hij hem

hij hem
Nu in de winkel

woensdag 24 juni 2015

Kroniek Leeuwarder Courant: Kedinkedonkedinkedonkedink

Kedinkedonkedinkedonkedink

De dood van Drs. P kwam niet geheel onverwacht. Als je 95 jaar bent, dan staat Magere Hein ongedurig met zijn vingers te knakken. Dat er nog zoveel mensen van zijn werk hielden verbaasde me een beetje. Drs. P hoorde bij de echt ambachtelijke dichters, maar vanuit de poëziewereld zelf werd zijn werk toch vaak afgedaan als geknutsel. Dat gebeurt wel vaker bij dichters die vaste vormen hanteren. Voor een deel had Drs. P dat ook aan zichzelf te danken, schreef collega-dichter en ou-hoogleraar Wiel Kusters op Facebook: 'Psst, die Drs. P, nou niet meteen boos worden hè, ik vind hem meestal heel amusant, maar als het in interviews over (moderne) dichters ging had hij toch ook wel iets van een kruijenier, mag ik 't zo zeggen? Van andere dichtkunst dan de zijne had ie werkelijk geen benul. Dat leek mij een soort artistieke domheid, eerder dan arrogantie - al had het daar ook wel iets van.'

Uit balorigheid schreef Drs. P ook eens een carnavalshit, een 'dom refrein met veel herhaling' voor Adèle Bloemendaal. Misschien is dat wel zijn meest experimentele werk, met strofes als 'Kedinkedonkedinkedonkedink, mijn ome Daan / Kezinkezonkezinkezonkezink, er tegenaan Kewinkewonkewinkewonkewinke, op bezoek / Kerinkeronkerinke, onderbroek / Kriebeldekrab!' Dat is puur dadaïsme. 'Temitsemotsemitsemotsemitse, carnaval / Tefritsefrotsefritsefrotsefritse, raar geval / Teblitseblotseblitseblotse, feestneus opgezet / Tekwitsekwotsekwitse, in zijn bed / Hallekidee!' Het refrein 'Wat heb je gedaan, Daan? Waar kom je vandaan?' wordt inderdaad erg vaak herhaald: 18 keer.



In 2005 stelde ik Poëtisch Amsterdam samen waarin verschillende poëten plekken in de stad kozen, er een gedicht over schreven en er op een organische wijze een totaal onlogische maar boeiende poëzieroute ontstond. Drs. P stuurde ik een uiterst beleefde uitnodiging om mee te doen. Ik kreeg een handgeschreven briefje terug. 'Waarde mijnheer Peppelenbos, Tot mijn spijt moet ik U teleurstellen. Ik doe weliswaar aan versificatie, maar met poëzie heb ik weinig of geen bemoeienis. Gezien Uw lijstje komt het boek moeiteloos vol. Met oprechte groeten. H. Polzer' Ik heb zelden een zo elegant geformuleerde afwijzing gekregen.

Deze kroniek verscheen eerder in de Leeuwarder Courant op 20 juni 2015.

Geen opmerkingen: