Vandaag De bruid en de kogel gelezen van Arie Storm (gedebuteerd bij De Arbeiderspers, daarna verder gegaan bij Prometheus en nu bij Mouria). De hoofdpersoon in deze roman is Arie Storm (die net zoveel verkoopt als Kluun)(waarmee de vraag of het feit of fictie is ook meteen is opgelost). Op bladzijde 86 staat:'James Stewart voerde ik al eerder in een roman op, in Afgunst. Daar zit hij in een doldwaze masturbatiepassage. Ik 'behandelde' die passage tijdens mijn gastles in het kasteel in Frankrijk. de hoofdpersoon - zeg maar ik, het is niet anders - trekt zich af, daarbij ziet hij het gezicht van James Stewart voor zich ('een raar moment') en dan volgt de zin: 'Het ergste wat je kan overkomen, is als je, zoals in It's a Wonderful Life gebeurt, geheel wordt weggeschreven uit de geschiedenis, overpeinsde ik terwijl ik aan mijn penis rukte.' Eigenlijk raar, vond ik destijds, en dat vind ik eerlijk gezegd nog steeds, dat ik hiermee niet de bekende Tzumprijs voor de beste zin in een literaire roman van het jaar heb gewonnen. Misschien veronderstelt de zin te veel voorkennis van de film. Oké. Door hem nu over te tikken zit hij in de herkansing. Dames en heren van de jury, let in de geciteerde zin maar niet op die eerste komma, die is misschien een beetje vreemd geplaatst.'
Even verderop op bladzijde 92:
'Mijn zus, mijn oudste zus, want om haar gaat het, zal deze regels niet lezen. Onze van dood en verdriet en dus misschien van liefde bezetene, aan de verdwazing van de liefde ten prooi... Nee, dit is een zin waar ik niet uit ga komen (hoeft niet te worden ingestuurd voor de Tzumprijs).'
Nou die laatste zin doet volgend jaar mee als de beste zinnen van 2007 gekozen gaan worden.
2 opmerkingen:
Een oervervelend boek. Ik begrijp niet, dat dit nog gelezen wordt.
Als je een mening hebt, is het ook goed om niet anoniem te reageren. Een argumentje kan ook geen kwaad.
Een reactie posten