Een uur en achttien minuten begint en eindigt op het station van een dorp in West-Friesland. Johan, de verteller van het verhaal, is op zondag teruggekomen uit zijn studiestad Utrecht omdat zijn vriend Joey zelfmoord heeft gepleegd. Op vrijdag, na de begrafenis, vertrekt hij weer. In de tussentijd gebeurt er niets onverwachts.
Johan en Joey horen bij een vriendenclub van vijf jongens, alle vijf voetballers, alle vijf liefhebbers van bier en vrouwen. Johan is de enige die het dorp verlaat om te gaan studeren. In de week voorafgaand aan de begrafenis halen de vrienden herinneringen op: aan voetbal, aan hun vakantie in Chersonissos. Er heerst zelfverwijt omdat ze de zelfmoord niet zagen aankomen, er is het gebruikelijke gedoe over de kaartjes, de kist, het pak en de speeches. Nergens, maar dan ook nergens wordt het verhaal opgetild tot iets groters. Is het waar dat er een grote zelfmoordgolf onder jongeren is in West-Friesland? En zo ja, wat zegt dat dan over dat deel van Nederland? In de roman komen de jongens tot de niet bijster originele constatering dat ze wat meer hadden moeten praten over hun gevoelens.
Peter Zantingh heeft met Een uur en achttien minuten zijn debuut geschreven en je kunt zien dat de schrijver nog erg veel moet leren. Een lange zin formuleren bijvoorbeeld. Langer dan vier of vijf woorden. En niet na vijf woorden een zin op de volgende regel beginnen. Om het wat diepzinnger te maken.
'Of dit een boodschap is.
Een monument.
Een poëtische verwijzing.
Of een dronken grap.'
Pubermeisjes schrijven zo gedichten.
Het meest positieve wat je over deze roman kunt zeggen is dat de schrijver wars is geweest van elke literaire pretentie. Als de schrijver al een keer een lange zin produceert, met een bijzin of met een interessante vergelijking dan gaat het meteen mis. Op de eerste pagina bijvoorbeeld waar verteld wordt over het gezicht van de vrouw die al jaren in de stationskiosk staat. 'Het gezicht smelt, langzaam, als een ijsje dat niet snel genoeg opgegeten wordt op een warme dag. Het is binnen altijd koud.' De opmerking over de temperatuur doet meteen het beeld uit de vorige zin teniet. Meteen op dezelfde pagina een foutieve samentrekking, verderop foutief gebruik van 'meeste' waar het meesten moet zijn. Het schijnt dat de uitgevers gevochten hebben om dit debuut. Als Zantingh bij zijn volgende boek, waar hij al een contract voor op zak heeft, drie woorden meer per zin opschrijft, wat psychologische diepgang aanbrengt en een minder clichématig verhaalverloop bedenkt, dan hebben we iets om naar uit te zien.
Coen Peppelenbos
Peter Zantingh - Een uur en achttien minuten. De Arbeiderspers, Amsterdam, 196 blz. €18,50.
De ingekorte versie van deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant, 18 november 2011.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten