In de tweede werkelijkheid, een bundel herinneringen aan en van C.O. Jellema is gisteravond in een erg warme collegzaal van de Universiteit van Groningen gepresenteerd. Het eerste exemplaar werd door medesamensteller Raymund Prins overhandigd aan Klaas Noordhuis, de vriend Jellema.
Daarna kwam er een toch nog lang programma waarin collega's en vrienden vertelden over de enkele jaren geleden overleden dichter. Op de foto's hieronder Gerben Wynia. De beheerder van de literaire nalatenschap van Jellema las twee stukken proza voor die Jellema had gemaakt bij twee schilderijen. Daarna vertelde Ard Posthuma dat Jellema ooit nog in de sollicitatiecommissie zat waarvoor hij zat te zweten voor een baan aan de lerarenopleiding. (Helaas heeft Peter ten Hoor vergeten een foto van Ard te maken). Ard las een mooie vertaling in het Duits voor van een gedicht van Jellema.
Henk Harbers en Walter Schönau gaven ook een hele mooie, korte toespraak, waarin ze zowel de mens, de dichter en de docent Jellema typeerden. Ontroerende toespraken ook. Diezelfde ontroering is terug te vinden in het boek waarin naast stukken over het werk van Jellema in de germanistiek en zijn vertaalwerk ook de toespraken (van onder meer Oek de Jong) zijn terug te lezen die enkele jaren geleden zijn gehouden bij de aanbieding van het Verzameld Werk.
En toen mocht ik iedereen uitnodigen om het glas te heffen. En dat mocht eigenlijk niet, bleek achteraf bij de portiers, maar dat is weer een heel ander verhaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten