van de laatste notulen afgeblazen, maar de bijeenkomst maakte één punt pijnlijk duidelijk: wat zouden we in hemelsnaam met Belcampo gaan doen? De Boer wees naar de zaal: de ideeën moeten van jullie komen, waarna er geen gezamenlijke brainstorm kwam, maar de borrel werd aangekondigd. De ambitie lag wel erg laag.
Zo werd al bij voorbaat vastgesteld dat het uitgeven van het Verzameld Werk van Belcampo onmogelijk was. Waarom? Waarom daar niet over door gepraat? Het moet toch mogelijk zijn om een paar duizend euro, desnoods met crowdfunding, bij elkaar te krijgen en dat werk uit te geven?
Belcampokenner Nick ter Wal was aanwezig, maar sprak helaas niet. Hij had juist voor gisteren een catalogus gemaakt voor antiquariaat Fokas Holthuis met bijzondere uitgaven en speciale foto's (zie dit bericht op Tzum). En zo zaten er vast wel meer mensen in de zaal die iets te vertellen hadden. Ze waren nu aanwezig. Ze vertrokken ook weer. Of ze ooit terugkomen is de vraag. Ik had niet het idee dat ik bij een heroprichting aanwezig was, wel bij de begrafenis van het Belcampogenootschap.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
Dag Coen,
Wat jammer dat de bijeenkomst waarop de foto van Belcampo werd teruggebracht naar het Leescafe zo tegenviel. Wat had je dan verwacht? Een spetterende Joop-van-den-Ende-show? Belcampo a-go-go? Jammer, maar zo werkt dat niet.
Want bedenk, drie maanden geleden was er bijna niets. Alleen de provincie reikte eens in de twee jaar een Belcampo-stipendium uit die leidt tot een publikatie. De naam van Belcampo zelf was erg weggezakt. Het laatste nieuws op de Belcampo-website dateerde van 2004. De naam “Belcampo Genootschap” was al bijna vergeten. Zo was de situatie toen Elze en ik besloten een poging te wagen de naam van Belcampo en zijn werk weer meer bekendheid te geven. Het Genootschap leek ons de beste weg hiertoe. Maar er was geen ledenlijst van het genootschap, er was niks. Zeker niet de laatste notulen die jij noemt. In drie maanden tijd hebben we enkele namen van leden kunnen achterhalen en toen leek het ons tijd met het initiatief naar buiten te komen. We hebben de terugkeer van het portret van Belcampo bewerkstelligd en grepen die gebeurtenis aan om het Genootschap bekendheid te geven. Het resultaat tot nu toe is dat er meer dan dertig belangstellenden zijn. Misschien in jouw ogen niet veel, maar het is een begin. Eerlijk gezegd waren we al blij dat het aantal aanwezigen op 1 maart boven de 25 kwam.
Jammer ook dat je niet hebt begrepen dat we het werk van Belcampo wel degelijk willen (laten) heruitgeven. Alleen kiezen wij daarbij niet voor het verzameld werk op papier, maar voor moderne media: website, printing on demand en e-books. Dat heeft het voordeel dat je klein kunt beginnen en uitbreidingen in de loop van de tijd kunt toevoegen zonder dat er telkens een nieuwe druk nodig is. Bovendien denken we dat we met goedkope e-books en pdf-bestanden meer mensen bereiken dan met een vast wel prijzig verzameld werk. Wij denken dat zo’n papieren uitgave een groot project is, dat veel geld vergt. Meer geld dan die paar duizend Euro die jij noemt. Maar uit je commentaar begrijp ik dat jij het met crowd funding niet zo moeilijk en heel goed uitvoerbaar acht. Ik kan me daar iets bij voorstellen, want jij hebt als bekend publicist toegang tot media als krant, radio en TV die wij niet hebben. Daarom, lijkt het me een prima idee wanneer jij dat verder ontwikkelt. Graag ondersteunen we zo’n initiatief en persoonlijk zeg ik toe dat ik meedoe tot een maximum van 250 Euro. Ik zie met belangstelling het marketingplan en andere zaken tegemoet. Waarschuw je me als de site in de lucht is?
Jammer ook dat de andere zaken die we gaan doen, niet tot je zijn doorgedrongen. Ik zal ze hier niet herhalen, als je belangstelling hebt sturen we ze graag per email toe. En al die andere mensen die zo mooi over Belcampo hadden kunnen vertellen? We hebben vooraf rondgevraagd. We hebben bijvoorbeeld Nick ter Wal, die jij expliciet noemt, enkele maanden geleden al benaderd. Maar hij reageerde niet. Pas toen de bijeenkomst van 1 maart werd aangekondigd, vroeg hij of hij de catalogus kon uitdelen. Dat was zijn bijdrage, verder niks. Dat er niemand anders aan het woord was, heeft niet aan ons gelegen.
Maar goed, jij denkt dat je op de begrafenis van het Genootschap bent geweest. Wij betreuren dat, maar gaan toch maar gewoon door. We denken dat de verhalen van Belcampo goed genoeg zijn om onze vrije tijd er aan te besteden ze meer en beter onder de aandacht te brengen. En dat er dan mensen zijn die onze aanpak bij voorbaat kansloos achten en negatief commentaar leveren, is jammer. Des te meer als ze er ook nog over schrijven in de hoop dat zoveel mogelijk anderen dat lezen. Dat zet ons op een achterstand. Maar dat zij zo. Het is niet anders.
Thomas de Boer
mede namens Elze ter Harkel
Deze reactie laat precies de kern zien van wat mij tegenviel. Anderen moeten met ideeën komen en ze ook nog uitvoeren.
Verder wijs ik nog even op DBNL: geef die lui alle Belcampo boeken en zij digitaliseren het oeuvre en daarnaast beschikken ze over een goede website. Klaar.
Het was een treurige bijeenkomst, terwijl de zaal vol zat met mensen die iets te vertellen hadden. Gemiste kans.
Dag Coen.
Leuk dat je meedenkt. maar DBNL is niet zo'n goed idee. Om te beginnen is het auteursrwecht daar niet geregeld. boeken kun je grais downloaden, dus auteurs ontvangen niets. Belcampo is nog niet 70 jaar geleden overleden, dus de rechten gelden nog. Bovendien publiceert DBNL in PDF. Wij denken dat een format als epub of mobi meer voordelen biedt. Belcampo schreef verhalen, het is dus handig als je vanuit de inhoudsopgave naar een hoofdstuk kunt springen. dat kan in PDF niet zo maar.
Gelukkig zijn er meerbelovende alternatieven. Wij kijken daar naar, maar het is leuk als je blijft meedenken.
vriendelijk groetend,
Thomas de Boer
Dat is merkwaardig. In je eerste reactie zeg je nog: 'Bovendien denken we dat we met goedkope e-books en pdf-bestanden meer mensen bereiken dan met een vast wel prijzig verzameld werk.' En nu is dat opeens niet meer goed.
Misschien is het beter om eerst je eigen eisen vast te stellen (bijvoorbeeld over royalty's). De meeste teksten op DBNL kunnen overigens gewoon online en op pdf-formaat bekeken worden.
Ik werk overigens bij een uitgeverij die epubs e.d. maakt. Die kunnen vooral financieel uit als je eerst een papieren versie maakt.
Een reactie posten