zondag 17 juni 2012
Belcampo Stipendium: de suikerfabriek
het thema van mijn stipendium is 'de verdwenen provincie'. Eén van mijn gedichten gaat over smaak, maar één gaat er ook over geur. Een geur die voor Groningers bij de stad hoorde: de geur van de suikerfabriek. Ik woon op een paar honderd meter van de plek waar die fabriek stond en heb er nooit last van gehad. Sommige mensen vonden de stad enorm stinken als de suikerbieten weer met vrachtwagens vol werden aangeleverd, anderen vonden het een markante geur die de herfst aankondigde.
Wat ik nu wil weten en gebruiken voor een gedicht is het volgende:
Waar rook die suikerbietenlucht naar? Graag reacties hieronder.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
8 opmerkingen:
Puberzweetsokken.
naar rabarber, zuring en suikerbiet.
weeïge zoete pulp
Natte sokken op een droogrekje om de kolenkachel die tegen de kachel aangevallen was.
Is al wel van even geleden.
Kooklucht van rode bietjes vermengd met moddergeur.
Een mengsel van zoet, aarde na een regenbui en de lichte schroeilucht van eten dat net aan het droogkoken is.
beschuit met appelmoes
Naar mijn (overleden) vader. Ik groet hem ieder najaar nog steeds bij de eerste sukerbaitengeur over stad.
Marjan
Een reactie posten