In de bloemlezing Hij zag een kameraad in je hebben Corrie en ik ook gedichten opgenomen van Piet Paaltjens. Op Valentijnsdag een gedicht over een mannenvriendschap.
Zijn goudblonde lokken en knevel,
Zijn geestvolle neus en mond,
Zijn vergeetmijnietblik, zijn tenorstem
En zijn New-Foundlandsche hond,
Ik moet er gedurig aan denken;
Zelfs adem ik soms nog flauw
Den geur in van zijn sigaren.
Hij kocht ze gewoonlijk bij Blaauw.
Ruik ik opnieuw die sigaren,
Dan word ik eensklaps zoo raar.
Is 't, omdat hij ze rookte,
Of was de tabak mij te zwaar?
2 opmerkingen:
'Dan wordt is eensklaps zoo raar.' is een een vreemde zin. Moet het 'ik' zijn, hoe zit het dan met 'wordt'?
Wel een heel fijn gedicht.
Dank. In het boek staat het gelukkig wel goed. Dit stond in de ongecorrigeerde versie.
Een reactie posten