hij hem

hij hem
Nu in de winkel

woensdag 23 april 2008

Het grote uitstel en Aad Lohman


Marc Reugebrink won laatst met zijn roman Het grote uitstel de Gouden Uil. Ik had het boek nog niet gelezen, maar inmiddels heb ik mijn verzuim ingehaald, ook uit nieuwsgierigheid omdat Matthé verteld had dat er personages in voorkwamen die aan de werkelijkheid ontleend waren. Dat komt goed uit, want mijn poging van gisteren om met mijn ontdekking in het boek van Liesbeth Annokkee voorop het Dagblad van het Noorden te komen is jammerlijk mislukt (wel voorop het Dagblad het stel dat heeft meegedaan met de restaurantwedstrijd 'Mijn tent is top' en feest vierde omdat het verloren had).
Het grote uitstel kent drie delen. Het tweede deel speelt duidelijk aan de lerarenopleiding van Ubbo Emmius in Groningen. De beschrijving van het schoolgebouw is erg accuraat. Een kleine, maar duidelijke rol is weggelegd voor Aad Lohman, docent taalkunde, in het boek Joost Vink geheten. Ik meen hem te herkennen in de volgende zin (deel van een zin).
Zoals Nynke Veringa bijvoorbeeld, een Friese blondine met verblauwe ogen en krullend lang haar, die hem na een uiterst tumultueus verlopen college van Joost Vink - een docent die zijn voorbeeldzinnen 'traditionele grammatica' steevast een seksistische betekenis meegaf ('Jantje greep de prinses als gretige graaier bij de billen') om bij protest van de aanwezige feministische studentes die naast Nederlands ook nog maatschappijleer studeerden, met zijn onschuldigste gezicht te beweren dat hij alleen maar de bepaling van gesteldheid wilde illustreren (...).
Vandaag zei Aad Lohman (die gelukkig af en toe nog als speciale docent wordt ingehuurd, terwijl hij eigenlijk al afscheid heeft genomen) desgevraagd dat hij veel betere en in ieder geval subtielere zinnen bedacht. Hij kon zich overigens wel het openingscollege herinneren voor alle eerstejaars uit het begin van hoofdstuk twee, waar de docent (niet Joost Vink) voor de groep wordt aangevallen door een zekere Steven van Parys. Dat was duidelijk Willem van Londen!
Ik googlede op Willem van Londen en kwam uit bij het weblog van Reugebrink waarin hij schrijft over de muziek uit zijn studiejaren. Ook die muziek speelt een rol in het boek (er zit zelfs een aparte soundtrack achterin).
Nu is The Police verbonden met mijn eerste studiejaren, toen ik tot grote vrolijkheid van Willem van Londen nog mijn lange hippiehaar had, terwijl ‘wij’ ‘allemaal’ ‘natuurlijk’ ‘allang’ punk waren, zei hij, en streek over zijn kort geknipte haren. Muzikaal gesproken zat ik inderdaad nog een decennium eerder, en ik wilde zelfs de lp’s van Santana, The Allman Brothers en Wishbone Ash wel van hem hebben; hij zou ze anders toch maar hebben weggegooid.

Dit weblogstukje is uiteindelijk ook in de roman terechtgekomen. Nou dat lijkt me wel weer genoeg speurwerk. Morgen weer vol verwachting het Dagblad van het Noorden opslaan.

4 opmerkingen:

Anoniem zei

Hee, zat je ook op het Ubbo? Aad Lohman was een van de weinige docenten waar ik me niét kapot aan ergerde, zo rond 1980. Kon me niks schelen wat die kortharige, tuinbroekerige, tight ass derde golf van hem vond.
Marjan

coen zei

Nee, maar ik heb het allerlaatste jaar nog in het oude half ontmantelde Ubbo-gebouw les gegeven. Daarna moest ik naar Leeuwarden.

Anoniem zei

Dag Coen,

Wat een prachtige foto van Aad Lohman. En jazeker, hij had veel betere voorbeeldzinnen dan deze van Joost Vink. Maar meer dan deze had ik hier natuurlijk niet nodig, en — het klinkt wat flauw — uiteindelijk heb ik uit de werkelijkheid van die dagen naar hartenlust her en der geplukt zonder de bedoeling ook maar ergens de waarheid te spreken. Zij die er bij waren zullen ongetwijfeld veel herkennen — maar ook de verschillen zien, hoop ik —, maar het ging er natuurlijk om dat zij die er niet bij waren ook 'iets' zien.

Overigens, ik zit nog steeds te wachten (het gaat nu naar de dertig jaar) op een uitgebreid antwoord van Aad op een briljant eerstejaars of tweedejaars werkstukje dat ik samen met de heer Piet Klein Gansey maakte en waarin wij onomstotelijk aantoonden dat de (gramaticale) lezing die Aad Lohman van een bepaald gedicht van Lucebert presenteerde, onverwijld naar de vuilnisbak verwezen diende te worden...

coen zei

@ Marc: dat snap ik natuurlijk alhoewel ik wel begrepen heb dat er wel veel klopt van het Groningen-deel en hoe het er op de oude Ubbo aan toe ging (in die zin ben je nog mild geweest, geloof ik).

Ik zal Aad als ik hem zie doorgeven dat hij nog een reactie moet geven.