Was onlangs begonnen in Er gebeurde dit, er gebeurde dat, waarin Kristien Hemmerechts weergeeft hoe ze de maanden doorkwam waarin borstkanker bij haar werd geconstateerd. Je leest zo'n boek altijd op een paar niveaus. Als recensent was ik vooral verbaasd dat dit dagboek (Hemmerechts heeft wel meer dagboeken gepubliceerd) werd gevolgd door een stoet autobiografische verhalen die voor een deel al eerder gepubliceerd zijn. Daar zitten schitterende verhalen tussen - Hemmerechts wordt in eigen en ons land nogal onderschat -, maar dat neemt niet weg dat ik genoeg had aan die eerste honderd bladzijden, die me als ex-patiënt (toen nog wel) veel herkenning gaven. Dat is de tweede laag waarop ik het boek las. Vooral met instemming omdat ik al die wisselingen in haar gemoed helemaal kon navoelen en tegelijkertijd ook wist dat je nooit woorden genoeg hebt om álles precies te beschrijven en het dus nooit écht kunt navoelen.
Ik aarzel een beetje om het volgende op te schrijven, omdat ik nog steeds met de mogelijkheid rekening houd dat de komende week blijkt dat alles slechts een boze droom was en dan lijkt alles wat volgt heel koket. Maar, het gevoel dat ik afgelopen donderdag had, nadat ze contrastvloeistof hadden ingespoten en ik de bui al zag hangen, in het ziekenhuis nog even heb gezeten op een bankje, de neuroloog zag langslopen die me wel zag maar niet herkende en op weg naar mijn fiets liep (net zoals ik bijna 10 jaar geleden in het toen nog oude Martiniziekenhuis terug naar mijn fiets liep nadat ik de mededeling had gekregen dat ik kanker had en de volgende dag onder het mes moest), het eerste gevoel toen en nu was: wat heb ik toch eigenlijk een rotleven gehad. Een volstrekt mislukt leven.
Ik weet wel dat de dreiging van de kanker met alle implicaties dat gevoel oproept, maar toch was dat het basisgevoel: teleurstelling.
Ik weet ook dat het onzin is, want ik werd en word omringd door lieve familieleden en vrienden, ik kon doen wat ik wilde en ik heb ook bijna alles gedaan wat ik wilde. (Maar: de grote liefde ontbrak, mijn boeken hebben niet het succes dat ik ervan verwachtte en daarnaast had ik op allerlei gebied wat schaamtelozer moeten zijn).
De vorige keer was ik binnen een dag van mijn kanker af. Onder het mes en daarna nog een klein aantal bestralingen voor de zekerheid. Binnen een dag was de levensdrift terug, vond ik alles mooi en verdomd ontroerend en kon ik me niet voorstellen dat ik er ooit anders over had gedacht. Ook dat wist ik gelukkig nu ik met hetzelfde gevoel wegfietste bij het ziekenhuis.
Gisteren was voor een deel een prettige dag. Weinig pijnstillers gebruikt. Het begin van deze dag is anders, misschien omdat ik gisteren niet buiten gelopen heb vanwege dat geijzel, want ik begon meteen met een twee pijnstillers. Geestelijk probeer ik zo sereen mogelijk door de dag te komen. Soms blijf ik hangen in het idee dat alles gebaseerd is op een foute lezing van de scan, op andere momenten voel je van alles in je lichaam en ben je bezig om je huis al uit te ruimen.
Kreeg gisteren een bos bloemen van studenten van de eerstegraadsopleiding. Ontzettend lief. Ik denk er ook meteen bij: stel dat het toch geen kanker is: zou ik die bloemen dan moeten terugsturen?
2 opmerkingen:
Hallo Coen, net je boek uit en wilde op Facebook je een bericht sturen ,dat ik het in een dag heb uitgelezen , nu snapte wat je tijdens de vakanties in den haag deed . En dat het alleen jammer is Coen ,dat je schrijft dat laagbegaafden meestal veroordeeld zijn tot een naam van slechts een lettergreep ... Maar toen las ik je bericht over mogelijke tumor. Oda en ik wensen je sterkte met hopelijk snel goed nieuws. Warme groet .Ruud
Dank je Ruud, warme groeten terug. (Ook als medeeenlettergrepige)
Een reactie posten