hij hem

hij hem
Nu in de winkel

vrijdag 19 december 2008

Top 10 - 2008 (7) Bart Temme

Bart Temme is boekverkoper bij boekhandel Van der Velde in Leeuwarden, student Nederlands te Groningen en debuteerde met verhalen en gedichten in Tzum.

1 Erwin Mortier – Godenslaap
Het werk van Mortier is een grote liefde van mij. Toen ik de voorjaarsaanbieding las, schrok ik. Godenslaap zou niet vanuit het perspectief van een kind worden geschreven, maar vanuit het perspectief van een stokoude vrouw. Op het moment dat Godenslaap eenmaal uitkwam, schrok ik opnieuw. 406 pagina’s. De kracht van Mortier was toch met weinig woorden veel zeggen? Ondanks deze twijfels, heeft Godenslaap mij in alle opzichten overtuigd. Vooral de prachtige stijl valt op. Het begint al bij de openingszin: ‘Ik heb altijd gehuiverd voor de daad van het beginnen’. Mortiers zinnen zijn poëtisch, zijn metaforen zijn treffend. Nergens wordt deze stijl overdadig, wat je misschien zou verwachten in deze ‘mollige boreling’. Dé roman van het jaar!

2 Charlotte Mutsaers – Koetsier Herfst
Aan deze roman van Mutsaers heb ik enorm veel plezier beleefd. Koetsier Herfst is namelijk heerlijk absurdistisch. De vreemde dialogen tussen Maurice en Freddy, de gekke ontmoeting tussen Maurice en Do in Krasnapolsky en later hun bizarre omzwervingen in Oostende. Schitterend! Maurice Maillot wil ik overigens hierbij uitroepen tot de Literaire Held van 2008! Hij is geestig, heeft diepgang en is psychologisch gezien enorm interessant. Net als bij Godenslaap, wordt Koetsier Herfst gedragen door de mooie stijl. Het is dan ook volledig onterecht, dat Mutsaers is genegeerd door de jury van de AKO Literatuurprijs dit jaar. Libris-jury, maak dit goed!

3 Erik Vlaminck – Suikerspin
Kent u het werk van de Erik Vlaminck? Nee? Een schande! Eerder schreef hij een grootse Vlaamse familiecyclus en dit jaar verscheen het prachtige Suikerspin, dat opnieuw een familiegeschiedenis mag worden genoemd. De roman beschrijft namelijk een generatie kermisexploitanten: de familie Van Hooylandt. De lezer krijgt dus een kijkje in het leven op de kermis. En dat is zeer, zeer vermakelijk beschreven. De Van Hooylandts lijken op de familie Deschryver, uit de eveneens prachtige Monstertrilogie van Tom Lanoye. Vooral Arthur van Hooylandt, de derde generatie. Hij wordt meesterlijk neergezet. Hij is lekker grof in de bek (‘Wijven zijn crapuleuze serpenten’) en hij is niet bang om zijn vuisten te gebruiken als hij zijn gelijk niet krijgt. Zoals dat hoort op een kermis! Tegelijkertijd geeft hij een ontroerend beeld van de neergang van het kermisleven (en ook van de wereld). Daarnaast is de structuur van deze roman magnifiek!

4 Doeschka Meijsing – Over de liefde
Goddank. Over de liefde won dit jaar de AKO Literatuurprijs. In de uitzending van Pauw & Witteman hoorde ik iemand zeggen: ‘Dat je over zo’n cliché, de liefde, zo’n prachtige roman kunt schrijven?’ Of woorden van gelijke strekking. De roman gaat inderdaad over de relatie tussen de hoofdpersoon, Pip, en haar vriendin, maar de roman is mijns inziens sterk omdat het juist de tijd na deze relatie beschrijft. Pip wordt namelijk verlaten voor een man. Meijsing brengt op een prachtige manier het liefdesverdriet van haar hoofdpersonage in beeld. Ze denkt na over haar tekortkomingen en haar gebreken. En juist deze gedachten maken deze roman zo goed.


5 Kees ’t Hart – De keizer en de astroloog
Mannen die houthakken neem ik niet meer serieus. In deze mooie roman van Kees ’t Hart wordt namelijk de houthakmanie van keizer Wilhelm II beschreven. De keizer heeft overigens nog meer gebreken: een ongelukkig armpje, moederbinding en nog veel meer neuroses. Heerlijk! Het goede aan deze roman is ook, dat ’t Hart de keizer in contact brengt met Simon, de astroloog. Simon is Simon Vestdijk. Voor de Vestdijk-liefhebber, die ik ben, is er daarom veel te genieten. Je herkent meteen de biografische informatie. Er wordt soms letter geciteerd uit het werk van Vestdijk. Zo beschrijft ’t Hart een jeugdgebeurtenis uit Simons leven. Hij wordt als kind een keer door zijn ouders als soldaat verkleedt. Hij krijgt een keurig uniform aangemeten en natuurlijk ontbreekt de welbekende plaksnor niet. Dit wordt ook beschreven in Vestdijks roman Meneer Visser’s Hellevaart. Daarnaast is er natuurlijk de liefde voor een dienstmeisje (Else Böhler, Duits dienstmeisje) en komt ook Ina Damman voorbij!

6 Esther Gerritsen – De kleine miezerige god
Esther Gerritsen is de enige De Geus-auteur die ik lees. Stiekem vind ik haar niet in dat fonds passen, maar goed. In deze nieuwe roman beschrijft Gerritsen een mooi gegeven: De hoofdpersoon Dominique neemt afscheid van haar oude woonplaats Nijmegen, waar haar demente moeder nog steeds woont, en begint een nieuw leven in Amsterdam, waar ze een bemoeizieke buurvrouw treft. De relatie tussen Dominque en haar moeder en Dominque en de nieuwe buurvrouw wordt er goed in kaart gebracht. Als lezer merk je, dat Gerritsen voor toneel schrijft: haar dialogen zijn namelijk erg krachtig. Daarnaast voert Dominique erg mooie monologen met haar (denkbeeldige) kleine miezerige god, tegen wie ze vloekt, scheldt, haar ergernissen uit en wie ze haar mislukte zwangerschap verwijt (Nee, nu heb ik het einde niet verklapt! Ga zelf maar lezen!)

7 Jan Brokken – In het huis van de dichter
Ik houd niet van klassieke muziek. Maar toen ik Brokken in Kunststof TV hoorde praten over zijn nieuwe boek, waarin hij het leven van de pianist Youri Egorov beschrijft, was ik om. Op de Franse titelpagina van het boek staat ‘roman’. Interessant. Heeft hij fictie gebruikt om het leven van Egorov te beschrijven? Dit wordt niet duidelijk, maar je mag zeker vaststellen dat Brokken een zeer mooie biografie over de pianist heeft geschreven. De roman staat vol mooie beschrijvingen over de ontmoetingen tussen Brokken en Egorov, die door de goede stijl van Brokken zeer lezenswaardig zijn. Een aanrader!

8 Rob van Essen – Visser
Met enige terughoudendheid begon ik aan deze nieuwe roman van Van Essen. Volgens de achterflap gaat de roman over een ‘geschiedenisleraar’ Jacob Visser, die in verlegenheid wordt gebracht omdat ‘een groepje neonazi’s’, leerlingen uit zijn klas, aan de haal gaat met uitspraken die hij in één van zijn lessen heeft gedaan. Dit alles sprak me niet zo aan, maar toch ben ik, na het lezen van een positieve recensie, de roman gaan lezen. Het werd een mooie leeservaring! Vooral de relatie van Visser tot zijn vrouw, zijn dochter en ook zijn schoonouders raakte me. Ook deze roman zit vol heerlijke absurdistische scènes, met als hoogtepunt een ontmoeting tussen Visser en een cliniclown!

9 Anna Enquist – Contrapunt
Nooit eerder las ik een roman van Enquist. Vreemd hè? Maar naar deze roman werd ik erg nieuwsgierig, omdat ze zich voor het eerst in haar proza uitspreekt over de dood van haar dochter. Het persoonlijke leven van een schrijver of dichter trekt mij altijd aan. Het is fictie, ik weet het, maar de karakters uit deze roman zijn duidelijk gebaseerd op Enquist haar eigen leven. Ze beschrijft mooi de relatie tussen moeder en dochter. De gehele Goldbergvariaties van Bach, die in deze roman ook een belangrijke rol spelen, heb ik voor lief genomen. Ik houd niet van klassieke muziek. Ook al moet ik zeggen, dat ik – voordat ik deze roman ging lezen – wel de Goldbergvariaties heb opgezet.

10 Anthony Mertens – Zwaluwziek
Ik lees niet graag over ziekteverschijnselen of ziektes, maar Zwaluwziek ben ik meteen gaan lezen om Anthony Mertens. Hij was een invloedrijke redacteur en daarom wilde ik meer weten over zijn leven. Daarnaast is het interessant om te zien, dat een redacteur een prozawerk schrijft. Hij weet, dat de stijl – het kwam al vaker langs in mijn motivaties in deze eindejaarslijst – belangrijk is. Dat blijkt meteen uit die prachtige beginzin van Zwaluwziek: ‘In de nacht van 14 juli, in de zomer van 2004, verdronk ik in bed’.

Zie ook eerdere afleveringen van de top 10 door Derwent Christmas, Nick ter Wal, Gerbrand Bakker, Anton Brand, Wouter de Vries en Erik Harteveld.

4 opmerkingen:

Anoniem zei

Mooie keuze. Moet ik zeggen dat ik bewondering heb voor Mortier maar dat zijn stijl volgens mij hoogst geinspireerd is door iemand als de Franse Pierre Bergounioux (C'étaient nous - Dat waren wij) en overige titels. Dit gevoel dringt zich de afgelopen jaren steeds sterker aan me op. Lees Bergounioux.

Anoniem zei

om je een idee te geven, dit komt van de site van Van Oorschot:
Pierre Bergounioux (1949) werkt als docent moderne literatuur en heeft een twintigtal publicaties op zijn naam staan. Zijn literaire debuut, de roman Catherine, verscheen in 1984 bij Gallimard in Parijs, waar ook het merendeel van zijn overige werk verscheen. In ons land lang onopgemerkt gebleven, verschenen tot dusver twee van zijn romans in onze Franse Bibliotheek: Dat waren wij (C’était nous, 1989) en De komst van de tijd (Miette, 1995), beide in de vertaling van Marianne Kaas.

Veel van Bergounioux' personages zijn kinderen die zien en horen voordat zij weten en begrijpen, of volwassenen die door hun verbondenheid met de natuur aan de signalen van hun zintuigen genoeg hebben om zich te redden als zij in levensgevaar verkeren. Met zijn poëtische weergave van deze ‘ongedeelde’ ervaringen en een beeldende en directe stijl oogstte Bergounioux bij kritiek en lezers veel waardering.
In 2005 verscheen de vertaling van Bergounioux' (roman-)tweeluik Ce pas et le suivant (Deze stap en dan de volgende) en La maison rose (Het roze huis), eveneens van de hand van Marianne Kaas.

Zie ook www.editions-verdier.fr.

Anoniem zei

Bart mag nog weleens opnieuw een literatuurcollege volgen, wat mij betreft...

Unknown zei

Hallo!
Waarom staat Uit-verkoort hier niet tussen?

Overigens goeie studie over die suffe literare blaadjes. En wat een stof geeft het! Prachtig!