Schrijver wint 35 euro met de kleinste literaire prijs
Met de zin: 'Trekt ie daaropvervolgends z’n broek naar omlaag, gaat met die harige aars van hem boven de chili hangen en zet ie me daar toch z’n dikke darm open dat Noach kon fluiten naar berg Ararat.' wint Ilja Leonard Pfeijffer de Tzum-prijs 2005, de kleinste literaire prijs van Nederland. De zin komt uit zijn roman Het grote baggerboek, die vorig jaar uitkwam bij uitgeverij De Arbeiderspers.
Het is de vierde keer dat de Tzum-prijs wordt uitgereikt. De prijs gaat naar de beste zin in verhalend proza van het afgelopen jaar. In 2002 won Paul Mennes, in 2003 Doeschka Meijsing en vorig jaar Stijn Aerden. De winnaar krijgt naast een fraaie beker ook een bedrag aan euro's dat gelijk is aan het aantal woorden in de zin. Dit jaar is dat dus 35 euro.
De jury (de redactie van het literaire blad Tzum: Gideon van Ligten, Peter Middendorp en Coen Peppelenbos) vond het opvallend dat dit jaar een groot aantal ingezonden zinnen een nogal onsmakelijke inhoud hadden. De huidige discussie over de toenemende verruwing in de maatschappij ziet de jury weerspiegeld in de genomineerde teksten. Dat neemt niet weg dat Ilja Leonard Pfeijffer in zijn roman de meest oorspronkelijke zinnen van 2004 heeft geschreven. De hoofdpersoon van de roman, een baggeraar, gebruikt een merkwaardig soort spreektaal en schrijftaal door elkaar heen. Aan de ene kant is de zin plat van inhoud en er zitten zelfs taalfouten (taalvernieuwingen volgens de jury) in, maar die zijn door de geconstrueerdheid ervan hoogkomisch en getuigen van eruditie en vakmanschap. Pfeijffer werd met maar liefst drie zinnen genomineerd (het maximum), maar dat aantal is niets vergeleken bij het aantal zinnen uit zijn roman dat voor nominatie in aanmerking kwam.
Pfeijffer laat genomineerden als Bart Moeyaert, Rob van Essen en Robert Anker ver achter zich (voor een volledige lijst van genomineerde zinnen zie mijn homepage onder Tzum-prijs 2005).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten