Is dichter Moeyaert net zo goed als de prozaschrijver?
Er is iets geks aan de hand met de poëzie van Bart Moeyaert. Nee, dat moet ik beter formuleren: er is iets geks aan de hand met de lezer van de gedichten van Bart Moeyaert. Of, om nog preciezer te zijn: ik heb moeite met die gedichten. Dat komt omdat ik het proza van Bart Moeyaert mateloos bewonder. Ik koop het meteen als het uit is, ik raad het iedereen aan, ik geef het zelfs cadeau. En daarom wil ik zijn poëzie ook heel erg graag heel erg goed vinden.
Bij de herdruk van de vorige bundel van Moeyaert, Verzamel de liefde, schreef ik al dat de dichter een paar keer langs de afgrond van de clichés scheerde, maar in de bundel Gedichten voor gelukkige mensen valt niet te negeren dat sommige gedichten het Candlelightniveau niet ontstijgen. Zie het volgende fragment uit ‘Zo heel jij mij’.
‘Je veegt de aarde
uit ons bed,
zoekt mij
onder het laken,
ziet wie ik ben.
Voorspelt geluk,
baadt mij in rust.
Zo heel jij mij
al jaren,
geneest mij
door te zijn.
Jij spreekt de taal
die ik versta,
hoort de seizoenen
in mijn stem,
aan mijn adem,
wat ik denk.
Jij kent de kunst
van nu en hier.
Vandaar dat ik je
leen, nee spaar
of beter nog: bewaar.’
Maar misschien vindt het grote publiek dit juist mooi. Uitgeverij Querido heeft er in ieder geval weer een mooi gebonden boekje van gemaakt, met leeslint, want je zou de weg maar kwijt raken in deze 52 bladzijden. Net als de herdruk van Verzamel de liefde is het ook weer vlak voor Valentijnsdag uitgegeven. De verliefde dichterlijke man of vrouw die het bundeltje deze keer cadeau wil doen, moet echter wel weten dat er deze keer veel gedichten in staan die Moeyaert heeft gemaakt toen hij stadsdichter van Antwerpen was. Niet altijd is direct duidelijk wat de link is met stad. Zo heeft hij voor alle 52 kaarten van een kaartspel tekstjes (vooral distichons) geschreven van het type ‘Schoolslag is slecht. / Blijf recht.’ ‘Is de boot lek, roei dan aan dek. / Help hozen.’ Vast heel mooi op de kaartspelen die, zo lezen we achter in het boek zijn verspreid in jeugdhuizen en bejaardenzorgcentra. Maar of je er nu zes bladzijden mee moet vullen in een dichtbundel? Zo zijn er wel meer gedichten die beter tot hun recht komen op de muur of op de toren waar ze voor bedoeld waren. Op de website van Bart Moeyaert zie je hoe een gedicht soms letterlijk op zijn plek valt.
Toch zie je aan bepaalde gedichten dat Moeyaert het wel kan. In het gedicht ‘Zwaan’ gebruikt hij ook geen enkel moeilijk woord, maar de eenzame zwaan die hij beschrijft, is een mooi beeld voor de verlaten geliefde of de geliefde die zelf is weggegaan. En dan staat hij wat mij betreft weer aan de goede kant van de afgrond.
Zwaan
Ik zag een zwaan
boven het Galgenweel.
Ze was niet onderweg
naar nog een zwaan.
Dat kon ik zien aan
hoe ze met haar vleugels
trok: daar was omzeggens
niets reikhalzends aan.
Je kunt een afscheid meten
Het gaat om kleinigheden.
Een licht geheven kop,
De grijze lucht rondom,
De richting van de wind.
Soms voelt een zwaan
geen verte en geen
reden om terug te keren.
Volgens mij heeft Moeyaert een wat strengere redacteur nodig. Juist in zijn proza is deze schrijver een meester in het weglaten; juist in zijn proza brengt deze schrijver meer lagen aan; juist in zijn proza zet hij de lezer vaak op het verkeerde been. Het is te hopen dat hij als dichter net zo goed wordt.
Coen Peppelenbos
Bart Moeyaert: Gedichten voor gelukkige mensen. Querido, Amsterdam. 52 blz. €15,-
Eerder verschenen op Literair Nederland.
Klik hier voor de podcasts van de stadsgedichten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten