hij hem

hij hem
Nu in de winkel

woensdag 2 januari 2008

Nieuwjaarsfeest gemeente Groningen

De eerste optredens van 2008 zijn al achter de rug. Rense Sinkgraven, stadsdichter van Groningen, had enkele dichters geregeld om op te treden tijdens het nieuwjaarsfeest van de gemeente Groningen. Het was alleen een beetje onduidelijk wat, wanneer, hoeveel of hoe. Op instructie van Rense was ik, na gehaast gegeten te hebben vijf over half acht in de Oosterpoort. Hele gebouw doorgelopen, maar geen dichter te zien. Terug naar de kassa. Meisje achter de kassa belde rond om te zeggen dat er 'een dichter' gearriveerd was. Ik wachtte vijf minuten op een meisje dat kwam en zei dat er zo iemand anders aan kwam. Vijf minuten later, nog steeds geen dichter gezien in het binnenstromende publiek, kwam er een ander meisje dat me naar de kleedkamer van de dichters begeleidde (ja, we hebben tegenwoordig kleedkamers nodig). Een uiterst gezellig onderkomen met een vloerbedekking die een andere dichter die wat teveel partypillen had geslikt op nieuwjaarsavond bijna tegen de grond sloeg vanwege de nawerking.

Maar toen ik binnenkwam, hingen er nog maar twee jassen van aanwezige dichters. Ik vroeg het begeleidmeisje wanneer en waar wij moesten optreden. Dat wist ze niet. Zij belde weer een ander meisje. Ik wachtte op dat andere meisje en zag beneden Anneke Claus rondlopen.
Het andere meisje kwam (de hoeveelheid aardige meisjes is onuitputtelijk in de Oosterpoort) en zij had gelukkig een programma bij zich. Ik had toch een e-mail gekregen van haar. Nee, dat had ik niet. Oh, wat gek. Het bleek dat ik drie keer moest optreden: het eerste optreden begon om 21.00 uur. Ik was dus meer dan een uur te vroeg.

Dan maar rondlopen en kijken naar de andere optredens, zoals de Bond tegen Harries. Tegen negenen waren de dichters Rense Sinkgraven, Kasper Peters, Anneke Claus, Karel ten Haaf en Sieger M. bij het podium van de Bond aanwezig. Die stond in de entreehal, waar ook een café was en waar ook heel veel mensen stonden die met elkaar wilden praten.
Waarom schreeuwt Rense zo, dachten we toen hij zijn eerste gedichten voorlas.

Maar ook Karel was nogal luid evenals Anneke.

Toen ik op het podium stond wist ik waardoor het kwam: het geluid uit de hele hal was zo luid dat je automatisch de neiging had om in de microfoon te schreeuwen.

Nadat het optreden van iedereen voorbij was, zouden er alleen nog maar kleine optredens van steeds twee dichters plaatsvinden voorafgaand aan grotere optredens in de zalen. Het meest succesvolle optreden (met zelfs gejuich na afloop) was in de grote zaal voordat Vrouw Holland de zaal zou platspelen. Het publiek zat rustig en was bereid om te luisteren en te lachen. Dichters van dienst waren Rense en Karel. Hier twee succesoptredens van Karel ten Haaf die voorlas uit zijn vuistdikke bundel Meisjespijn. Zijn gedichten zijn zo kort dat zijn inleidingen langer waren.


Vol goede moed keek ik uit naar het optreden dat Anneke en ik later (23.15) zouden verzorgen in de grote zaal. Eerst moesten wij als duo in de kleine zaal staan. Dat ging gelukkig goed. Goede microfoon en ondanks binnenlopende mensen een aandachtig gehoor.

Na ons trad de cabaretier Ronald Smink op die (hoorde ik later) er iemand uitstuurde: 'We kunnen twee dingen doen: of jij gaat weg of ik stop de voorstelling.'
Ik had een uur vrije tijd en ging weer op zoek naar Rense, maar die bleek net als de rest van de dichters onvindbaar. daarom maar een uur rondgedwaald en leuk gepraat met drie oud-studentes (waarvan 1 zwanger).
In de entreehal trad intussen Thomas Azier op. De zanger had zijn spijkerbroek steeds onder aan de kont hangen en moest elke keer als hij ging staan, zijn broek ophijsen. Was meer door dit fenomeen gebiologeerd dan door de muziek (volgens het programmaboek 'een mix van pop, jazz, funk en soul').


In de tussenzaal gingen intussen de voetjes van de vloer.

Tot mijn schrik zag ik dat in de grote zaal alle stoelen op de begane grond werden weggesleept. Ik keek in mijn programma en zag dat Anneke en ik voorafgaand aan de de band C-Mon & Kypski moesten optreden. Volgens het programmaboekje een mengeling van 'funk, rock tot polka en hiphop. Dit gaat gepaard met een flinke dosis turntablism door zesvoudig nationaal scratchkampioen Kypski.' Daar komt toch heel ander publiek op af, dacht ik en werd al wat ongrust.
Achter de schermen bleek niemand iets te weten van een optreden van dichters. Een niet zo aardige man zei dat hij er allemaal niets mee te maken had. Een wel aardige man, die bij de band hoorde, regelde een microfoon en zei tegen Anneke dat ze maar één gedicht mocht voorlezen. Anneke zei: 'Maar hij moet ook optreden.' De aardige man zei: 'Ik dacht dat er maar één gedicht voorgelezen zou worden.' Waarop ik de situatie redde, door te zeggen dat ik niet echt hoefde. Echt niet. Heel graag echt niet. Iedereen blij.
Anneke Claus was ongetwijfeld de moedigste vrouw van de avond om voor een al redelijk lallend publiek dat op een funkhiphoppolkarockband zat te wachten toch nog een gedicht voor te lezen en de band aan te kondigen, terwijl ik lafhartig op de tribunes zat.

Daarna wilde ik graag naar huis. Dat was nog niet makkelijk. Ik ging naar een bewaker die al de hele avond onderuit gezakt bij de kleedkamers zat. Ik vroeg of hij de deur van onze kleedkamer kon open maken. 'Wat?' Of hij de kleedkamer kon openmaken? 'Nee, ik heb geen sleutel.' Of hij dan misschien iemand kon bellen met een sleutel? 'Nee, ik kan ook niet bellen.' Wat ik dan moest doen? 'Dat weet ik ook niet, ik bewaak alleen de gang.'
Ik liep dus maar weer helemaal terug naar het aardige meisje van de kassa zodat die weer iemand kon bellen. En weer terug om een meneer te zoeken met een sleutel die bij de trap stond. Om tien over twaalf was ik weer thuis. Vanavond de eerste Dichtclub in café Marleen.

1 opmerking:

Anoniem zei

Hai, hai, jij maakt wat mee. En daarom was je gisteravond niet thuis. Ik dacht dat het dichten 's middags was. Nou,ja, zo blijf je aan de gang.
De weeklezer