Het voordeel van een niet geprivatiseerd openbaar vervoernetwerk is gigantisch. In Hamburg kun je met de HVV met de metro, met de bus en met de boot. Dat kan op een kaart die je krijgt bij je hotel (prijs inbegrepen bij de kamer). Het is zo simpel dat het wel goed moet zijn. Wij gingen met de metro naar Altona, liepen naar de haven naar een merkwaardig gebouw waar je bovenop kon staan (en dat doe je dan ook maar) en daarna kon je gewoon op de boot stappen, terug naar Hamburg. In Hamburg gingen vanuit het centrum met de bus weer naar ons hotel. Allemaal op één kaart die drie dagen geldig is.
Het voordeel van een bootdienst die je terugbrengt naar het centrum is bovendien dat je geen uitvoerige informatie krijgt over oninteressante plekken, inclusief mechanisch stemgeluid.
Havensteden hebben over het algemeen meer durf dan andere steden. Zeker in achitectuur. Rotterdam is interessanter dan Amsterdam. Hamburg heeft ook enkele prachtgebouwen in aanbouw.
Natuurlijk staat er ook nog wel wat ouds, alhoewel we het meeste hebben weggebombardeerd (zij begonnen). De St. Michaeliskirche is wonderbaarlijk groot en licht. Er is ook een rijtje zetels voor senatoren. Aan de slijtage van de zittingen is te zien hoe gelovig men was.
Daarna ook nog naar het Brahms-museum. Zoals gewoonlijk bij kleine musea over componisten weinig origineel spul. Wel twee onvermoeibare conservatoren die alles wilden uitleggen over Brahms. We moesten ook samen op de foto bij de een beeld van Brahms. En dan doe je dat maar.
1 opmerking:
En nu nog een verslag van het eten, graag.
Giny
Een reactie posten