hij hem

hij hem
Nu in de winkel

woensdag 3 augustus 2011

Weimar: de lege kist van Schiller

Als Corrie vanuit haar kamerraam (Zimmer 108) naar buiten kijkt en ik vanuit mijn raam (Zimmer 109) ook, dan kunnen we naar elkaar zwaaien, maar als we allebei naar rechts kijken dan zien we aan het einde van de straat de achtertuin van Goethe. Daar kwamen we pas achter toen we vandaag in diezelfde tuin van Goethehaus keken naar ons hotel. Dichterbij zal de genialiteit wel nooit komen. Mooit optrekje ook van Goethe waar je, behalve in de tuin en de garagebox waar de oude koets van Goethe stond, niet mocht fotograferen. Goethe had het overigens wel gemakkelijk. Hij hoefde nooit te stofzuigen en hoefde ook nooit naar de Super de Boer om boodschappen te doen. Dan houd je vanzelf tijd over.
Tussendoor even naar het Bauhausmuseum geweest en dat was een aardige tegenvaller: een zaaltje met wat rommeltjes uit de Bauhaus-tijd, toch al niet mijn favoriete periode (ik heb liever wat frutsels en tierelantijnen), maar Corrie is nogal begeesterd van die tijd.
’s Middags de begraafplaats op, op zoek naar de graven Goethe en Schiller en we bleken veel te ver te hebben gelopen, waardoor we wel een fijne eekhoorn tegenkwamen.
Goethe en Schiller liggen in de Fürstengruft waar je niet mag fotograferen en weer zo’n luisterding meekreeg met ingesproken fragmentjes. Werkelijk bij elk museum krijg je zo’n ding en ze zijn verontwaardigd als je zoiets weigert. De meest erge teksten hoorde je in de Amaliabibliotheek (‘U ziet de ferme blik van Goethe, gericht op de toekomst, terwijl zijn golvende haren een enorme passie verbeelden.’). Je wordt gedwongen teksten van anderen aan te horen, wat meestal al vrij vervelend is, maar als de voordragers gedichten gaan declameren dan schrik je helemaal. Toneelschool 1803.
In de kelder de graven van de hele adellijke familie van Weimar met een ondergrondse verbintenis naar de naastgelegen Russisch-orthodoxe kapel waar Maria Pawlovna ligt, een Romanov-nazaat. Boven de grond gescheiden van haar man door de twee geloven, maar onder de grond zijn de twee gebouwen met elkaar verbonden. In de Fürstengruft is het wat drukker bevolkt met de kisten en dan staan daar ook nog Goethe en Schiller. De kist van Schiller is overigens leeg. Daar lagen vroeger botten in en een schedel (die Goethe ook lang met zich mee heeft gedragen), maar DNA-onderzoek heeft geleerd dat al dat gebeente tot vier verschillende mensen behoorde en geen van allen was Schiller. Wel jammer dat die vriendschap niet voor eeuwig is.

1 opmerking:

Gelkinghe zei

"Toneelschool 1803", dat past toch aardig bij Goethe en Schiller.