hij hem

hij hem
Nu in de winkel

zaterdag 9 februari 2008

Bas Haring, Frans Willem Korsten en Guus Middag: drie sprekers

Bas Haring verleidt zijn publiek. Ik heb het vandaag gezien op de Dag van Taal, Kunsten & Cultuur in Groningen. Op die dag komen talendocenten en ckv-docenten naar Groningen om deel te nemen aan workshops en te luisteren naar lezingen. Zo'n dag is ook een halve reünie met oude vrienden en oud-studenten. Prof. dr. Haring - zeg maar Bas - hield de plenaire lezing. Los uit de pols, met enthousiasme en flair. Schmierend ook. Met erg weinig inhoud, want zijn verhaal van veertig minuten kwam neer op dit idee: door een verhaal te vertellen kun je iets ingewikkelds makkelijk maken. En toch ben je die veertig minuten geboeid. Komt het omdat het een mooie man is, jeugdig, olijk, vertederend ook, waardoor je alles van hem pikt? Als hij zich eens verspreekt en 'geschept' zegt in plaats van 'geschapen' begint zo'n zaal vol leraren meteen te roezemoezen, allemaal klaar om de lieve krullebol te verbeteren. Daar komt natuurlijk meteen een grap van hem op terug, zodat de zaal koest is, kan lachen en vervolgens uit zijn hand eet.

Bij de subplenaire lezing (je kon kiezen uit drie lezingen) koos ik voor Frans Willem Korsten, een literatuurwetenschapper, bekend van zijn boek Lessen in literatuur. Van zijn lezing 'Problemen die ons aan het hart gaan: politiek en esthetiek in het onderwijs' kan ik me niets herinneren. Die Korsten lijkt me een buitengewoon beminnelijke en beschaafde man en hij probeerde met ironie en eruditie het publiek aan zich te binden, maar zijn grappen vielen als dode vogeltjes van het spreekgestoelte. Meer iemand om in kleine kring met een glas wijn te praten over literatuur, niet iemand die een zaal bespeelt. Of misschien waren we nog steeds verliefd op Bas Haring.

Na de lunch twee workshops gevolgd. Ik had me aangemeld voor de workshop van Guus Middag, maar die zat al vol. Gelukkig mocht ik van de 'zaalwacht' toch naar binnen, waardoor ik meteen een klein beetje gelukkiger werd, want Middag is een van die onbevooroordeelde poëzierecensenten in Nederland die ik erg graag lees omdat hij vanuit enthousiasme en nieuwsgierigheid schrijft. In het echt is hij net zoals in de krant: niet iemand van hele stellige uitspraken, maar iemand die aarzelt, wikt en weegt en daarover verslag doet. Hij toonde nu de poëtische kracht aan van de teksten van een carnavalshit, van Daniël Lohues en de Zwolse groep Opgezwolle. Natuurlijk is er dan een lerares die dan meteen zegt dat dit een opstapje is voor echt literaire teksten met diepgang (leraren, je zou ze soms). En dit is weer een spreker waar ik bijna de hele tijd met een glimlach naar kijk. Het was geen lezing, het was geen workshop, hier stond ook niet iemand die op een briljante wijze zijn kunstje deed, zoals Haring, maar iemand die zijn persoonlijkheid in de strijd gooit, laat zien waarom hij ook inhoudelijk gedichten en liedjes mooi vindt en vertelt waarom iets hem ontroert. Jammer dat je niet elke week naar een college van hem kunt gaan. Hopelijk vragen ze hem een keer als gastcriticus aan de Groninger Universiteit.

1 opmerking:

Anoniem zei

Dat niemand op dit stuk reageert. Dit is leuk om te weten.
De weeklezer