hij hem

hij hem
Nu in de winkel

vrijdag 14 maart 2008

Boekenweek: Maarten 't Hart

Maarten 't Hart, schrijver van het Boekenweekgeschenk De ortolaan, hield in 1999 een dagboek bij dat later als Privé Domein-deeltje verscheen met de titel Een deerne in lokkend postuur. Zoals al jaren het geval is, interviewt 't Hart de schrijver van het Boekenweekgeschenk voor de bibliotheek van Rotterdam. In 1999 was dat Connie Palmen die De erfenis had gemaakt. Omdat hij nog nooit wat van haar had gelezen duikt 't Hart in haar oeuvre: 'Dat viel me eerlijk gezegd niet mee.'
Palmen is een verbazend onzintuigelijke schrijfster. Ze ziet niets, ze hoort niets, ze voelt niets, ze ruikt niets, ze proeft slechts. Er wordt veel gegeten in haar boeken.

En dan komt hij toe aan het geschenk.
Over het boekenweekgeschenk De erfenis kun je alleen maar zeggen dat het volstrekt, maar dan ook volstrekt waardeloos is. Aan het slot valt de schrijfster uit naar een columnist die 'met trots beweert dat natuurlijk net als hij, niemand ooit Musils Mann ohne Eigenschaften uitgelezen heeft'. Het zou mij niet verbazen als dat sloeg op een column die ik op de achterpagina van NRC-Handelsblad over Musil heb geschreven. Toch heb ik daarin niet beweerd dat ik Musils roman nooit uitgelezen heb. Ik heb hem zelfs twee keer gelezen.

Een dag later schrijft 't Hart dat hij niets over die passage gezegd heeft tegen Palmen. Lotte, de hoofdpersoon in het boek zegt dat over moderne critici die de belangrijkste werken van Musil, Proust en Joyce niet kennen of slaapverwekkend vinden.
Wat mij hindert in die uitlatingen van deze fictieve Lotte is dat ze met zulke buitengewoon voor de hand liggende titels en namen komt aandragen. Altijd maar weer diezelfde drie uit hun krachten gegroeide romans.

En 't Hart zou 't Hart niet zijn als hij die bewering niet zou ondersteunen met heel veel boeken die in de vergetelheid zijn geraakt.
Het punt is niet dat de literaire critici Joyce, Musil en Proust niet kennen. Die kennen ze juist wel. Het punt is dat er zo ontzaglijk veel is dat zij, net als Lotte Palmen zelf, niet kennen.

Het hoeft geen betoog dat er niet echt sprake was van 'chemie' tussen de twee schrijvers tijdens het interview.
Enfin, met Palmen, zo bleek in de bibliotheek, kon ik totaal niets beginnen. Ik had mijn nichtje meegenomen. Ze is een dochter van een jongere zus van mijn moeder. Die jongere zus is getrouwd geweest met Cor de Niet. Mijn nichtje heet derhalve, net als de hoofdpersoon uit De wetten, Marie de Niet. Op het verharde gemoed van Palmen maakte dat geen indruk. Het is een slijmerige naaktslak, die vrouw, ze kronkelt steeds tussen je vingers door.

Geen opmerkingen: