hij hem

hij hem
Nu in de winkel

maandag 25 november 2013

Kroniek Leeuwarder Courant: Pa

Pa

En toen ging opeens mijn vader toch nog dood. De nacht ervoor waakte ik nog bij zijn morfineslaap, las ik een studie over autobiografische romans en keek ik een tentamen over een gedicht van Menno Wigman na dat gaat over een man die wekenlang doodligt in zijn flat. Dat zal hier niet gebeuren in deze seniorenwoning. We dachten dat deze man die elke plant in leven kon houden ook een manier wist om zelf de dood te ontlopen.

Mijn vader las nooit een boek of een dichtbundel, ook de mijne niet. Dat heb ik niet vervelend gevonden. Op boekpresentaties, waarbij mijn vader en moeder steevast aanwezig waren, was hij nooit geïmponeerd door grote namen uit de literaire wereld. Hij keek alleen maar of ze aardig waren, niet uit de hoogte deden. Hij had een afkeer van dezelfde types als ik. Als Nico Dijkshoorn bij De Wereld Draait Door voorlas, zapte hij meteen naar een andere zender. Mensenkennis haal je niet uit boeken.

De uitvaartverzorger komt op dezelfde dag met een map voorbeeldtekstjes voor de rouwkaart. Woorden die betekenisvol zijn voor anderen, wekken bij ons de lachlust op. We kiezen voor een eenvoudige tekst. In de hoek van de kamer slaat de koeling aan.

In de literatuur vind ik geen troost. Bij proza glijden mijn gedachten binnen twee zinnen weg in herinneringen. Poëzie gaat beter. 'Mens is een tedere machine,' dichtte Leo Vroman ooit, maar als ik het gedicht op zoek blijkt de eerste regel 'Mens is een zachte machine' te zijn. Ook toepasselijk, maar omdat mijn geheugen het mis heeft, raak ik iets minder gecharmeerd van het gedicht. 'Sterfbed' van Jean Pierre Rawie wordt opeens verbijsterend herkenbaar. 'Mijn vader sterft; als ik zijn hand vasthoud, / voel ik de botten door zijn huid heen steken. / Ik zoek naar woorden, maar hij kan niet spreken / en is bij elke ademtocht benauwd.'

Op de rouwkaart staat een foto waarop mijn vader met voldoening naar zijn landje kijkt dat hij net heeft omgespit. Leunend op de schop, de kruiwagen vol roet, de met autoband verstevigde klompen aan zijn voeten. Het werk is gedaan.

Geen opmerkingen: