hij hem

hij hem
Nu in de winkel

donderdag 31 januari 2008

Poëziemarathon 2


Vanochtend om 7 uur opgestaan. Het was nog nacht buiten, maar om 8 uur zou ik Jan Glas interviewen tijdens het traditionele poëzie-ontbijt in Athena's boekhandel. Ik heb alleen bovenstaande foto gemaakt van Jan Glas die gelukkig ruim op tijd binnen kwam met een bakje thee en een broodje. Op zijn uitnodiging lazen ook Suze Sanders en Ellen Deckwitz gedichten voor. En zo hadden we poëzie in drie talen: Gronings, Drents en Nederlands. De rest van de dag bruist Groningen nog van de poëzie-activiteiten: klik hier.
Ik ga straks eerst maar wat bijslapen (alles in het nette).

Poëziemarathon 1


De Nationale Gedichtendag is in Groningen al begonnen. In café Marleen is vanavond het eerste exemplaar uitgereikt van de jaarlijkse bundel van de Dichtclub. Omdat het de vijfde keer was heeft het bundeltje de titel Lust rum meegekregen. Omdat het bundeltje Lust rum heet had Marleen overal schaaltjes met chocoladedingetjes neergezet en rumbonen! Omdat ondergetekende verslaafd is aan rumbonen waren deze al snel op.
De bedenker van de Dichtclub Bert Hadders (er bestond al een songclub, dus toen dacht hij: waarom geen dichtclub) nam het eerste exemplaar in ontvangst. Het was de eerste keer dat hij een avond van zijn eigen bedenksel meemaakte.


Afijn, de kop is eraf. Over zeseneenhalf uur moet ik Jan Glas interviewen. Voor de rest van het programma zie hier.

Tzum 40 is uit: het Jeroen Brouwers-nummer


Vlak na de zomer won Jeroen Brouwers de Tzum-prijs 2007. Nu is het nieuwe nummer van Tzum bijna geheel aan hem gewijd. Roos Custers interviewde de prijswinnaar. Benno Barnard en Daniël Dee schreven een speciaal gedicht voor dit nummer. Bloem-biograaf Bart Slijper laat zijn gedachten gaan over een mogelijk nieuw onderwerp van een volgende biografie. Koen van Hees, René Franken en Coen Peppelenbos schreven korte beschouwingen over het werk van en de kritiek op Brouwers.
En natuurlijk de vaste rubriek van Arthur Japin (niet over Jeroen Brouwers).
Te bestellen bij Uitgeverij kleine Uil.

woensdag 30 januari 2008

Roos Custers wil een stoel

Roos Custers, de 'baas' van Dichters in de Prinsentuin had wat aan haar voet. Het is een beetje onduidelijk wat precies, maar de oplossing was als volgt: zaag de voet in tweeën, hak hier en daar wat weg en plak daarna de twee helften weer aan elkaar. En zo krijg je weer een voet die het doet.

Schijnt nogal pijnlijk te zijn.
Roos zit nu al een poosje gevangen in haar huis op driehoog. Haar man draagt haar wel eens naar beneden en maakt dan een gezellig rondje met Roos in de rolstoel. Maar zo'n man is niet de hele dag thuis en dan zit Roos over de gracht heen te mijmeren, terwijl de poes de rolstoel als kattenbak gebruikt.

Om Roos wat op te fleuren zouden wij mee kunnen doen aan een actie voor Dichters in de Prinsentuin. Zie de volgende brief van Roos.
Beste vrienden, bekenden, dichters en denkers,

zoals jullie weten ben ik jaarlijks in de weer met festival Dichters in de Prinsentuin. Helaas beschikt onze organisatie nog steeds niet over bakken geld en dientengevolge zijn we genoodzaakt altijd beroep te doen op steun van fondsen.

Zo is daar ook het Rabobank Stimuleringsfonds; jaarlijks steunen zij verschillende organisaties met een kleine gift. De Rabobank heeft er echter een wedstrijd van gemaakt, mensen uit de stad Groningen en omgeving kunnen stemmen op de organisatie van hun voorkeur, de meeste stemmen gelden.

Dichters in de Prinsentuin heeft ook een aanvraag ingediend, en wel voor een dichtersstoel. Een soort van troon, te ontwerpen door Tjeerd Veenhoven, voor dichters die tijdens het festival in de tuin optreden.

Mijn vraag aan jullie allen is dus om op het plan van de Prinsentuin te stemmen. Dat kan via www.rabobanksf.nl Onder het kopje Cultuur, Stichting Dichters in de Prinsentuin [nr. 23]aanklikken.

Ik hoop dat jullie allemaal gaan stemmen, heel veel dank bij voorbaat en tot ziens in de Prinsentuin!

Roos Custers


En zo'n kunststoel zit ongetwijfeld beter dan een rolstoel.

dinsdag 29 januari 2008

Recensie LN: Bart Moeyaert - Gedichten voor gelukkige mensen

Is dichter Moeyaert net zo goed als de prozaschrijver?

Er is iets geks aan de hand met de poëzie van Bart Moeyaert. Nee, dat moet ik beter formuleren: er is iets geks aan de hand met de lezer van de gedichten van Bart Moeyaert. Of, om nog preciezer te zijn: ik heb moeite met die gedichten. Dat komt omdat ik het proza van Bart Moeyaert mateloos bewonder. Ik koop het meteen als het uit is, ik raad het iedereen aan, ik geef het zelfs cadeau. En daarom wil ik zijn poëzie ook heel erg graag heel erg goed vinden.
Bij de herdruk van de vorige bundel van Moeyaert, Verzamel de liefde, schreef ik al dat de dichter een paar keer langs de afgrond van de clichés scheerde, maar in de bundel Gedichten voor gelukkige mensen valt niet te negeren dat sommige gedichten het Candlelightniveau niet ontstijgen. Zie het volgende fragment uit ‘Zo heel jij mij’.

‘Je veegt de aarde
uit ons bed,
zoekt mij
onder het laken,
ziet wie ik ben.
Voorspelt geluk,
baadt mij in rust.
Zo heel jij mij
al jaren,
geneest mij
door te zijn.
Jij spreekt de taal
die ik versta,
hoort de seizoenen
in mijn stem,
aan mijn adem,
wat ik denk.
Jij kent de kunst
van nu en hier.
Vandaar dat ik je
leen, nee spaar
of beter nog: bewaar.’

Maar misschien vindt het grote publiek dit juist mooi. Uitgeverij Querido heeft er in ieder geval weer een mooi gebonden boekje van gemaakt, met leeslint, want je zou de weg maar kwijt raken in deze 52 bladzijden. Net als de herdruk van Verzamel de liefde is het ook weer vlak voor Valentijnsdag uitgegeven. De verliefde dichterlijke man of vrouw die het bundeltje deze keer cadeau wil doen, moet echter wel weten dat er deze keer veel gedichten in staan die Moeyaert heeft gemaakt toen hij stadsdichter van Antwerpen was. Niet altijd is direct duidelijk wat de link is met stad. Zo heeft hij voor alle 52 kaarten van een kaartspel tekstjes (vooral distichons) geschreven van het type ‘Schoolslag is slecht. / Blijf recht.’ ‘Is de boot lek, roei dan aan dek. / Help hozen.’ Vast heel mooi op de kaartspelen die, zo lezen we achter in het boek zijn verspreid in jeugdhuizen en bejaardenzorgcentra. Maar of je er nu zes bladzijden mee moet vullen in een dichtbundel? Zo zijn er wel meer gedichten die beter tot hun recht komen op de muur of op de toren waar ze voor bedoeld waren. Op de website van Bart Moeyaert zie je hoe een gedicht soms letterlijk op zijn plek valt.

Toch zie je aan bepaalde gedichten dat Moeyaert het wel kan. In het gedicht ‘Zwaan’ gebruikt hij ook geen enkel moeilijk woord, maar de eenzame zwaan die hij beschrijft, is een mooi beeld voor de verlaten geliefde of de geliefde die zelf is weggegaan. En dan staat hij wat mij betreft weer aan de goede kant van de afgrond.

Zwaan

Ik zag een zwaan
boven het Galgenweel.
Ze was niet onderweg
naar nog een zwaan.
Dat kon ik zien aan
hoe ze met haar vleugels
trok: daar was omzeggens
niets reikhalzends aan.
Je kunt een afscheid meten
Het gaat om kleinigheden.
Een licht geheven kop,
De grijze lucht rondom,
De richting van de wind.
Soms voelt een zwaan
geen verte en geen
reden om terug te keren.

Volgens mij heeft Moeyaert een wat strengere redacteur nodig. Juist in zijn proza is deze schrijver een meester in het weglaten; juist in zijn proza brengt deze schrijver meer lagen aan; juist in zijn proza zet hij de lezer vaak op het verkeerde been. Het is te hopen dat hij als dichter net zo goed wordt.

Coen Peppelenbos

Bart Moeyaert: Gedichten voor gelukkige mensen. Querido, Amsterdam. 52 blz. €15,-
Eerder verschenen op Literair Nederland.
Klik hier voor de podcasts van de stadsgedichten.

maandag 28 januari 2008

Russische sprookjes - poëziewedstrijd


Vandaag juryberaad gehouden over de gedichten die in waren gestuurd voor de wedstrijd van de Schrijversschool. Het thema 'Russische sprookjes' leverde zo'n honderd gedichten op. Over de inhoud van de gedichten kan ik niets zeggen. Ook niet over de deelnemers (we jureerden 'blind', dat wil zeggen zonder de naam van de dichters te kennen). Ik ging weg op het moment dat alle namen nog bekend gemaakt moesten worden. De juryvoorzitter Liesbeth Annokkee wilde niet op de foto, ze dreigde met vervloeking als ik toch haar foto op mijn log zou plaatsen. En omdat ik toch graag op goede voet wil blijven staan met Liesbeth, heb ik haar maar van de foto afgeknipt. Medejurylid Paul Janssen wilde liever ook niet op de foto (en Minke Schat kwam veel later binnen en toen was ik vergeten dat ik nog foto's zou maken). En ambtelijk secretaris Rense Sinkgraven staat al zo vaak op mijn log dat dat niet nog een keertje hoeft. Kortom, eigenlijk had dit logje net zo goed niet geschreven hoeven worden.

(Voor mensen die benieuwd zijn naar de uitslag: donderdag 15.30, Groninger Museum)

zondag 27 januari 2008

Alida Pott in het museum

Terwijl de bezoekers in rijen naar de afgrijselijke kitschtentoonstelling Russische sprookjes komen (waar op twee schilderijen van Kandinsky na, geen enkel fatsoenlijk doek hangt), vindt er zo af en toe in het Groninger Museum iets plaats dat wel de moeite waard is. Vandaag was er een opening van een nieuwe Ploeg-tentoonstelling, samengesteld uit de collectie van Stichting de Ploeg. Niet iets waar je juichend van enthousiasme naar toegaat, maar vandaag hield Doeke Sijens een kleine lezing over Alida Pott, een onderschat lid van De Ploeg. Ze was gehuwd met George Martens, die over het algemeen wel tot de groten van De Ploeg wordt gerekend, maar wie door de zalen loopt van de tentoonstelling ziet in één oogopslag wie van de kunstenaarsvereniging verouderd is en wie onverminderd krachtig, interessant en eigentijds blijft. Ik vind Wobbe Alkema altijd weer fris om naar te kijken, maar mijn absolute favoriet is toch Alida Pott, die pas sinds enkele tientallen jaren meer waardering krijgt uit de kunstwereld.

Dit is niet Doeke Sijens, maar Giny Backers aka 'de weeklezer' die alvast inspecteerde of alles werkte. Op de volgende foto zie je Doeke wel met op de achtergrond een foto van het echtpaar.

Doeke liet in vogelvlucht haar werk zien: stillevens, landschappen en portretten. Naast enkele mooie olieverfschilderijen zijn de hoogtepunten in haar werk vooral aquarellen en vooral die waarin ze een diep mooi blauw gebruikt. Zoals je een Cézanne direct kunt herkennen aan de oranje kleuren, herken je een Alida Pott meteen aan het blauw.





Na afloop van de lezing nog maar een keer over de tentoonstelling gelopen en ook nog even gekeken bij de Chinese tentoonstelling (voorproefje van de volgende kitschpartij die dit jaar het museum wordt binnengehaald) waarbij ik de weeklezer voor een rozepapiertjesachtergrond vereeuwigd heb.

Toen werd het tijd om naar huis te gaan. Maar Giny was het plastic dingetje kwijt waarop het nummer van je jas staat. Zoeken in het tasje. Niets. Nog een keer zoeken in het tasje. Niets. Langzamer zoeken in het tasje. Niets. Dingetjes uit het tasje halen en op een tafeltje leggen, alles doorbladeren. Niets. Zijvakje. Ook niets. Nog een keer dan. Weer niets. Lichte paniek.

Naar de garderobe, waar ze weer werd teruggestuurd naar de infobalie die misschien het plastic dingetje gevonden had. En ja hoor bij de infobalie was een gevonden plastic dingetje, maar nadat we opnieuw gewacht hadden bij de garderobe bleek dat niet het goede dingetje. Toen maar weer terug naar de balie, waarop ik zei dat we nu alles één voor één uit het tasje zouden halen en doorspitten. Bij het derde item, de agenda, die propvol andere dingetjes zat en die al acht keer was doorgebladerd zat toch het gezochte plastic dingetje. Zul je net zien.

vrijdag 25 januari 2008

Column: Ideetjes van boven

Ideetjes van boven

Van bestuurders moet je zo min mogelijk last hebben. Ze zitten vaak op onbekende plekken in de school en daar moeten ze vooral ook blijven. een collega van mij stelde zich aan het begin van dit nieuwe schooljaar voor aan een man in wie zij een nieuwe collega Duits zag. Het bleek onze instituutsdirecteur.
Daarboven zit natuurlijk weer een bestuurslaag en jarenlang wist je dat Frans Kuipers de baas was van de NHL. Hij stond regelmatig lachend op foto’s van ons communicatiekrantje. En dat moeten we hebben met bestuurders. Ze moeten af en toe onleesbare nota’s afscheiden en daar worden ze dan goed voor betaald en voor de rest bemoeien ze zich niet met het onderwijs.
Maar bestuurders gaan en komen en Kuipers gaat ook weg. En ik weet niet wie er nu in het College van Bestuur zit, maar tegenwoordig krijgen we prachtige kleurenfolders over de toekomst van ons werk (Jij en de NHL). Kreeg er ook één met volstrekte wartaal over onze universitaire ambities en pas na herlezing kwam ik erachter dat de folder ging over onze eerstegraadsopleidingen die masterwaardig bevonden zijn. De onleesbare ideeën sturen ze dus tegenwoordig rond.
Maar nog erger is het als bestuurders met ideetjes komen. Je kent dat wel. Op elke school is dat hetzelfde. Eén ideetje van boven is dat nieuwe docenten geen vast contract meer krijgen. Na twee jaar hard werken mag je weg en nemen we een nieuwe onervaren, maar o zo goedkope kracht aan. Heb nu al een paar maal meegemaakt dat een uitstekende collega op die manier gedumpt werd.
Tweede leuke ideetje was dat mensen binnen de organisatie moeten rouleren. Na een paar jaar moet je ergens anders aan de slag. Om de domheid daarvan hebben we even goed gelachen. Maar ook dit idee om jarenlange kennis weg te gooien, wordt blijkbaar zonder gemor uitgevoerd.
Het zou allemaal niet zo erg zijn als niet mijn meest geliefde bibliotheekmedewerkster weg moet. De afgelopen maanden sjouwde ze grote tassen vol boeken naar onze locatie omdat de mediatheken tegenwoordig boeken weggooien in plaats van bewaren. Nu konden wij de mooie boeken redden. Zij houdt van boeken. Helemaal verkeerd, iemand van een mediatheek die boeken leest en erover kan praten. Deze vrouw wordt achter een andere balie gezet. Tegen welke bestuurder moeten we schreeuwen: ‘Houd eens op met die onzin! Ga zelf eens rouleren.’ En blijft het op de scholen van jullie dan ook zo oorverdovend stil?

Coen Peppelenbos
Verscheen eerder in de Educator, het blaadje van de NHL voor mensen die daar zijn afgestudeerd.

donderdag 24 januari 2008

Arthur Japin en Greetje Bijma


Gisteren een bijzondere voorstelling meegemaakt. Arthur Japin trad op en las voor uit zijn laatste roman De overgave. Voorlezen is geen goed woord, want hij draagt gewoon uit het hoofd hele stukken voor. Voor een schrijver al bijzonder genoeg, maar hij werd nu vergezeld door de stemkunstenares Greetje Bijma, die bijna alles kan met haar stem (ze kan zomaar panfluitklanken laten horen of obscure keelklanken). Bij het etentje vooraf vertelde ze over haar zoon die als klein kindje de deur hoorde piepen en toen blij opkeek en zei: 'Mama?'
Tijdens de voorstelling reageerde ze op de stukken die Japin voorlas en soms reageerden ze op elkaar tijdens het voorlezen. Na afloop hoorde ik mensen zeggen dat het zo knap in elkaar stak. Ze konden niet geloven dat ze pas 's middags voor het eerst met elkaar repeteerden. Dat er dan zo'n goede voorstelling uitkomt, ligt aan de mate waarin men de ander vrijlaat en de ruimte gunt.
In de pauze stonden er grote rijen bij de boekenstand van Athena's. (Op de achtergrond zie je Japin signeren.) Wie De overgave nog niet had, kocht de roman nu.

Na de pauze speelden Japin en Bijma nog een half uur. Het aanwezig publiek wist dat het naar iets unieks had gekeken en beloonde de twee met een ovationeel applaus (waar ik een een klein stukje van heb gefilmd, vrij dom filmpje.)

Van tevoren had Arthur gezegd dat hij foto's maken tijdens de voorstelling niet zo'n goed idee was en dat klopte: de stilte was af en toe zo intens dat je nauwelijks durfde te ademen. Was ook ook erg bang dat er opeens een mobiele telefoon zou afgaan. Zoiets zou de act van Greetje Bijma totaal kapot gemaakt hebben. Ook 'act' is een verkeerd woord, ze kromt haar lichaam in zo'n spanningsboog dat het ze het geluid wordt. Ik merk dat ik de goede woorden niet vind om te beschrijven wat je meemaakt. Je had er bij moeten zijn.

woensdag 23 januari 2008

De kosten van kanker

Kreeg de afgelopen weken twee brieven.

Brief 1: een bedankje van het KWF. Ik had voor nieuwjaar nog 50 euro overgemaakt voor het goede doel. Zoals mijn collega Corrie Joosten het eens mooi omschreef in Tzum met 'het gevoel dat ik geld in mijn eigen spaarpot stop'. Toch vond ik dat bedankbriefje irritant. Als je minder geeft, krijg je niet zo'n brief. Misschien ben ik wel makkelijker in staat om 50 euro te storten dan een ander die 10 euro stort en geen bedankje krijgt. En bovendien vind ik het zonde van het papier en de postzegel. Voel me bij deze gedachten meteen erg calvinistisch.


Brief 2: Menzis legt mij uit dat ik dit jaar te duur ben geweest om mijn no claim-korting terug te krijgen. Vorig jaar was het een leuke verrassing om opeens wat geld gestort te krijgen en ik dacht toen niet verder na over het principe achter deze regeling. Dit jaar denk ik er anders over. Ze zouden juist mensen die veel claimen een extraatje moeten geven. Die hebben het al ellendig genoeg gehad. Hoe meer je claimt hoe meer claimkorting!
De totale kosten bedroegen vorig jaar €11.131,73. Viel me nog wel mee om van kanker-light af te komen. Ze hadden de controle in oktober niet eens meegerekend zag ik, anders was het nog meer geweest. Toch ook wel een beetje een tevreden gevoel: dat je iets terugkrijgt voor al die premies al die jaren. Ik ben ook zo'n type dat net zo lang door blijft drinken op verjaardagen tot het cadeau er weer uit is.

dinsdag 22 januari 2008

Recensie LC: Alon Hilu - De dood van een monnik

Bijna echt gebeurd

Al vroeg wordt duidelijk dat Aslan op jongens valt. Dat valt niet in goede aarde bij zijn vader die ervoor zorgt dat zijn vriendje van school wordt gestuurd. Die macht heeft de vader, een rijke, joodse koopman halverwege de negentiende eeuw in Damascus. De Israëlische schrijver Alon Hilu schreef de historische roman De dood van een monnik.

De vijftienjarige Aslan wordt door zijn familie, die hem op het rechte pad wil houden, gedwongen te trouwen, maar het huwelijk is vanaf het begin een grote deceptie. Al op het huwelijksfeest raakt Aslan tot over zijn oren verliefd op de travestiet die voor de gasten komt zingen.
De roman is tot op dit punt een beetje sprookjesachtig met nogal uitvergrote personages: de boze vader, de onderdanige, homoseksuele kapper, de rebbelende rabbijnen. Hilu gebruikt bovendien een nogal uitbundige taal vol gemeenplaatsen. Als Aslan tijdens een vrijpartij ontdekt dat de oude monnik, die hem net bereden heeft, is overleden, is dat zelfs komisch. Uit angst dat de dode monnik ontdekt wordt, snijdt hij het lijk in stukken en begraaft deze. De zoektocht naar de oude monnik leidt tot de wildste geruchten in Damascus en oude antisemitische sentimenten komen boven. Vanuit de christelijke en islamitische hoek leidt dit tot een gruwelijke vervolging van de joodse inwoners waarin Aslan familie en vrienden zal verraden. Hij doet dit om uit handen te blijven van de rechters en om de mensen te straffen die hem tot dan toe hebben verketterd vanwege zijn geaardheid. Bovendien weet hij dat een van de onderzoekers de man is die in travestie heeft opgetreden op zijn bruiloft en voor hem doet hij alles. De roman is dus een grimmig sprookje over liefde en verraad.
In het nawoord stelt Hilu echter dat alles echt gebeurd is: deze roman vertelt wat in de geschiedenis het ‘Bloedsprookje van Damascus’ is gaan heten. De dood van de monnik heeft echt plaatsgevonden, de aanhouding van veel joodse mannen en kinderen, de wrede beschuldigingen, de antisemitische golf van woede en allerlei kleine details zijn allemaal echt gebeurd en de vele personages hebben echt geleefd. Alleen, en dat maakt het boek niet sterk, van Aslan weet men niet of hij homoseksueel was en bovendien heeft de schrijver verzonnen dat de monnik tijdens de voltrekking van de liefdesdaad om het leven is gekomen. Alles is echt, behalve de belangrijkste verhaallijn. Hoe historisch kun je een roman dan nog noemen?

Coen Peppelenbos

ALON HILU: De dood van een monnik. Vertaald door Shulamith Bamberger. Ambo, Amsterdam, 304 blz. €19,95.
Eerder verschenen in de Leeuwarder Courant, 18 januari 2008

Ontbijten met poëzie

31 januari 2008, 08:00u Athena's Boekhandel
Poezieontbijt met Jan Glas. Hij wordt geïnterviewd door Coen Peppelenbos en draagt voor uit eigen werk. Tevens stelt Glas twee dichters aan het publiek voor die hij bewondert: Suze Sanders en Ellen Deckwitz.
Ook ontbijtgasten krijgen de gelegenheid enekele gedichten voor te lezen. Athena's bevindt zich in de Oude Kijk in 't Jatstraat 42, reserveren noodzakelijk: 050-3125593, entree 5 euro.

Zie hier meer programma's tijdens de Poeziemarathon

zondag 20 januari 2008

Een neger bij Claudia de Breij

Jan Glas kaartte de kwestie aan op zijn fotolog en ik weet nog steeds niet wat ik ervan moet denken. Valt dit onder cabaret of maakt Claudia de Breij een uitglijer in haar programma Thank God it's Friday? Te gast is Humberto Tan, sportjournalist, eerst bij de NOS, toen bij Talpa en nu bij RTL. Het gesprek gaat over de rechten van het voetbal en daarna opeens over de Amerikaanse verkiezingen. Daarin speelt Barack Obama een rol bij de Democraten: ook zwart! Op de achtergrond zien we de twee mannen naast elkaar geprojecteerd.

De Breij vraagt: 'Heb jij nou ook, dat komt hij nogal vaak tegen, dat ze hem een nepneger vinden, Harvard weet je, hij is eigenlijk te blank.'
Tan: 'Dan vraag ik me altijd af: wat is dan een 'echte neger'? Is dat iemand die aan het clichébeeld voldoet? [De Breij duikt intussen onder haar stoel] Oh, je gaat er nu eentje opzoeken?' Lacht hartelijk als De Breij met een gouden ketting komt aanzetten.

Vervolgens laat De Breij een oude blooperband van het journaal zien 'waarop je kunt zien that guy is a neger.' Tan doet inmiddels ketting om, maar na het filmpje wil hij die weer teruggeven.
De Breij: 'Houd hem effe om.' Ze pakt nog meer spullen onder haar stoel. 'Humour me.' Nog een ketting en een petje.
De Breij: 'Even een Humberto zoals het ook had gekund.' Er komt nog een jackje bij.
Tan doet alles gewillig aan. En vanaf daar weet ik het niet zo goed. Vindt hij het niet leuk en speelt hij maar gewoon mee of doet hij de wat bozige blik van een doorsnee rapper na?

De Breij vraagt hem om mee te zingen (Tan moet steeds 'Ikke niet' zeggen) en informeert eerst nog even hoe hij danst. Tan geeft De Breij wat aanwijzingen hoe beter te dansen.
Tekst van het liedje: 'Oh Humberto: ik wou dat ik eventjes zwart kon zijn.' En waarom? Een greepje uit de argumenten: ze kunnen veel beter rappen, dragen veel toffere jacken, hebben mooiere lijven, krijgen lekkere wijven, dragen mooie gouden spullen, hebben langere lullen.
En Humberto zingt steeds gezellig mee. Als het liedje klaar is mag hij met de schaars geklede danseressen op een bankje zitten met een bordje roti.

De vraag is, zelfs als het allemaal van tevoren besproken was met Tan, is dit leuk? En welke gedachte zat erachter?

Presentatie Twee tranen van Derwent Christmas (2)

Op zijn weblog heeft Derwent Christmas ook een stukje geschreven over de presentatie van zijn debuutroman: klik hier. Wie een gratis exemplaar van de roman wil winnen die klikt hier.

zaterdag 19 januari 2008

Presentatie Twee tranen van Derwent Christmas

Vrijdagavond de presentatie van het debuut van Derwent Christmas gepresenteerd: Twee tranen. Een bijzondere plek had hij uitgekozen voor deze gebeurtenis: de niet meer in gebruik zijnde gevangenis De Blokhuispoort. Aangezien de hoofdpersoon van zijn roman zit te wachten in 'death row' op de voltrekking van de doodstraf een mooie lokatie. (Overigens: dit is al mijn tweede boekpresentatie in een gevangenis binnen een jaar!)


Zo rond half zes druppelde het publiek binnen (met een paar leuke oud-studenten). De grote poortdeuren van de gevangenis zwaaide steeds open voor nieuwe bajesklanten. Voor veel mensen was het hun eerste bezoek binnen de muren. Bart Temme van boekhandel Van der Velde stond al klaar om iedereen een boek te verkopen. Het wachten was Jasper Henderson van Nieuw Amsterdam die in een vreselijke file verzeild was geraakt, maar toch nog om tien over zes binnenkwam.
Jasper Henderson sprak, Dennis Christmas (de broer van) sprak en daarna nam Derwent het woord om het eerste exemplaar weer door te geven en dat was aan mij. Dat stond niet in het draaiboek, dus ik was er nogal beduusd van en ook nogal ontroerd door(heb al veel eerste exemplaren weggegeven, maar nog nooit er echt één ontvangen). En met die ontroering mocht ik daarna Derwent kort interviewen, gezeten op een ijzeren trap die naar de eerste verdieping leidde, in de hoop dat ik niet al te warrig klonk.
Daarna was het signeren geblazen voor Derwent en je kreeg het vreemde fenomeen van een wachtrij voor een cel waarin de auteur zijn handtekening zette.


Voor de liefhebbers volgde toen nog een rondleiding door het gevangeniscomplex. Helaas werd de oude directiekant overgeslagen, want daar heb je nog mooie, oude houten trapjes. Ooit heb ik een meegeholpen met een blaadje te maken voor de P.I. Leeuwarden (Penitentiaire Inrichting) en heb ik al veel gezien. Nu konden we ook de minder mooie kanten zien zoals de isoleercel (waar Jasper Henderson grote belangstelling aan de dag legde voor de geschreven teksten op de muur) en de luchtplaats.


woensdag 16 januari 2008

Een middagje Utrecht

Vanmiddag op en neer geweest naar Utrecht voor een vergadering met allemaal docentenvan Hogescholen die lesgeven aan studenten Nederlands. Kon ik lekker al beginnen in het romandebuut van Derwent Christmas dat vrijdag officieel gepresenteerd wordt (ik heb het -2de exemplaar): Twee tranen.

Het is erg aardig om van collega's te horen wat zij allemaal doen op hun hogeschool, maar ik schrok er wel van dat wij (van de NHL) en zij van de Educatieve Hogeschool van Amsterdam de enigen waren die nog historische letterkunde op het programma hadden staan. De andere scholen hadden (op aandrang van de inspectie overigens) de hele historische literatuur geschrapt. Leraren die lesgeven in de onderbouw geven hebben dat immer toch niet nodig. Met hetzelfde argument kun je de meeste volwassenliteratuur afschrijven voor de studenten.
Het schokkende is dat de historische letterkunde al afgevoerd was van de leeslijsten van de havo en geminimaliseerd was op het VWO (3 boeken).
Er groeien dus hele generaties op die nog nooit hebben gehoord van Bredero, Beatrijs en Bosboom-Toussaint.
(Hier invoegen een klagerig stuk over het verval van kennis, veel cultuurpessimisme en veel ach en wee.)
In mijn tijd was vroeger alles beter. Toen ik begon te studeren had men net de normen naar beneden bijgesteld. Het vak Gotisch was geschrapt, de boekenlijsten waren ingekort en de meest spraakmakende hoogleraren waren net opgestapt (Lulofs bijvoorbeeld), terwijl nieuwe spraakmakende hoogleraren nog aangetrokken moesten worden. Volgens mij is de ellende in het onderwijs van het Nederlands begonnen met de introductie van het vak taalbeheersing.
Studenten hoor je overigens nooit klagen over het vak historische letterkunde. Dat doen alleen maar de beleidsmakers.

Aan het einde van de middag nog snel even naar Savannah Bay in de hoop dat ze daar de dichtbundel van Peter Swanborn hebben, maar helaas. Wel met de nieuwe bundel van Moeyaert en een roman van Sipko Melissen de deur uitgestapt.

Poëtisch Leeuwarden met wind en regen

Af en toe bedenk je iets om je colleges op te leuken en ik had bedacht dat het wel leuk zou zijn om mijn laatste college moderne letterkunde van deze periode om te vormen naar een poëtische wandeling door Leeuwarden (samengesteld door Arjan Hut). Beginnend om half negen 's avonds. Ik had kunnen bedenken dat de kansen op een zwoele zomeravond erg gering zijn halverwege januari.
De hele dag op de buienradar gekeken of we het droog zouden en lange tijd zag het er naar uit dat alle regen zou emigreren naar Duitsland, maar de laatste voorspellingen wezen toch uit dat het zou gaan plenzen. De helft van de groep viel af (ziek, moe, bang om ziek te worden, bang om moe te worden, etc.), de andere helft vertrok van school naar het station van Leeuwarden. Corrie Joosten en ik konden meerijden met een studente, die liever anoniem wil blijven, en die eerst een enorme rijtour door de Friese hoofdstaf verzorgde en alle vooroordelen over vrouwen en navigatie met nadruk bevestigde alvoren wij als laatsten aankwamen bij het station waar buiten al een licht buitje losbarstte en enkele zwervers begonnen met vechten en duwen.

En zo liepen we de stad in, langs het Zaailand, door duistere stegen, bij het borstbeeld van Piet Paaltjens (zie foto), onder de Oldehove, de donkere Prinsentuin in, door zaklantaarn bijgeschenen in de muziekkoepel, onder de luifel van het natuurmuseum en naast het oude woonhuis van Kees 't Hart. Toen was het wel welletjes. En de doorzetters vonden het nog leuk ook.

maandag 14 januari 2008

Nieuwe boeken dit voorjaar

Een half jaar geleden onderzochten we de sites van literaire uitgeverijen. In hoeverre kon je als gewone lezer zien wat er de komende maanden verschijnt? De uitkomsten waren niet heel erg bemoedigend: op de meeste sites was niets te vinden. Het Boekblad nam het bericht over op hun site en je zou dus verwachten dat de uitgeverijen iets hebben geleerd van de slechte publiciteit. Vandaag, 14 januari is Vers voor de Pers: uitgeverijen showen hun nieuwe boeken aan kranten en tijdschriften en opnieuw stellen we de vraag: kunnen we als gewone lezer ontdekken wat er gaat verschijnen?

Ambo/Anthos: Website is nog net zo rampzalig slecht als een half jaar geleden. Niets te vinden over de komende maanden.

Atlas: Handige site. De catalogi (vier) zijn als pdf-file downloadbaar, maar ook online is er een handige opsomming gemaakt van nieuwe titels. Een nieuwe Hemmerechts, een nieuwe Benno Barnard. Heel apart en nieuw: gedichten van Slauerhoff in stripvorm.


Arbeiderspers: Er is een catalogus als pdf-file verkrijgbaar, alleen betreft het de catalogus van najaar 2007.

Arena: Ook hier een handige opsomming online. Niet moeilijk te vinden.

Augustus: Pdf-catalogus aanwezig plus een pagina met te verschijnen boeken. Ziet er verzorgd uit. Niet meteen een heel spectaculaire aanbieding.

Bert Bakker: Onderafdeling vanuitgeverij Prometheus. Bij verwachte boeken een heruitgave van de Abele Spelen, vertaald door Gerrit Komrij. Verschijnt in: september 2006.

Bezige Bij: Een hele reeks pdf-files met aankondigingen, waaronder ook de catalogoi van Cargo en Thomas Rap. Goed nieuws: de nieuwe Erwin Mortier komt eraan. Ook een dagboek van Harry Mulisch staat te verschijnen. Voor poëzieliefhebbers: de nieuwe H.H. ter Balkt .

BnM: Website waar niets verteld wordt over het voorjaar.

Contact: In tegenstelling tot een half jaar geleden is de site nu wel accuraat met een pdf-file van de catalogus. En goed nieuws: de nieuwe roman van Jaap Scholten.

Cossee: Was een half jaar geleden nog heel overzichtelijk, maar nu staan de nieuwe boeken voor 2008 nog niet vermeld.

De Geus: Als ik op 'wordt verwacht' klik krijg ik een lege pagina.

Holland: Uitgeverij van de Windroos-reeks. Een voorjaarscatalogus kan ik niet vinden.

Nijgh & Van Ditmar: Bij deze uitgeverij alleen een pdf-file. Wel een handig lijstje van boeken die de komende maanden verschijnen: veel heruitgaven (Rob van Erkelens enige boek heet opeens een cultroman), weinig literatuur.

Nieuw Amsterdam: Bij berichten voor de boekhandel vind je een pdf van de najaarsaanbieding 2007!

Van Oorschot: De site is sterk verbeterd in een half jaar. Op de openingspagina vind je een link naar de voorjaarsaanbieding. Nieuwe Vikram Seth staat op stapel en een nieuwe poëziebundel van Marjoleine de Vos. Voor liefhebbers van Biesheuvel: zijn verzameld werk komt uit.

Passage: Bij 'verwacht' de titels van het voorjaar. De nieuwe Tjitse Hofman!

Podium: Ook op deze site is een sterke verbetering te zien. Al op 12 december stonden de nieuwe titels voor het voorjaar aangekondigd in de nieuwsrubriek. Een nieuwe novelle van Ronald Giphart staat op het programma.

Prometheus: De site verwacht al een boek voor oktober 2008! Ook hier een beetje een slappe aanbieding (een bundeling Martin Bril, weet je wel). In vergelijking met een half jaar geleden is de site er wel iets op vooruit gegaan.

Van Tricht: Reageerde dit najaar nadat dit stuk op Boekblad was overgenomen. Nu is onduidelijk wat er in het voorjaar komt.

Querido: Heeft wel een rubriek 'nieuwe boeken' (met inmiddels uitgegeven boeken), maar een catalogus kan ik niet vinden.

Uitgeverij kleine Uil: Uitgeverij waar ik bij betrokken ben. Pdf-file van nieuwe uitgaven. Stadsdichter van Assen Erik Harteveld debuteert in het Nederlands.

Veen: Heeft een makkelijke site. Kijk bij de rubriek 'verwacht'. Daar vind je een link naar de catalogus (in pdf) en een pagina vol verwachte boeken. Niet veel spectaculairs, tenzij je wonderen verwacht van Sara Kroos.

Eerder verschenen op Literair Nederland.

zaterdag 12 januari 2008

Laatste dagen dichtwedstrijd!

Poëziewedstrijd 'Russische Sprookjes, volksverhalen en legenden' van de Schrijversschool en OB
De Schrijversschool van het Kunstencentrum Groningen organiseert in samenwerking met de Openbare Bibliotheek op de Gedichtendag en Poëziemarathon traditiegetrouw een poëziewedstrijd met dit keer als thema: Russische sprookjes, volksverhalen en legenden. Laat je inspireren door het thema door bijvoorbeeld de tentoonstelling in het Groninger Museum te bezoeken. Schrijf er een mooi gedicht over en stuur dit naar ons toe. De jury van deze wedstrijd bestaat uit Liesbeth Annokkee, Paul Janssen, Coen Peppelenbos en Minke Schat. De Poëziemarathon vindt plaats op donderdag 31 januari 2008. In deze Poëziemarathon werken boekhandels, cafés, literaire en andere organisaties samen om een gevarieerd poëzieprogramma van meer dan 24 uur te bieden.

Prijzen
De prijzen worden beschikbaar gesteld door de Schrijversschool van het Kunstencentrum Groningen en de Openbare Bibliotheek. De drie prijswinnaars ontvangen respectievelijk 75 euro, 50 euro en 40 euro. Daarbij wordt het winnende gedicht gepubliceerd in De Groninger Gezinsbode. De eerste drie worden geplaatst in het bekende literaire blad Noachs Kat.
De uitslag wordt om 15.30 uur op een speciale, openbare bijeenkomst bekend gemaakt in het Groninger Museum (Museumeiland 1, Groningen).

Voorwaarden
- per deelnemer mogen maximaal twee gedichten van maximaal 24 regels (exclusief titel, inclusief witregels) opgestuurd worden;
- de gedichten moeten te maken hebben met het thema Russische sprookjes, volksverhalen en legenden;
- op de inzending zelf mag geen naam en adres voorkomen. Die moet je apart bijvoegen, zodat de jury je werk onbevooroordeeld kan bekijken;
- geef op een apart briefje door: je naam, adres, telefoonnummer en emailadres;
- je inzending moet uiterlijk 14 januari opgestuurd zijn naar:

Poëziewedstrijd 'Russische sprookjes, volksverhalen en legenden'
Schrijversschool (Kunstencentrum Groningen)
Walstraat 34
9711 VS Groningen
r.sinkgraven@kunstencentrum.nl

Voor de meest actuele info: www.kunstencentrum.nl

vrijdag 11 januari 2008

Nieuwjaarsborrel Uitgeverij kleine Uil

Vlak voor kerst was ik op de kerstborrel van de Arbeiderspers. 'Waarom doen wij niet zoiets,' zei ik tegen Peter. Dat hoef je niet twee keer te zeggen, want hij antwoordt dan: 'Organiseer het maar.' Vandaag was dus iedere auteur bij café De Groote Kleine op de eerste verdieping met mooi uitzich op de stad.


In het begin heb ik nog een paar foto's gemaakt, maar daarna ben ik het vergeten. Er was drank, er was eten. Er waren veel auteurs met wie ik een praatje wilde maken. Erik Harteveld was tevreden over de voorkant van zijn nieuwe bundel, Jane Leusink uitgenodigd om een gedicht te schrijven voor een nieuw boek, Rense Sinkgraven aangespoord om haast te maken met zijn tweede bundel, Jan Glas slapeloosheid bezorgd, Doeke Sijens gezegd dat Friese jongens bijna is uitverkocht (nog zo'n 35 exemplaren), Pierre Carrière gezegd dat zijn boek op twee na echt op is, Herman Sandman en Frank den Hollander opgeroepen om een tweede kaskraker te maken, waarop Frank meteen een idee had, twee zelfs, enzovoort enzovoort. Tegen half negen kwam Remco Ekkers nog binnenvallen: die had zich een paar uur vergist in de tijd.
Als het even kan, doen we het volgend jaar weer. Wij spreken op de uitgeverij wel met iedereen, maar de schrijvers komen elkaar niet zo vaak tegen. Tevreden keerden wij huiswaarts en zagen vlakbij de uitgeverij een enorme politiemacht staan. Bijna iedere auto reed in de fuik van de alcoholcontrole. Peter zette mij af en reed daarna door: ik had mijn camera in de aanslag en flits:

hij mocht gewoon doorrijden. Daarna kwam er wel een agent enigszins dreigend op mij af. Of het gelukt was met de foto? Ik zei maar snel dat het mislukt was omdat hij Peter had laten doorrijden. Toen was het goed.
'Geen fijn weer om hier te staan,' zei ik op mijn allermeelevendst.
'We zijn niet van suiker,' zei de agent.
En in de driezelige regen wandelde ik naar huis.

Goeiemoggel en goedegommel

Zou Remco Campert nog iets te goed hebben van KPN? Ik liep vandaag de uitgeverij binnen met een computer onder mijn arm (en die was stuk, maar alles is nu terug, inclusief mail en bestanden en godzijdank zonder die enorm trage virusscanner van Norton, maar dit terzijde) en riep hardop: 'Goedegommel.'
Daar moest iedereen hard om lachen, want de juiste foutieve uitspraak is 'Goeiemoggel'. KPN heeft veel succes met de commercial.

Ik wist wel meteen waar ik mijn 'Goedegommel' vandaan had, maar zei het niet hardop, want als je uitgelachen wordt, moet je je nooit verdedigen, maar wachten tot het voorbij is. Thuis zocht ik het op: in het hilarische verhaal 'Tot zoens' uit de gelijknamige bundel vertelt Campert over een ontmoeting met een schoenpoetser in Barcelona. Een ontmoeting vol misverstanden dankzij zijn gebrek aan kennis van de Spaanse taal. Hij stelt zich dan voor hoe een gesprek zou verlopen met een Spaanse winkelier die postzegels en enveloppen verkoopt, maar dan vertaald naar het Nederlands.
'Goedegommel.' (Dat is mijn ochtendgroet bij het binnenkomen van de winkel.)
'Wat wenst u?' (De winkelier heeft al iets schichtigs in zijn blik gekregen.)
'Twee pestzagels van zus peezzetas een een vanderlop, astamblief.'
'Wèlk merk zei u precies?'
De winkelier begint aan een lange opsomming van zijn sigarettenmerken. Ik begrijp dat er iets niet goed is gegaan.
'Nee, nee, geen sigoeretzums. Ik wil hebben poeszeggers en een ankerdop. Asserbieft.'

De bundel verscheen in 1986 bij de Bezige Bij. Remco Campert was zijn tijd ver vooruit.

woensdag 9 januari 2008

In de tussentijd 29

- Vandaag controle in het Martiniziekenhuis. Het nieuwe Martiniziekenhuis. Op de oude plek was het meubilair sterk verouderd, het zeil wat smerig en waren de posters aan de muur nog uit een andere eeuw. Maar in de wachtkamer kon je naar buiten kijken. De nieuwe plek van Urologie in Martiniziekenhuis is vooral warm en heel erg zonder uitzicht. En wat het allerergst is: er is een kunstenaar langsgeweest. Peter Struycken is befaamd om zijn computergestuurde kleuren- en stipjeskunst. In het nieuwe Martiniziekenhuis mocht hij met de verfkwast langsgaan. Voor elke afdeling had hij een speciaal uitgedachte kleur. Ik weet niet hoe Struycken erop gekomen is, maar voor iemand die langskomt voor een controle omdat hij kanker heeft gehad, zijn de kleuren oranje in combinatie met paars niet rustgevend (de balies zijn groen). Of de gedachte was: als je tegen deze kleuren kunt, dan kun je alles aan of wie deze kleuren ziet, laat alle hoop varen.

- Moest om tien over tien in het ziekenhuis zijn. Ik was tien minuten te vroeg omdat ik de weg nog moest zoeken. Via de Van Swietenlaan kon ik de nieuwe ingang niet vinden en ik ben toen maar via de oude ingang naar binnen gegaan. Daar lopen allemaal medewerkers en verpleegkundigen rond die je een beetje verwijtend aankijken: alsof je via de achterdeur het huis bent binnengegaan. Gelukkig kon iemand mij de goede weg binnendoor wijzen.Daarna in de lange gangen toch weer aan het dwalen geslagen. De nummering wijst namelijk alle kanten uit. Moest na de controle bloedprikken in ruimte 0.4. Het bordje dat daar naar wees volgde ik. Ik rammelde aan een dichte deur. Wat heen en weer lopen hielp ook niet, dus maar weer terug naar de hoofdbalie en daar om de hoek zag ik weer een bordje wijzen naar 0.4.

- 'Ja,' zei een Groningse in de wachtkamer, 'ik vind die kleuren helemaal niks. Ik was net nog bij chirurgie en daar hadden ze groene vloeren. Daar krijg je allemaal strepen op van de schoenen.' Ze keek wat misprijzend naar de paarse en oranje vlakken om haar heen. 'Het is hier ook al, ja. Moet je allemaal weer schoonmaken.'
- Dat bloedprikken is wat minder persoonlijk geworden, dacht ik. Je moet nu een nummertje trekken en in de wachtkamer zitten. Als jouw nummer voorbijkomt, mag je verder lopen. Ik hoefde slechts vijf minuten te wachten en toen mocht ik naar binnen waar ik verwezen werd naar een andere wachtkamer. Je wacht bij het bloedprikken dus twee keer! Daar moet een slag te winnen zijn.

- Weer buiten (ik had een goede ader waar lekker veel bloed uitstroomde) zag ik iemand in ok-kleding mijn kant uitwandelen. Ik dacht eerst nog: gelukkig zit niet haar hele kleding onder het bloed. Tot mijn verbazing sprak ze me aan. Ze herkende mij en vroeg heel aardig hoe het met me ging en hoeveel bestralingen ik had gehad. Ik had geen idee wie ze was en dat zag ze. Ze zei dat ze me kende vanuit dichterskringen. Jantien heette ze. En pas heel langzaam begon me te dagen waar ik haar van kende. Dacht daarna dat er misschien wel een leuke serie te bedenken was met dichters in andere werkkleding: Ruben van Gogh als slager, Bart FM Droog als pedicure, Driek van Wissen als tramconducteur, Esther Jansma als badmeester. Verwierp het idee ook meteen weer.


- Kon pas om kwart voor drie een longfoto maken, dus tussendoor naar huis. Snel daarna de stad in om een mondeling tentamen af te nemen. Onderweg fietste ik door glas. Lekke band. Meteen door naar de fietsenmaker, maar die kon de band pas later maken. Weer naar huis en om twee uur maar het huis uitgelopen, want wandelen naar het ziekenhuis duurt zeker een half uur, schatte ik in. Fout. Met een klein beetje hardlopen was het zelfs veertig minuten. Wel geprobeerd nu in één keer de goede ingang te vinden, maar ook nu liep ik mis.
Weer een rij, weer een wachtkamer (de wc's zijn voor de mannen blauw, voor de vrouwen roze, hoe bedenkt hij het toch), maar binnen tien minuten stond ik buiten en kon ik teruglopen.

- Oh ja, controle was goed.

dinsdag 8 januari 2008

Derde blog Derwent Christmas

Naast zijn gewone blog en zijn stadsdichtersblog is Derwent Christmas zijn derde blog begonnen. Bij Trouw schrijft hij in aanloop van de presentatie van zijn debuutroman Twee tranen over hoe het allemaal zover gekomen is.

zondag 6 januari 2008

Recensie LC: Lionel Shriver - De wereld na zijn verjaardag

Als je een andere keus maakt

Hoe zou de wereld eruitzien als Hitler de oorlog gewonnen had? Wat zou er gebeurd zijn als Willem van Oranje de aanslag overleefd had? Dit soort vragen zie je de laatste jaren vaak terug in populaire geschiedenisboeken. Meer dan een leuk gezelschapspel levert dit meestal niet op. De in Amerika geboren schrijfster Lionel Shriver stelt zo’n speculatieve vraag in de fictie.

In De wereld na zijn verjaardag staat Irina, een van oorsprong Russisch-Amerikaanse vrouw die in Londen woont, op een kruispunt in haar leven. Gaat ze haar man bedriegen door de bekende snookerspeler Ramsey Acton aan de haak te slaan of weet ze de verleiding te weerstaan en blijft ze bij Lawrence, een saaie terrorismedeskundige. Shriver laat in de hoofdstukken daarna steeds zien wat er had kunnen gebeuren in het leven van Irina na de twee keuzes.
Zo op het eerste gezicht een leuk uitgangspunt, maar wat is het allemaal vervelend en voorspelbaar uitgewerkt. In de meer dan 600 pagina’s wordt uiterst wijdlopig een verhaal verteld dat samen te vatten is tot: die nieuwe man zal na verloop van tijd ook wel nare trekjes vertonen en als je bij die oude man blijft zul je net zien dat die overspel pleegt. Of zoals Irina op het eind uitlegt, want echt alles wordt voorgekauwd: ‘Aan iedereen is tenslotte wel iets wat niet deugt, toch? En uiteindelijk leer je daar gewoon mee te leven.’ Veel verder dan deze clichématige psychologische uitwerking komt Shriver niet, alhoewel ze op het eind ook nog de Twin Towers tegen de vlakte laat gaan en een van de hoofdpersonen laat sterven aan kanker in de ijdele hoop het literaire gehalte wat op te krikken door engagement en ziekte.
Aan alles is te zien dat de vertaling een haastklus was. Ramsey brengt Irina iets ‘onder het oog’, in de betekenis van duidelijk maken. Het woord ‘dyke’ is vertaald als dijk, terwijl die term in de lesbische wereld toch niet echt in zwang is. Maar misschien heeft de vertaalster ook haar handen ten hemel geheven als ze zinnen onder handen nam als: ‘Aan een nietig lontje flakkerde een vlammetje van woede, en ze staarde erin als gebiologeerd door een brandend kaarsje op een taart.’ En dan heeft de uitgever op de flap Irina ook nog Irena genoemd. Vier keer zelfs. Kortom: leuk idee, uitvoering volstrekt onvoldoende.

Coen Peppelenbos

LIONEL SHRIVER: De wereld na zijn verjaardag. Vertaald door Mieke Lindenburg. Contact, Amsterdam, 605 blz. €25,-
Eerder gepubliceerd in de Leeuwarder Courant, 21 december 2007.

Uitslag dichtersvoetenspel 7



Dankzij mevrouw Catharina kwam ik erachter dat ik nog het antwoord verschuldigd was op het Dichtersvoetenspel van 6 december. Geen van de daar genoemde antwoorden is juist. De voeten en schoenen behoren toe aan Nyk de Vries.

donderdag 3 januari 2008

Top 10 december en jaar top 10 Uitgeverij kleine Uil

Ook in de laatste maand van het vorige jaar werd de Inburgeringscursus Groningen het beste verkocht.


1 Inburgeringscursus Groningen - Frank den Hollander en Herman Sandman
2 Verjaardagsvers - (samensteller) Wilfried Olthof
3 In de tweede werkelijkheid - Gerben Wynia en Raymund Prins
4 Poëtisch Academisch Groningen - (samensteller) Coen Peppelenbos
5 Heiligschennis - Henk van der Ent
6 Friese jongens - Doeke Sijens
7 Opgewekte en nuttige gedichten - Remco Ekkers
8 De honderd mooiste Friese gedichten - (samenstellers) Babs Gezelle Meerburg en Jetske Bilker
9 Harde actie - Coen Peppelenbos en Doeke Sijens
10 Bermspinsels - Pierre Carrière

Het moge duidelijk zijn dat de Inburgeringscursus Groningen ook het best verkochte boek van de uitgeverij was in het hele jaar 2007.

1 Inburgeringscursus Groningen - Frank den Hollander en Herman Sandman
2 Vijf jaar onvoorwaardelijk - (samenstellers) Monique Brinks, Truus de Witte, Tineke Legger, Jan Schuur
3 Doodstil - (samenstellers) IJnte Botke, Coen Peppelenbos, Herman Maring
4 Friese jongens - Doeke Sijens
5 Bermspinsels - Pierre Carrière
6 De honderd mooiste Groningse gedichten - (samenstellers) Jan Glas en Jur Engels
7 Poëtisch Den Haag - (samensteller) Coen Peppelenbos
8 Poëtisch Leeuwarden - (samensteller) Arjan Hut
9 Het getal hondje - Jan Glas
10 Dichters in de Prinsentuin - (samensteller) Roos Custers

Kees van der Hoef krijgt Kees van der Hoef-prijs

De 'usual suspects' waren vanmiddag om 12 uur present in café Pauze. Dit is al de derde dag waarop we stadsdichter Rense Sinkgraven tegenkwamen. En daar zagen we Ellen Deckwitz en Kasper Peters en Karel ten Haaf en Jan Glas en Anton Scheepstra en Douwe van der Bijl, maar ook ex-stadsdichter Bart FM Droog en Jean Pierre Rawie en Dichter des Vaderlands Driek van Wissen en ga zo maar door.

Heel literair Groningen was aanwezig om aanwezig te zijn bij de uitreiking van de Kees van der Hoef-prijs aan de vandaag 73 geworden Kees van der Hoef. Een plaatselijke beroemdheid als roemrucht dichter van en schrijver over de stad, een onuitputtelijke bron van anekdotes en een onvermoeibare poducent in het maken van fotoboeken over Groningen.

Het initiatief tot deze oeuvreprijs komt van Bart FM Droog, Herman Sandman, Menno Hoexum en Rense Sinkgraven. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt. Wethouder Dijkstra las een laudatio voor en overhandigde daarna de prijs, bestaande uit een foto (gemaakt door Jan Glas) en een bos paling (gekocht door Herman Sandman). De vriendenkring van Van der Hoef morde wat: zat er geen geldprijs bij? Iemand zei: 'De vorige keer kreeg je nog vierduizend gulden en een fiets.' Van der Hoef riep: 'En die fiets is me ook nog afgestolen.' Voor de oude dichter traden verschillende dichters op. Bart FM Droog las een gedicht van Van der Hoef voor.

Daarna speelde Lou Leeuw nog oude Elvissongs en werd Van der Hoef, nog steeds herstellend van een lelijke val vorig jaar, verleid tot een dansje.

De eerste Dichtclub van 2008

De eerste Dichtclub van het jaar. Niet heel veel bezoekers. Iedereen was waarschijnlijk nog brak na oudjaar en de eerste nieuwjaarsrecepties. En wel erg veel proza deze keer (met overigens een erg mooi stuk van Rense Sinkgraven over zijn ontmoeting met H.H. ter Balkt).
Gastdichter was Emiel Matulewicz met iets teveel grappige gedichten. Een gedicht over een oma, dat serieuzer van toon was, was direct vele malen beter. Ga voor de moeilijke weg, Emiel.

Jan Glas was zoals altijd buitengewoon goed. Schrijft constant poëzie van hoge kwaliteit (en daar ben ik wel licht jaloers op).

Ik zat zoals gewoonlijk weer de hele dag van alles en niets te doen, zodat ik pas drie kwartier van tevoren mijn nieuwe gedicht af had.

Natuurlijk ook nog het dikste debuut gekocht dat ooit in de Nederlandse poëziegeschiedenis verscheen: Meisjespijn van Karel ten Haaf. Zijn boek is zo dik dat er zelfs een volledig gedicht op de rug gedrukt kon worden. Ben benieuwd naar zijn tweede bundel.