hij hem

hij hem
Nu in de winkel

zaterdag 25 oktober 2008

Harry Mulisch - Twee vrouwen voor dummy's


Naast een gewone editie van Twee vrouwen is in de bibliotheken ook een Twee vrouwen voor dummy's verkrijgbaar, of om het politiek correcter te zeggen, een Leeslicht-editie.
Daar is iets geks mee aan de hand. Ze hebben namelijk de tamelijk onzinnige citaatregels uit Renkema's Schrijfwijzer overgenomen voor dit boekje. Dubbele aanhalingstekens die ook nog eindigen voor de komma (maar weer na de punt en het vraagteken). De manier dus waarop geen enkele uitgever boeken uitgeeft.
Normaal is dit:
'Dat kon wel laat worden,' zei ik, terwijl ik hoopte dat mijn verbluffing niet uit mijn ogen zou schijnen, 'in elk geval na het eten. Er is weer een vergadering op de subfaculteit. Herrie over een professor,' legde ik aan mevrouw Nithart uit.


De Leeslicht-editie zet elke nieuwe zin op een nieuwe regel, kort de tekst nogal drastisch in gebruikt die vreselijke citaatregels en dan krijg je dit:
"Dat kan wel laat worden", zeg ik dan.
"Er is een vergadering op de universiteit."


Het stukje tekst dat ik laatst van commentaar is ook tamelijk gesnoeid in de Mulisch-lightversie.
Laura zit met haar jongere vriendin Sylvia in het vliegtuig naar Nice. daar woont de moeder van Laura. En net als Sylvia wil Laura de lesbische verhouding verborgen houden voor haar moeder. Dat leidt tot een conflict in het vliegtuig.
'Je hebt me alleen meegenomen om me te kunnen verbieden je moeder te leren kennen. Dat is je hele plezier.'
Ik keek haar aan.
'Als ik naar jou luister,' zei ik, 'heb ik het gevoel of ik onder zo'n kei in een vochtige tuin kijk, en al die pissebedden zie krioelen.'
Meteen had ik spijt, dat ik dat had gezegd. Haar ziel was minder zacht dan haar vlees en de streling van haar jongenshanden; ik weet niet wat voor substantie de ziel moet hebben, maar de hare deed mij denken aan een ei: een harde witte schaal, die niet meegaf, maar die plotseling breken kon en dan een massa vormloos slijm losliet.'
'Waarom zeg je zulke dingen?'
Zij brak. Haar gezicht schoot in die bodemloze gekweldheid.
'Heb je me eindelijk zo ver?' snikte zij.
Ja, ik had haar eindelijk zo ver, wilde haar wel op mijn arm nemen, zoals in wegrestaurants de zweedse moeders hun zuigelingen. Zij was er opeens.
'Wat is er dan? Zeg het me. Wat heb je nu voor groot verdriet? Het is toch niet omdat ik iets lelijks zeg, dan kun je me toch ook een klap geven, of je schouders ophalen en uit het raampje kijken. Als je dat doet, kun je nu trouwens Parijs zien liggen. Er zit heel iets anders achter, zeg het me, wat is het?'


De Leeslichtversie gaat aldus:
Ik ben kwaad.
Daarna zeg ik nog een paar akelige dingen en Sylvia breekt.
"Heb je me eindelijk zover?" snikt ze.

Zoek de verschillen.

1 opmerking:

Anoniem zei

Luisteren ze eens naar je als je zegt dat dit ongeloofwaardige prietpraat is en rechtstreeks afkomstig uit de bouquetreeks, is het weer niet goed!

Marjan