Aangenaam verrast. Dat was mijn eerste reactie toen ik in De valkunstenaar van de tot nu toe voor mij onbekende Coen Peppelenbos begon te lezen en dat gevoel hield stand tot en met de laatste bladzijde. In een prettige en bepaald niet van humor gespeende schrijfstijl neemt de auteur je mee in het leven van twee pubers, hun vader en diens broer, oom Vincent.
Hoofdpersoon Bas Jan is een ‘hoogbegaafde’ jongen die samen met zijn jongere zusje Sasja de zorg heeft voor hun in toenemende mate dementerende vader, de eens zo beroemde goochelaar ‘De Grote Fratelli’. Met een weergaloze zoutact bereikte die in het verleden het hoogtepunt in zijn carrière, maar is nu aan een rolstoel gekluisterd. De moeder, zijn toenmalige dertig jaar jongere assistente, is niet meer in beeld.
In een poging om zijn vader aansluiting te laten behouden met de realiteit ondernemen ze gedrieën een fietstocht van hun Overijsselse woonplaats Oud-Heeten naar Den Haag. Daar woont oom Vincent namelijk nog in het ouderlijk huis. Het contact tussen de beide broers werd tientallen jaren daarvoor verbroken door een voor die tijd bijzonder ongelukkige familiegebeurtenis. De hoop is nu dat door een bezoek aan hem herinneringen weer tot leven komen.
Tegelijkertijd zint Bas Jan op een stunt teneinde aangenomen te worden op de Academie voor Beeldende Kunsten in de Hofstad. Hiertoe probeert hij zijn ooit bij toeval ontdekte talent om spectaculair te vallen te perfectioneren. Of dit hem lukt laat ik hier onvermeld, evenals de vraag of zijn vader succes heeft met zijn allerlaatste truc in dit leven.
Hoewel grote en actuele thema’s als biseksualiteit en voltooid leven niet geschuwd worden, blijft het verhaal lichtvoetig en wordt het nergens zwaar of moraliserend.
Coen Peppelenbos wil opvallen. Omdat hij zelf vindt dat zijn boek het waard is om gelezen te worden door een groter publiek. Hiertoe gaf hij zelfs 25 exemplaren weg ‘in ruil voor een recensie, goed of slecht’, omdat het tot op heden niet de verdiende aandacht heeft gekregen van de gevestigde recensenten. Ook in mijn optiek ten onrechte. Ik sluit me daarom graag aan bij Arthur Japins kwalificatie van dit nog vrijwel onbekende pareltje: 'Tragikomisch, invoelbaar en meeslepend. Lezen dus!'
Jan Kok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten