De afgelopen twee weken in Den Haag geweest (hoezo zonvakantie, hoezo hittegolf). Het werd een werkvakantie waarin ik als schrijver van de route van Poëtisch Den Haag (verschijningsdatum november, voor andere poëtische wandelingen zie Uitgeverij kleine Uil) de hofstad van alle kanten bekeken heb.
Het gedicht over de bioscoop Metropole blijkt nu een soort afscheidsgedicht te zijn geworden, want toen ik er langsliep (vlakbij het Vredespaleis) waren ze bezig met de sloop. Als je goed kijkt (klik op de foto en hij wordt iets groter) zie je de rode bioscoopstoelen wachten op de grijpgrage kraan.
Op het Voorhout kon ik de jaarlijkse zomertentoonstelling van beelden meemaken. Deze keer zijn alle beelden van Botero. Dat is eigenlijk jammer, want juist die verschillende stijlen en materialen vond ik de vorige keren wel mooi. Botero zie ik (ook met schilderijen) het liefst per stuk. Een Botero in een zaal werkt omdat hij zo'n aparte herkenbare stijl heeft. Twintig Botero's slaan dood. Speciaal voor de weeklezer een kat.
Het mooie van de routes die ik tot nu toe gemaakt heb, zijn de uitzonderingen, de gekkigheden, de plekjes die niemand kent en de huizen waar niemand naar kijkt. Tenzij een dichter is opgevallen dat er wel een heel gek bordje aan de muur hangt.
1 opmerking:
Dank u voor den kattenfoto.
de weeklezer
Een reactie posten