Verdwenen geuren
Nu Niemeyer de machines heeft stilgezet zal ook de tabaksgeur uit de buurt verdwijnen. Opnieuw een geur die veel mensen liever niet roken, maar als voormalig pijproker (gestopt op 24 mei 2007) (ik begon op mijn 18e)(het zag er nogal potsierlijk uit op een fiets als je jong bent en pijp rookt)(en het werkt ook niet goed op de amoureuze markt)(maar dit allemaal terzijde) kon ik tabaksgeur wel waarderen. Het is niet meer zo dat ik achter elke pijprokende man aanloop om in de geurvlag nog wat mee te kunnen roken, maar ik heb toen ik pas gestopt was wel enkele extra kilometers gemaakt als stalkende snuiver.
Wie volgend jaar als student in onze wijk komt, zal deze specifieke wijkgeuren niet meer kennen. Geuren kun je niet als foto’s opslaan. Ja, je kunt een blikje vullen met geur, maar dan kun je het blikje nooit openmaken zonder de geur kwijt te raken. Een geur bestaat alleen in het geheugen. Zo moet het badhuis in de Badstratenbuurt en het zwembad erachter ook een bepaalde geur hebben gehad, maar wie zich die geur nog herinnert, moet nu stokoud zijn.
Als ik naar de uitgeverij loop waar ik op vrijdag werk, dan kom je langs Knol’s koek. Dat is net buiten onze wijk en de geur draagt slechts een paar huizenblokken ver, maar je wordt altijd iets vrolijker als je de geur van verse noten- of kandijkoek meekrijgt. Ik weet niet hoe het is als je een directe buurman bent van de koekfabriek en de hele dag in de koeklucht zit. Dat je geliefde ’s avonds thuiskomt en tegen je zegt: ‘Wat ruik je weer naar oude wijvenkoek!’
Coen Peppelenbos
Deze column verscheen eerder in Ahoy, het wijkblad van de Zeeheldenbuurt, najaar 2022.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten