hij hem

hij hem
Nu in de winkel

woensdag 18 februari 2009

Geest van sir Arthur Conan Doyle


Geest van sir Arthur Conan Doyle
Originally uploaded by Nationaal Archief


Zag deze bizarre foto op de Flickr-site van het Nationaal Archief. Deze foto moest volgens de weduwe van Conan Doyle bewijzen dat haar man nog leefde.

Een paar jaar geleden schreef Julian Barnes een boek over deze Britse misdaadauteur en ook daarin kwam diens fascinatie voor het spiritisme naar voren. Zie de recensie hieronder.

Misdaadauteur windt zich op

Ooit geweten dat de schepper van Sherlock Holmes spiritist was? Na lezing van Arthur & George van de Brit Julian Barnes blijf het occulte Arthur Conan Doyle aankleven. De man die in zijn misdaadboeken dankzij de logica tot oplossingen komt, is tijdens zijn leven heel wat minder rationeel.
Het spiritisme hoort bij het tijdperk dat Barnes beschrijft, zo rond 1900. De wetenschap breidt zich uit naar zaken die buiten het fysieke vallen. Een zijlijn in het verhaal die de roman als geheel geloofwaardig en informatief maken. Er zijn twee hoofdpersonen: Arthur, die uit een gebroken gezin komt en later de succesvolle schrijver wordt, en George Edalji die uit een gemengd gezin (zijn vader komt uit India) komt en zich probeert op te werken tot succesvol advocaat.
De wegen van deze twee mannen kruisen elkaar als George ten onrechte beschuldigd wordt van het neersteken van vee. Met het bewijsmateriaal is geknoeid, de getuigen vertellen onwaarheden en de politie is uiterst incompetent. De honderd bladzijden waarin het langzaam duidelijk wordt dat George geen enkele kans krijgt om zich te verdedigen zijn uiterst tergend. Steeds wil je het boek neerleggen omdat je weet dat de afloop toch al vaststaat: George gaat de gevangenis in.
De rechtszaak komt voor Arthur als geroepen. Na de dood van zijn eerste vrouw zit hij in een depressie. Hij vermoedt dat er racistische elementen zitten in de onterechte beschuldiging van George en stort zich op de zaak. Hij ziet er een soort Britse variant op de Dreyfus-affaire in. Hij gaat woedende artikelen in kranten schrijven, stelt zelf een onderzoek in, waardoor hijzelf een soort Sherlock Holmes wordt, en weet gedaan te krijgen dat er opnieuw naar de zaak gekeken wordt.
George is vervuld van dankbaarheid, maar tegelijk ziet hij hoe de misdaadschrijver met al te wilde speculaties zijn zaak geen goed doet. George is uiteindelijk wel de morele winnaar, maar tot een formele herziening van de zaak wordt niet overgegaan. Arthur glorieert: hij komt op voor de zwakkeren, George slijt zijn leven verder als een doorsnee advocaat.
Barnes heeft een buitengewoon interessante historische roman geschreven. Voor zijn doen een nogal ‘gewone’ roman zonder al te veel vormexperimenten. Conan Doyle komt er met zijn streven naar roem en zijn spiritistische ideeën niet helemaal positief uit naar voren, maar daartegenover staat een mooi portret van George, een man die ondanks de tegenwerking van een vijandige wereld blijft geloven in recht en de eerlijkheid van mensen.

Coen Peppelenbos

Julian Barnes: Arthur en George. Vertaald door Frans van der Wiel. Atlas, Amsterdam, 480 blz. €24,90
Verscheen eerder in de Leeuwarder Courant, 5 mei 2006

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Ja, en weet je dat Conan Doyle ook een interessante vriendschap had met Harry Houdini? Dat is een geweldig verhaal. Houdini geloofde absoluut niet in spiritisme omdat hij, als illusionist, de trucs van al die 'mediums' doorzag. Conan Doyle bleef echter hardnekkig bij zijn standpunt. Hij pareerde de houding van zijn vriend door te beweren dat iemand die zoveel mediums kan ontmaskeren zélf paranormaal begaafd moet zijn.Houdini kon praten en bewijzen wat hij wilde, hij kon Conan Doyle niet van zijn geloof afbrengen. Na een jaar verwaterde de vriendschap.

coen zei

@ Jan Veldman: Hij komt even in het boek voor, op het eind: 'Hij heeft gelezen dat de Amerikaanse illusionist Harry Houdini, met iwe sir Arthur in de Verenigde Staten kennismaakte, had aangeboden alle bij professionele mediums bekende effecten stuk voor stuk na te bootsen. Talloze keren was hij door betrouwbare mannen stevig vastgebonden, maar zodra het licht uit was, slaagde hij er altijd in zich voldoende te bevrijden om bellen te laten rinkelen, geluiden op gang te brengen, meubilair te verschuiven en zelfs ectoplasma voor te brengen. Sir Arthur had de uitdaging van Houdini afgewezen. Hij ontkende niet dat de illusionist zulke effecten zou kunnen produceren, maar gaf de voorkeur aan zijn eigen interpretatie van dat vermogen: meneer Houdini bezat in werkelijkheid geestelijke krachten waarvan hij het bestaan zelf koppig ontkende.'