Het verschil tussen een geslaagd en een minder geslaagd Zomerzinnen ligt aan het weer. De organisatie had kosten noch moeite gespaard om de fine fleur van de Nederlandse letteren naar Drenthe te halen, maar die kon niet voorkomen dat het voor de bezokers koud en nat bleef. Vijftien graden meer en je hebt een totaal andere avond.
We stonden met de kraam van de uitgeverij te kleumen op een festivalterrein, waar af en toe een regenvlaag overheen trok, waardoor de boeken ondergesputterd werden ondanks het extra stuk zeil aan de tent dat gaandeweg de avond steeds grotere gaten vertoonde. De mensen bleven in de bibliotheek en de tentjes zitten of gingen alweer snel naar huis nadata ze hun favoriete schrijver gezien hadden. Vorig jaar in Dwingeloo scheen de zon, liepen de mensen steeds in kringen over de Brink of zaten ze op terrasjes eromheen. Nu keken Jan Hovy, Jan Glas en Doeke Sijens naar een wat treurige vlakte waar af en toe iemand heen en weer rende. Ook Bill Mensema en Maarten Praamstra in de Passagekraam beleefden geen topavond.
Gelukkig mocht ik twee keer Margriet de Moor interviewen over haar nieuwste roman De schilder en het meisje. De eerste keer in de bieb was dat het prettigste en het warmst. Later in een tentje was het minder goed omdat tegelijkertijd een bandje oorverdovend stond te spelen. Enkele mensen verlieten de zaal omdat ze niets van het interview konden verstaan.Daarna weer in de kou en de nattigheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten