Plopperdeplop in de liefde
Een man wordt verliefd op een meisje en verlaat daarom zijn vrouw en twee kinderen. De verhouding met het meisje duurt echter niet lang en zijn liefdesverdriet smeert hij uit in een boek. Dat is kortweg de samenvatting van Dingen die op liefde lijken, de tweede roman van Hans Hogenkamp.
Valt van zo’n verhaalgegeven nog iets te maken? Als je een begenadigd stilist bent wel, maar in de handen van Hogenkamp komt er een krakkemikkig en larmoyant soapverhaal uit. Hij probeert de roman literair nog wat op te krikken door deze twee perspectieven mee te geven. In de hij-vorm volg je het ‘gewone’ verhaal van de ex-eigenaar van een datingsite Job en in de ik-vorm de visie van hem op die mislukte liefde. Die scheiding levert geen spanning op, want de hoofdpersoon blijft dezelfde.
Storend is het koketteren met schrijversnamen zoals Coetzee en Grunberg, zonder dat daar inhoudelijk veel mee gebeurt. Hinderlijk zijn de vele verwijzingen naar het moderne leven. Men stuurt sms-jes, men kookt ‘risotto à la Jamie Oliver’, de jonge vriendin Zanne stemt op de Partij voor de Dieren, arbeiders zeggen ‘moggel’, in Amsterdam fietst elke ouder met handige kinderbakfietsen en die kinderen luisteren weer naar K3 en vinden kabouter Plop wel aardig. Plopperdeplop. Tegen de tijd dat het boek in de ramsj ligt, is het al volledig verouderd.
De zinnen zijn al net zo modieus. ‘Ik zei dat ik je volledig kon volgen en informeerde voorzichtig welk punt je hiermee wilde maken.’ ‘Ik had nooit bijster veel gegeven om kerken, maar als ze er toch stonden, waren ze best geinig.’ Gruwelijke taal, maar niet zo erg als de rare fouten. ‘Slurpend aan een kartonnetje appelsap zingt zijn dochter mee.’ Dat is levensgevaarlijk: slurpen en meezingen met K3 tegelijk. Op het einde neemt de schrijver met liefdesverdriet enkele passages uit zijn dagboek letterlijk over, want ‘bijna alle details lijken relevant, en ook de toon is belangrijk.’ Helaas verandert er niets in de toon. Sterker nog: je schrijft niet in een dagboek: ‘Dinsdag 10 juli ‘s Ochtends haalde ik broodjes bij het buurtwinkeltje.’ Iedere dagboekschrijver zal schrijven: ‘Vanmorgen’.
Op elke bladzijde zijn er voorbeelden te geven van fouten, clichés en modern taalgebruik, maar nergens vind je een mooi geformuleerde zin die je zou willen onthouden. Dingen die op liefde lijken is een volstrekt overbodig boek.
COEN PEPPELENBOS
HANS HOGENKAMP: Dingen die op liefde lijken. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 253 blz. €17,50.
Verscheen eerder in de Leeuwarder Courant, 17 april 2009
Geen opmerkingen:
Een reactie posten