- Vandaag de eerste afspraak met mijn radioloog in het UMCG. Je bent altijd wat nerveus op eerste afspraakjes, dus ik was er wat vroeger dan moest. Nieuw ziekenhuisplaatje laten maken bij de balie ('doe maar bij opname, want bij radiologie hebben ze niet zo'n ding') en dan het hele ziekenhuis door, tot je in de endeldarmen van het gebouw komt, en daarachter is radiologie. Veel leuke kunst gezien onderweg. Ook heel veel zieken. Het sterft van de zieken in het het UMCG. Of het werkklimaat is daar niet zo best of er is wat anders aan de hand.
- En dan kom je in zo'n hypermoderne wachtkamer. Ik was, geloof ik, de enige die er in zijn eentje zat. Naar radiotherapie kom je in gezelschap, lijkt het. Niet dat er veel gepraat wordt. Er wordt heel erg veel gezwegen onderling. Men zwijgt en kijkt.
Lekker lezen is er niet bij, want het ziekenhuis zwijgt niet. Overal gaan telefoons, draven verplegers, roepen doktoren namen. En daartussen wij, oorverdovende zwijgers.
- Een jonge co-assistente vroeg me eerst de hemd van het lijf. 'Of ik moeite had met het plassen?' Nee. 'Met vrijen dan?' Ik zei dat ik niet zoveel gevreeën had de laatste tijd. Hoe het met mijn vaste partner ging? Vaste partner? Bleek dat Karel op mijn papieren nu doorgaat als mijn vaste partner. Hadden ze zo ingevuld bij het Martiniziekenhuis. Als ze het maar niet tegen Sybe zeggen, die ook in het Martini werkt. Toch wel leuk: opeens weer een partner hebben.
- Dan eindelijk het gesprek met mijn behandelend arts. Ben geloof ik niet zo'n boeiend geval. Niets te zien op de ct-scan. Ik kreeg maar 13 bestralingen toebedeeld. Waarschijnlijk ben ik voor hem slechts van het type 'klein griepje'. Leuk, maar voor het echte bestralingswerk hebben we wel wat meer kanker nodig.
- Daarna nog een gesprek met iemand van Patiëntenservice. Die zegt dat ik beter de zij-ingang kan nemen. Bij de hoofdingang worden nogal veel fietsen gejat. En zadels. En aangezien ik net een nieuw zadel en een nieuwe standaard op mijn fiets heb laten monteren, maak ik me direct meer zorgen om mijn fiets dan om mijn lijf.
- Loop het ziekenhuis uit en zie voor de ingang iemand bewegingloos op straat liggen. Twee politie-agenten erbij. Als ik naar de fietsenstalling ga, komt net de ambulance uit de kelder. Die hoeft alleen maar een bochtje te maken en dan is hij er al. Je denkt dan toch: als je wordt aangereden, dan het liefst voor een ziekenhuis. Nog wel een raadsel waarom de politie er eerder bij is dan de ambulance.
- Fiets stond er nog, met zadel.
- Kwart over vier nog in het ziekenhuis. Kwart over vijf ga ik alweer zitten bij het tentamen Gouden Eeuw om mijn collega Henk Bloemhoff af te lossen. Twee uur later afscheidsetentje voor collega Sylvia. Maar ik krijg de bloemen.
Morgen om 9.30, nieuwe ct-scan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten