In 1986 verscheen het boekje ‘Ons poëtisch Binnenhof’ bij Vroom en Dreesmann, volgens mij ter gelegenheid van de Boekenweek. Samenstellers Ernst van Altena en Jan Veldhuizen vroegen politici naar hun mooiste gedicht. Als je opnieuw door dat boekje bladert dan krijg je al snel nostalgische gevoelens naar de politiek van toen, in die mooie oude Tweede Kamer. Joop den Uyl koos voor een gedicht van Albert Verwey, Ria Beckers voor Pablo Neruda, Ina Brouwers voor Lucebert, Ed Nijpels voor Rutger Kopland, Bert de Vries voor Toon Hermans. De meest gekozen dichter was J.C. Bloem (vier keer).
Aangezien ik op dit moment bezig ben met het maken van Poëtisch Den Haag bedacht ik me opeens dat het aardig zou zijn om die vraag van toen te herhalen, omdat je veel te weten komt over onze politici, maar zelden hun literaire voorkeur. Ik heb ook het idee dat schrijvers en dichters minder vaak geciteerd worden in politieke toespraken.
Vanmiddag maar de daad bij het woord gevoegd en Wouter Bos en Mark Rutte de eerste mail gestuurd met daarin de vragen:
Wat is uw favoriete gedicht/ wie is uw favoriete dichter?
En: zou u in een toespraak eens een moderne dichter willen citeren?
Ik zal ook andere politici vragen.
Wordt vervolgd.
3 opmerkingen:
Is het de bedoeling dat hun antwoorden in je boek terecht komen? Plaats je het alleen op deze site? Of heb je er andere plannen mee?
Ik plaats het alleen hier op de site. Ik ben gewoon benieuwd of politici nog wel gedichten lezen. Heb inmiddels ook André Rouvout, Femke Halsema, Alexander Pechtold, Maxime Verhagen en Jan Marijnissen dezelfde vragen gesteld.
En Bas van der Vlies dan?
Groet,
Bart
Een reactie posten