hij hem

hij hem
Nu in de winkel

maandag 29 juni 2009

Victorie in Antwerpen

'Mag ik een handtekening van mijn favoriete lesbische auteur,' vroeg ik gisteren aan Anja de Crom op het terras van Het Roze Huis in Antwerpen, niet wetende dat Minke Douwesz naast haar stond. De twee dames vormden het hoogtepunt van het lesbische gedeelte van de middag op de broeizolder van het holebihuis. Corrie stelde aan Douwesz nog de vraag of ze wist dat de twee ezels die zij gebruikt in haar roman ook al voorkwamen bij Gerbrand Bakker in Boven is het stil (antwoord: nee, wist ze niet, want dat boek moest ze nog lezen).


Om vijf uur begon het mannengedeelte met mijn eerste internationale optreden. Ik had al helemaal een volgorde in mijn hoofd die was afgestemd op wat er bij de vrouwen gebeurde (eerst twaalf minuten voorlezen) dat ik daarvan niet meer kon afwijken toen presentator Sven Pichal dat voorstelde. Pichal is overigens een kundige en professionele interviewer, makkelijk alles aan elkaar pratend. In Vlaanderen is hij zeer bekend en dat lijkt me terecht. Ondanks dat iedereen aardig deed was ik toch gespannen. Ik maakte ook een vergissing met de tijd en dacht dat ik al dik over mijn twaalf minuten heen was en raffelde toen een complete scène af en sloeg het laatste gedicht dat ik gepland had over.
Pichal maakte het me daarna nog wel moeilijk door te vragen of ik een van de aanwezige auteurs wel eens gerecenseerd had. Ja, over André Sollie (positief met een kanttekening) en over GJ Wielinga (zeer negatief). Pichal wilde een brug maken naar Paul Mennes die ik ooit de eerste Tzumprijs had gebracht, maar nu was ik (voelde ik me) opeens de narrige recensent. Na mij was Wielinga aan de beurt en maakt Pichal nog een paar keer een sneer naar recensenten (waarschijnlijk om Wielinga gerust te stellen). Kortom: het ging wat ongemakkelijk allemaal.
In de pauze kwam gelukkig de mooie verpleegkundige Geert zeggen dat hij genoten had van de Tavenier-boeken en ik kon hem melden dat Doeke en ik van plan zijn om een derde deel te schrijven. Was erg blij dat dat Geert tegen me begon te praten, want daardoor raakte ik dat ongemakkelijke gevoel een beetje kwijt.
Na de pauze was het tijd voor het Vlaamse mannenblokje met Paul Mennes die mooi ironisch voorleest. Zijn nieuwe roman (over Japan) had al zo'n beetje moeten uitkomen, maar hij zei dat hij pas op driekwart was van het boek. André Sollie las voor uit het jeugdboek uit 2005. Van hem heb ik nog een bundel poëzie gekocht. En daarna heb ik nog lang op het terras gezeten met Corrie (die net als ik van een preventiewerker een condoom met glijmiddel kreeg).


Geen opmerkingen: