Zul je altijd zien. Zit je boek een keer in een tentoonstelling, valt er een ander boek bovenop.
Ter opluistering van maar liefst vier tentoonstellingen was ik vandaag in de UB. Samen met Herman Sandman (poëtendeskundige, literaturemeetssciencetentoonstelling), Anne-Marijn van Rooij (fotografe, fototentoonstelling), Machteld Brands (huisdichteres van de RUG) en Lotte Jonker (campusdichteres van Hogeschool Windesheim, beiden studentendichters) mocht ik iets vertellen en voordragen. Alleen voor de tentoonstelling over de Zweedse monarchie (volgende week komt het Zweedse koningspaar in Groningen) was niemand aanwezig. Ulco Kooystra overhandigde de catalogus aan een collega die jarig was.
Daarna was het tijd om alles te bekijken. Naar de gedichten van alle studenten kon ik nauwelijks kijken. Ze zaten in lijstjes met een nogal eenduidige vormgeving, maar gruwel, gruwel, gruwel: alle gedichten waren gecentreerd! Altijd hetzelfde als je een vormgever loslaat op poëzie.
We zagen buurman Douwe van der Bijl nog langskomen en fotografe 'Ottolien'. Ook uitgever Anton Scheepstra was er ('Waarom liggen er wel drie boeken van Peppelenbos en geen een van Belcampo?') was er. Er was wijn, er waren hapjes, er was zon.
2 opmerkingen:
Ja, verdorie, waarom geen Belcampo? Artistiek Bureau is altijd bereid bijzondere exemplaren uit te lenen voor een tentoonstelling.
En vandaag lag het boek er nog steeds bovenop.
Een reactie posten