De Inktaap op het Comenius

Het publiek moet ik niet te laag inschatten. Dat was mijn insteek voor de lezing die ik vanmiddag mocht houden voor leerlingen van het Comeniuscollege in Leeuwarden. Ze hadden de Inktaapinzendingen gelezen (Kleine dagen van Bernard Dewulf, 's Nachts komen de vossen van Cees Nooteboom en Godenslaap van Erwin Mortier) en wilden nu een criticus horen over de boeken. In de openbare bibliotheek van Leeuwarden werd de afsluitende middag gehouden. Van de eerdere echte editie van de Inktaap (over een maand in Antwerpen) heb ik begrepen dat de volwassenen alles zo 'leuk' mogelijk proberen te maken, terwijl de leerlingen de meest literaire vragen stelden (Marc Reugebrink heeft er over geschreven toen hij bij de laatste drie zat).

Ik weet niet of het aan mij lag, ik had me voorgesteld als de Henkjan Smits van de Leeuwarder Courant, of aan de boeken, maar echt inhoudelijke vragen over de boeken kwamen er niet. Toen ik wat doorvroeg over de boeken, zei een meisje schuchter dat ze alle drie boeken niet zo geweldig vonden. De uiteindelijke top drie was dan ook opgesteld als een lijstje heel erg, erg, minder erg. Gelukkig stond bij het Comenius Kleine dagen van Dewulf op de derde plek, hetgeen aantoont dat ze wel enige smaak hebben.

Toch had ik de indruk dat ik iets meer show had moeten brengen en iets minder de criticus had moeten spelen. Iets beter het publiek had moeten inschatten. Het is uiteindelijk toch prachtig dat leerlingen met drie moderne literaire werken in aanraking worden gebracht. Misschien moet hun eigen rol nog groter worden. Dat zij eerst hun mening verwoorden, waarna ik er als 'echte' criticus op in kan gaan en hun argumentatie kan beoordelen (of zoiets).
'Wat is eigenlijk het nut van uw vak?' vroeg een leerling bij het vragenrondje en na mijn antwoord: 'Dus uw mening is belangrijker dan die van mij?' In plaats van te nuanceren zei ik deze keer maar onbeschaamd: 'Ja!'