Ik was met Roos Custers en Jan Glas op de eindexamententoonstelling van Academie Minerva. Roos en Jan zijn oud-studenten en dat geeft ze een kleine voorsprong op zo'n halve leek zoals ik. Dit jaar zijn er diverse plekken waar de studenten hun werk konden tentoonstellen, wij gingen naar drie plekken. De aftrap was in het oude Groninger Museum, waar de tentoonstelling ook officieel geopend werd voor een mensenmassa die het verkeer ophield op de Praediniussingel. Binnen was het smoorheet en je werd wel een beetje neerslachtig van de vormgeving en de kunst. Het leek allemaal nogal op andere kunst.
Zo zagen we in een zaal grote dingen van het plafond naar beneden hangen en dat deed nogal denken aan het werk Louise Bourgeois. We zagen een camera boven een bak water en het beeld werd weer geprojecteerd op de muur als een soort weerspiegeling. Dat was vooral leuk toen er een kind in begon te slaan. Toch deed het mij weer hieraan denken. Roos en Jan noemden nog vaker kunstenaars die ik niet kende, maar die zij in één oogopslag herkenden als voorbeelden die geïmiteerd waren.
Wat ons daarnaast opviel was gebrek aan durf. Zo hebben we minutenlang gekeken naar een filmpje waarin drie vrouwen buiten in de regen stonden te klappertanden waarna bij een de trui werd uitgetrokken door de anderen. Die trui werd omstandig uitgewrongen en weer aangetrokken, waarna de volgende klappertandende vrouw aan de beurt was. Het duurde maar en duurde maar. We zagen meer van die filmpjes en ze waren allemaal van lange loden ernst en vol opgelegd symbolische zwaarte. Ik denk dat de docent videokunst niet van humor houdt of snelheid.
Het materiaal, vooral in de videokunst, is tegenwoordig perfect. Nu nog makers die iets wezenlijks te vertellen hebben.
Academie Minerva stond in de gloriedagen bekend om de figuratieve kunst. Die tijd, waarin men zich onderscheidde van de rest van Nederland, is voorbij. Ik hoorde zelfs dat modeltekenen niet meer op het programma stond. Dat is alsof je bij je opleiding tot kok ook de basisvaardigheden wegneemt. Het resulteerde in kunst waarbij Lucian Freud werd nagedaan, maar dan zonder diens klasse. Je moet perfect mensen kunnen schilderen voordat je hun imperfectie kunt tonen.
In het oude postkantoor mag je nu ook op plekken mag komen waar je vroeger nooit kwam. Bij de ingang werd Roos meteen geïntrigeerd door een tafeltje van dode hertjes. Roos houdt nogal van dode beesten.
Ze kon haar lol wel op, want binnen stond nog een hele eettafel die was gemaakt van dierenvachten. Het riekte wel een beetje, maar was als geheel erg fotogeniek.
In een zijkamertje zagen we iemand die vast een keer aanwezig is geweest bij het mandalatekenen van Tibetaanse priesters: in plaats van kraaltjes of zand was nu een pak Lassie leeggeschud waar kantklosfiguren in getekend waren.
Het was een nogal esoterisch hoekje want er zat ook een vrouw in Jomandagewaad die erg goed naar het werk van Marina Abramović had gekeken. Ze hield door een soort lange slurf de hand van een oude vrouw vast en keek die heel erg nadrukkelijk in de ogen. Minutenlang. Dat zijn de momenten waar op ik graag heel hard 'Raarrrr' zou willen roepen. Even later werd ik ook tot stilte gemaand in een kamertje waarin twee mensen in een ding van lakens konden kruipen.
Een trapje op naar boven en eindelijk, eindelijk, eindelijk stonden daar beelden die knettergoed waren. Van was had ze een piepklein mannetje in een nest gemaakt, een klein paard en een mannetje op twee kratten. Eindelijk iemand die echt iets kon. Ik had hier de neiging om meteen iets te kopen.
Op het laatste plaatje zag je een jongen vol verbijstering naar die dierentafel beneden kijken. Hij was er met z'n oma.
- Hebben ze die konijntjes doodgemaakt?
- Ja, die konijntjes hebben ze doodgemaakt.
- En hebben ze die kippen ook doordgemaakt?
- Ja, die kippen hebben ze ook doodgemaakt.
- En hebben ze die geitjes ook doodgemaakt?
- Ja, die geitjes hebben ze ook doodgemaakt.
Halbe Zijlstra had er weer een fan bij.
In de Oude Boteringestraat in een leegstaand winkelpand waren ook studenten neergestreken. Op de bovenverdieping kon je niet wezen vanwege de hitte, maar beneden in de kelder waren er allemaal bewegende mensdingen te zien. Wel aardig gedaan.
In het pand ook een schilderij van een eikel. Je zag dat de maker uit eigen zak extra anatomiecursussen had betaald, want het leek sprekend. Toen wij er langsliepen, ging er net een vlieg op zitten. Het leek ons een symbool van het een of ander.
1 opmerking:
Mooi Coen.
Een reactie posten